| |
| |
| |
Kunst- en letternieuws.
Te Gent. - Een werkelijk belangwekkende tentoonstelling vond aldaar plaats in de zalen van den Kunst- en Letterkring, van den 15 tot den 26 van de maand Januari. Drie Gentsche artisten, mevrouw Anna de Weert en de heeren Carolus Tremerie en Karel Doudelet, waarbij zich een Luiksch kunstenaar, de heer Fr. Maréchal, als uitgenoodigde, had aangesloten, hadden er een rijke verzameling olieverfschilderijen, pastels, aquarellen, teekeningen, etsen en boekversieringen bijeengebracht, die, door veelzijdigheid van smaak, opvatting en uitvoering, al dadelijk de aandacht vestigde.
Mevrouw de Weert is een landschapschilderes, die, overtuigde aanhangster van de vrijlichtschildering of luminisme, er nog niet geheel in slaagde zich los te maken uit den ban van haar glorieusen meester Emile Claus, den grooten vertegenwoordiger van het plein air in Vlaanderen, haar geliefkoosd voorbeeld tevens, doch die van nu af, en ondanks zekere onvolmaaktheden in de stoffelijke uitvoering, die ik op rekening stel van haar te groot gemak van werken, meer dan éen werkelijk aardig hoekje veldnatuur op het doek bracht. De fijnheid van haar luchten, de frischheid van haar koloriet, de volheid van haar atmosfeer, en het poëtische gevoel, dat zij in dat alles weet te leggen, doen ons, in een niet verre toekomst, waarop haar mooie gave tot volledige rijpheid zal gedijd zijn, treffende dingen van haar verwachten. Het allerbeste, dat zij nu gaf, zijn haar teekeningen, vooral die, waarmede zij een van de laatste schriften wil versieren van wijlen haar moeder, Mevr. Cogen-Ledeganck, een weinig bekende doch keurige Vlaamsche schrijf- | |
| |
ster. Haar Drie Avondjes in het Gentsch Begijnhof en Een Gelukzalige zijn pereltjes.
Ook Tremerie is noch niet geheel zich zelf. Hij schijnt wel het meest den invloed te ondergaan van zijn talentvollen stadgenoot Albrecht Baartsoen, en - inderdaad - in meer dan éen van zijn beste schilderijen meent men, van op zekeren afstand, de zacht gedempte, stemmige tonenmelodie van pas genoemden waar te nemen, zonder er evenwel ook dezes intens gevoel en diepe psychologie in terug te vinden. Dit is b.v. het geval met Een Hoekje van het oude Gent en ook met Een Kijkje in 't Begijnhof. Tremerie is een jong schilder van wezenlijk talent, die alleen maar ongelijk heeft, zich met een te vluchtige, soms oppervlakkigeimpressie te vreden te stellen, niet te creuseeren, waar het hem, bij zijn ambachtelijke vaardigheid, niet moeilijk moet vallen, meer te geven. Het succes, dat hem nu te beurt valt, moge hem aanmoedigen, om in het algemeen wat meer door te voeren, uit te diepen.
Maréchal's werk, enkel etsen en teekeningen, was een openbaring voor de meesten. Wij wisten niet, dat er, in België, - buiten den onlangs overleden en te Parijs verblijvenden Rops, - een aquafortist van zulk een kracht was te vinden! Maréchal is geen vinder: hij kiest zijn onderwerpen in de meest alledaagsche werkelijkheid van het moderne stadleven, en legt er zich blijkbaar op toe, in de eerste plaats een indruk van waarheid te weeg te brengen, om het even - of het een tragische of een banale, een sympathieke of een afstootende waarheid is. Doch geen oppervlakkige waarheid geeft hij; 't is alsof zijn interpretaties een stem hebben en alsof zij - o! zonder eenige didaktiek of tendenz! - tot ons uitroepen heel veel vernedering, verlaging, en lijden. Zijn trotteuses, zooals in Langs de Maas te Luik, Een Wrak, Een Nachtvogel, Op Jacht, zijn tragisch van menschelijke zielenellende en in geen enkel opzicht - geil of sensueel...In een paar stukken zit er integendeel humor, zoo in Een Voorstel, Een Barbaar, waarin de eigenaar- | |
| |
dige ijdelheid en pronkzucht van zoo'n coureur de barrières typisch zijn weergegeven. Maar vooral munthij uitin het vertolken van wat ik zou willen noemen de psychologie van het Onbezielde: zijn Boulevards bij Nacht, met hun getintel van licht en hun gewemel van lieden, zijn Weg te Xhovémont, Weg van Péry, Fontaine de la Vierge, drukken, in gepotentieerde macht, den indruk van gevaarlijke verlatenheid uit, welke men alleen in verloren uithoeken van onze moderne steden opdoet.
