Te betwijfelen valt, of men onze jongens wel zou mogen aanraden des schrijvers voorbeeld uit Verzoend te volgen, al heeft het een goeden afloop: met zijne ouders zijne tante bezoekende, die niets van hem blijkt te houden, keert hij, zonder aan iemand te denken dan aan zich zelven, per spoor naar huis terug, eerst later, op raad van de meid, aan zijne onders een' express schrijvend.
Andere persoonlijke herinneringen van den schrijver vindt men in Een Kransje aan Fik en in Mijn Kozijn, terwijl verscheidene nummers ons terugvoeren naar zijn kostschoolleven; aldus Gestraft (hoe de schrijver zich zelf valschelijk beschuldigde van aangerichte schade); aldus Aangename reis (hoe hij, in koorts liggende, bezoek kreeg van zijne ouders, die voornemens waren de tentoonstelling te bezoeken); aldus Verdacht (hoe hij van diefstal werd verdacht, omdat hij, bij de boetpredicatie van den bestuurder, bleek werd).
Ook ‘groote’ kinderen brengt de schrijver naast en met kleine op het tooneel. We denken bv. aan Grootmoeder en aan Tante: Grootmoeder, die altijd naar Emilie vraagt, welke haar nooit bezoekt, al wil het oudje het niet bekennen; Tante, die, uit louter bezuinigingsnoodzakelijkheid, den weg naar 't huis van hare zuster te voet aflegt en toch een half franksken geeft aan een' neef, die het haar afbedelt, omdat hij er van de andere tantes ook altijd een krijgt. - Wat ligt er eene pijnlijke natuurlijkheid in zoo'n gedrag!
Dergelijke trekjes van menschenkennis en zielsanalyse vindt men op vele bladzijden van van Nerum's boek, dat wij ernstig aanbevelen, ook als prijsgeschenk, - iets waartoe de goedgeslaagde teekeningen van Alf Van Neste het nog beter geschikt maken.
P.