Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 3
(1898)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds–
[pagina 5]
| |
[Deel 1]Een nieuwe toekomstdroom.
| |
[pagina 6]
| |
beter te maken dan de tegenwoordige; wij moeten namelijk die idealen, die we tot nu toe alleen in onze wetboeken en op onze vaandels hebben geschreven, met onuitwischbare teekenen schrijven in de harten en de denkbeelden van alle menschen..... Dit zwaar, maar dankbaar werk van vele geslachten heeft zijn geniale geest zich nu als grootendeels geslaagd voorgesteld en in Het Jaar 3000, een werk dat hij zelf als ‘een toekomstdroom’ betitelt, schept hij voor kunst, wetenschap, samenleving en menschenliefde een ideaal, dat stellig de moeite der kennismaking loontGa naar voetnoot(1). Waar Bellamy's Looking backwardGa naar voetnoot(2) het zwaartepunt legt in de inrichting van den collectivistischen Staat, wordt in Mantegazza's boek de persoonlijke vrijheid geëerbiedigd en is het er den schrijver vooral om te doen, te wijzen op de evolutie van de wetenschap. Wij willen beproeven eenige gedeelten van zijn werk samen te vatten. | |
II. In hooge Sferen.De roman verplaatst ons al dadelijk in hooge sferen. Een luchtschip namelijk, dat door electriciteit in beweging wordt gebracht en zooals er een ieder, van in de eerste schooljaren reeds, zonder de minste moeilijkheid leert besturen, voert Paul en Maria uit Rome weg, de hoofdstad der Vereenigde Staten van Europa. Sedert vijf jaar zijn zij door den ‘liefdesecht’ verbonden, en nu begeven zij zich naar Anthropolis (Menschenstad), de hoofdstad der Vereenigde Planetarische Staten, aan den voet van 't Himalayagebergte, waar zij hun zooge- | |
[pagina 7]
| |
zegden ‘vruchtbaren echt’ willen vieren, nadat zij van den biologischen raad aldaar de toelating zullen hebben ontvangen om een nieuw geslacht in 't leven te roepen. Vooraf bezoeken zij echter Spezia, waar de Italianen, als in een museum, al de herinneringen aan 't verleden verzameld hebben. En dit geeft Paul - een belezen en geleerd jong mensch - gelegenheid om, tijdens een tochtje per schip (iets als een opgeblazen caoutchoucmantel uit den ballon, door eene zeer kleine electrische machine in beweging gebracht) aan zijne verloofde in de wereldtaal - het Cosmisch - eene les in de geschiedenis te geven. Na steeds gruwelijker oorlogen was in Europa de algemeene vrede aangenomen geworden en de grondsteen gelegd van de Vereenigde Staten. Maar nog waren er te veel hongerigen en ongelukkigen, en het medelijden met de smart, niet de rede, leidde Europa tot het socialismus. Een koning van Italië steeg uit eigen beweging van den troon, om met het socialismus eene proef te nemen. Lang nog duurde de strijd, met woord en pen, tusschen republikeinen, conservatieven en socialisten, tot deze laatsten eindelijk de zege behaalden. Maar..... na eene eeuw zag men in, hoe men, door 't individu te onderdrukken, de dwingelandij van koningen en parlementen door eene nog veel knellender tirannie had zien vervangen, door eene kunstige inrichting ter bescherming van eene namenlooze algemeenheid; hoe de vrijheid gestorven was onder de handen van hen, die ze als iets heiligs hadden verkondigd; hoe alle initiatief, alle familiebestaan, alle levenslust was uitgedoofd geworden. Door eene groote vereeniging van vertegenwoordigers van staats- en natuurwetenschap werd alsdan het socialismus als eene dwaling verworpen en werden de Vereenigde Staten der Wereld gesticht, die door de beste en eerbiedwaardigste mannen, na dubbele | |
[pagina 8]
| |
verkiezing, bestuurd werden. Op de heerschappij der meerderheid zonder oordeel volgde die der aan kennis rijke minderheden; de aristocratie der natuur werd door de menschen nagevolgd en tot grondsteen der samenleving gemaakt. *** Van Spezia komen de verloofden Sicilië over, waar de Etna volkomen uitgedoofd is, en bereiken Egypte, waar, onaangetast, de pyramiden in hare granieten rust zijn blijven staan; maar aan hare voeten bruisten de golven van eene nieuwe zee, waarin de reizigers naar hartelust visch vangen, die aangelokt wordt door eene electrische lamp. Door het machtige werk der menschenhanden is aldus de Afrikaansche woestenij door water vervangen, en dientengevolge is 't klimaat van Europa verscheidene graden afgekoeld. De mensch beheerscht derwijze de krachten der natuur, dat het voldoende was, een sterken stroom warme lucht naar de polen te zenden, om de gletschers te doen smelten, die eeuwen lang een groot deel der poolstreken innamen. *** Vervolgens nemen Paul en Maria op een Engelsch postschip plaats, dat hen naar Ceylon voeren zal, het eiland der proefnemingen, - waarover later. Stoomschepen zijn thans veel kleiner dan vroeger, daar de machine niet meer door damp, maar door electriciteit bewogen wordt: de ruimte voor 't bergen van kolen is aldus uitgespaard geworden. Het zeewater wordt door eene goedkoope en eenvoudige bewerking gedestilleerd, om waterstof, de nieuwe brandstof, te leveren en als drinkwater te kunnen gebruikt worden. Op het schip, dat uit eene legeering van aluminium en irridium bestaat, heeft men rook noch reuk meer te vreezen. De zeeziekte is overwonnen, want zoodra de golven hoog komen, vloeit uit den boeg eene zekere | |