Maréchal kent daarenboven zijn stiel als niet éen - hij teekent, - zie maar b.v. Studie naar het Naakt, - als geen tien onder al zijn tijdgenooten hier te lande.
Een geheel ander temperament dan de drie vorigen is Karel Doudelet. Deze is een fantast in den vollen zin des woords, een dichter, wiens verbeelding zoo onuitputtelijk is, en zoo rijk en zoo stout en zoo zon lerling soms, dat zijn anders toch wel vlugge en vaardige hand niet altijd vermag te volgen. Men moet, om hem naar waarde te verstaan en te waarderen, hem veel minder beschouwen als een schilder, zooals men dat algemeen verstaat, dan als een prententeekenaar, een imagier, een enlumineur. Ook zijn olieverfschilderijen, zelfs dán als hij een in de werkelijkheid gevonden onderwerp behandelt, zijn in waarheid des images - en dat zij niets anders zijn willen, verraadt al dadelijk hun dekoratieve behandeling en al de opzettelijke afwijkingen van de strenge waarheid, die zij opleveren. Doudelet geeft u de natuur nooit zoo als zij is, uitgezonderd, natuurlijk, in als portretten bedoelde stukken; hij styliseert de natuur, poogt, door de konventie van dien stijl, de geestelijke indrukken krachtigeruit te drukken, die de ruwe natuur op hem maakt, en - zonder aarzelen zeg ik het - in de meeste gevallen slaagt hij er in. Uitstekende voorbeelden van zijn manier van opvatten en weergeven acht ik, in dit opzicht, De Zeeuwsche Poppetjes, een inhuldigingsplech tigheid gezien als in een poppenkast, als in een stuk van Maeterlinck, Indruk in Holland en Landschap in
| |
| |
Holland, Zeeuwsche huizen en lieden, gezien als in een heel oude rarekiekkast, heel prettig en typisch van koloriet en voorstelling.
Het spreekt van zelf, dat zulk een artiest een voorliefde moet hebben voor het belichamen van abstracte concepten. Hoe goed hij dáarin slaagt, bewijst De Put, die eigenaardige allegorisatie, die op ons werkt als een heel oude en tevens heel Vlaamsche prent.
Niet het minst belangwekkende deel van zijn tentoonstelling waren de teekeningen, bestemd om als boekillustraties te dienen, o.a. om alleen van de allernieuwste te spreken, een achttal, hem ingegeven door verzen van Mauclair. Meesterlijk, noch min noch meer, te vergelijken met het beste van de hedendaagsche uitheemsche boekverluchters, noem ik, zonder aarzelen Op het Water, Il y a encore des fontaines, en vooral Zang op het Einde van den Herfst
Pol de Mont.
***
In de drukkerij J.-E. Buschman, Rijnpoortvest 15, te Antwerpen, is verschenen: Van Binus, Boontje, Boschmanneken, drie kinderverhaaltjes uit de nalatenschap van Johanna Filips (Mevrouw Cogen-Ledeganck), versierd door Karel Doudelet: 10 frank.
***
De 17e aflevering van Woordenschat (onder redactie van Taco H. De Beer en D.E. Laurillard) is dezer dagen verschenen (Haagsche Boekhandel- en Uitgevers-maatschappij). Zij gaat van Rogationes tot Slijk. (blz. 1009-1072).
***
Wij ontvingen de 2e aflevering van Wilde Rozen, gedichten van Karel Bogaerd (blz. 25-48). Wij vinden er 't vervolg in
| |
| |
van de huldestrophen aan Hendrik Conscience, alsmede 't gedicht
Conscience is dood! - Alsof voor zulk een leven
dat reeds in bloemlezingen werd opgenomen; verder Te Maldegem, hulde aan Mevrouw Courtmans, op haar jubelfeest, en Karel Lodewijk Ledeganck.
Na het verschijnen der 6de aflevering zal voor niet inschrijvers, de prijs der gewone uitgave worden gebracht van 2,50 fr. op 3 fr. en de prijs van de prachtuitgave van 4 op 5 fr.
***
Verschenen: Spanje, reisverhaal door Joseph Israëls, met 33 teekeningen van den schrijver, die niemand anders is dan de grootste der levende Noordnederlandsche schilders ('s Gravenhage, M. Nijhoff).
***
Van Mej. M. Du Caju is verschenen L'éducation féminine comme préparation àla vie rèelle (Brussel, Lebègue), een Fransche bewerking van de Opvoeding in verband met de eischen des levens, in 1896 te Gent bij Siffer van de pers gekomen.
Van dezelfde schrijfster ontvingen we ook Het Boek van Spaarzaamheid en Vooruitzicht (Gent, Siffer).
***
De 11e en 12e afl. werden rondgezonden van Lübke's Geschiedenis der Beeldende Kunst, bewerkt door Weissmann. Daarin begint het 3e deel, handelende over middeleeuwsche kunst.
| |
| |
| |
Inhoud van Tijdschriften.
(W., M., 2M., 1/2M. = wekelijks, maandelijks, tweem., halfm.)
Hollandsche Revue (Haarlem, Loosjes. M., geïll., 16,25 fr.), Jan. '99, o.a.: Prof. B. Pekelharing; - wereldgeschiedenis; - belangrijke onderwerpen (bureau voor sociale adviezen, landloopers, spreekw. afkomstig van oude gebruiken); - karakterschets: (Mevr. B. Waszklewicz); - revue van 31 Ndl. en 9 vreemde tijdschriften; - het boek van de maand (Le syndicat de trahison).
De Natuur (Utrecht, Broese, M., geïll., 8 fr.), Feb. '99, o.a.: lelietje der dalen; - bizonder ras van jachthonden; - vivisectie; - bescherming der bladen in den strijd om het leven; - sterrenkundige mededeelingen; - recensies en correspondentie.
Het Belfort (Gent. Siffer, M., 6 fr.), Feb. '99. o.a.: Noorsch en Vlaamsch; - bij Antwerpsche schilders; - Jacob Cats; - driemaandelijksch overzicht; - boekennieuws en kroniek.
De Violier (Antwerpen, Lange Nieuwstr., 1/2M., geïll., 2 fr.), Feb. '99: belletrie, kronieken, tooneelnieuws.
La Belgique coloniale (Brussel, r.d. Trône, W., geïll., 7 fr.), Febr., 99, o.a.; le café de Libéria; - la gutta-percha; - bibliothèque congolaise; - procédés de civilisation; - l'âge de la pierre au Congo; - le 1t Gorin; - l'acclimatement; - à travers revues et journaux; - bulletin commercial; - nouvelles congolaises.
Weekblad voor Dames (Amst., Antwerpen-Gent, C. Glorieux W., geïll., 6 fr.), Feb., '99, o.a.: Kostumes voor bals en soirées, morgenkleeding, kinderkostumes, reisgoed voor dames, handwerken, voorjaarmantels; - geknipte patronen voor lijf van bal- of soiréekostume, nachtjak van flanel, caps en visitekleedingen.
| |
| |
Ons Tljdverdrijf (Amst.-Antwerpen-Gent, C. Glorieus, W., geïll., 6 fr.), Feb. '99: grappen, woordspelingen, belletrie.
Nieuwe Belgische Illustratie (Antwerpen, R. Wachtelaar, W., geïll., 8 fr.), Feb. '99, o.a.: belletrie (De Roomsch-Koning, De zegen der ouders is 't geluk der kinderen, de H. Stede te Hasselt, Prins George in Kreta) en platen (zichten, portretten, afdrukken van schilderijen).
Hygiënische Bladen (Amst., J. van Rossen, M., 10 fr.), Feb. '99, o.a.: over kleeding; - kunst om te eten; - schoolhygiëne; - alcohol en praedispositie voor ziekten; - kroniek, varia; - bijblad, o.a.: electriciteit in de praktijk.
Le mouvement hygiénique (Brussel, Lamertin, M., 8 fr.), Jan '99, o.a.: lutte contre la tuberculose; - myopie scolaire; - chronique; - bibliogr.
Germania (Brussel, drukkerij Gutenberg, M., 10 fr.), 1, 4, o.a.: uit de geschied, d. VI. Beweging; - Ndd. Ansiedlung in den Pommerschen Städten; - Nederland en Nederlandsch; - Thesen zur Landarbeiterfrage; - Kroniek, varia.
Revue bibliographique belge (Brussel, O. Schepens, M., 3 fr.), in ieder nr chronique, bibliogr. belge, périodiques belges, bibliogr. étrangère, périodiques étrangers, annonces.
Le Mémorial des assurances (Brussel, rue Gallait, M., 5 fr.) I, 1 et a, o.a.; critérium; - assurances sur la vie; - nos compagnies; - bulletin financier; - législation.
|
|