[pagina 9]
| |
olie, die, als bij tooverslag, het pekelveld bedaart. De bijna volkomen beweegloosheid van 't schip laat derhalve op reis tooneelvoorstellingen toe, dans en billardspel. Overal muziek, overal bloemen. Eene rijke bibliotheek naast eene keurige keuken, waaruit de passagiers, door een eenvoudig drukken op een knop, het gewenschte kunnen bestellen. *** Zij komen ook op het Dynamo-eiland (vroeger Andaman), eene der vier groote laboratoria der planetarische kracht; de andere verzamelpunten, waaruit de cosmische kracht - warmte, licht, beweging, enz. - naar alle oorden wordt gestuwd, bevinden zich te Malta, te Fernando di Noronha en op eene der Kurilische eilanden. Dynamo is te gelijk eene stad en eene school, in welker reusachtige werkplaatsen uit alle werelddeelen leerlingen samenstroomen, om het diploma te verwerven van dynamologen, of doctoren te worden in de wetenschap der physische krachten. Hier weer geen reuk, geen stof van kolen. In het eiland, dat met gansch Azië en met Micronesië in verbinding staat, bevindt zich een uitgestrekt museum, dat een overzicht geeft van de aanwending der kracht door de eeuwen heen: de kracht der dieren, de natuurkrachten, damp en electriciteit, die zooveel tot de verbroedering der volkeren hebben bijgedragen en trots alle philosophen en theologen den nieuwen tijd hebben voorbereid. In de 27e eeuw leefde de Engelsche ingenieur Macstrong, voor wien een glimworpje datgene werd, wat de lamp uit de hoofdkerk van Pisa voor Galilei, de vallende appel voor Newton was. Onder den microscoop en met behulp van scheikundige ontledingen bestudeerde hij de geheimste eigenschappen van het protoplasma der levende wezens. Na verscheidene jaren onderzoek vond hij het middel om op kunstmatige wijze, door organi- | |
[pagina 10]
| |
sche samenstelling, het protoplasma voort te brengen, en hij gaf aan zijne methode, die door zijne volgelingen verbeterd werd, den naam Pandynamiek. Uit deze almachtige zelfstandigheid wordt nu op eenvoudige wijze licht, warmte, electriciteit, beweging, magnetismus vrijgemaakt. Peking vraagt, voor een feest ter eere van Confucius, den ganschen nacht hel blauw licht, dat met rood moet afwisselen; - in den tunnel, dien men door het Himalayagebergte boort, heeft men een zeer harden kwartssteen ontmoet en verlangt men nu drievoudige doorslagskracht, - en 't gevraagde wordt gezonden. De algemeene bestuurder van het laboratorium bestudeert op dit oogenblik de methode, om de cosmische kracht de wereld door te sturen zonder behulp van leidbuizen. Geen wonder, dat onze beide reizigers fierder dan vroeger het eiland verlaten, in het bewustzijn menschen te wezen. | |
III. Anthropolis, de Menschenstad.Anthropolis, het middelpunt der planetarische beschaving, werd ten jare 2500 door Cosmet gesticht, een Engelsch burger, den grootsten wetgever der wereld, door wiens bemoeiing vooral de Vereenigde Staten waren tot stand gekomen. Deze stad, die eigenlijk eene conglomeratie van honderd steden zou kunnen heeten, door land- en luchtstraten verbonden, telt tien millioen inwoners. Regelmatig is ze niet; ze volgt de gesteldheid van den bodem. De straten zijn niet als schaakborden aangelegd; de eenige door den bouwmeester in 't oog te houden voorwaarde is dat zij twintig meters breed zijn. Veel openbare plaatsen, met sierlijke boomen, kleurige bloemen, kunstige fonteinen, heerlijke standbeelden. Het plavei- | |
[pagina 11]
| |
sel bestaat uit een mengsel van kurk en caoutchouc, om 't gerucht te dempen van de voetstappen en van de wielen van electrische wagens en rijwielen. Edoch, al heeft men hier geen paarden meer en geen rookende locomotieven met haar schel gefluit, - de electrische land- en luchtvaartuigen zijn niet gansch zonder gerucht, en 't komen en gaan, 't spreken van duizenden menschen die zich in de wereldstad verdringen, dit alles veroorzaakt toch een aanhoudend geraas, minder sterk evenwel dan het in vroeger eeuwen te Parijs en te Londen mocht genoemd worden. In allerlei bouwtrant zijn huizen opgetrokken. De armen en ongehuwden wonen in een huis met éene verdieping, het gelijkvloers; de rijken en gehuwden hebben eene verdieping meer. Elk ongehuwde en elke familie heeft een huis voor zich alleen, en elke woning heeft een tuintje. Het moet wel niet gezegd worden, dat uit het groote dynamische middelpunt der stad, dat rechtstreeks alle kracht uit Dynamo ontvangt, in alle woningen licht, warmte, beweegkracht en water wordt geleid. In alle openbare gebouwen zijn vergaarbakken met vloeibaar koolzuur voorhanden, waarmee een brand in eenige oogenblikken kan worden gebluscht. De huizen worden niet meer gebouwd; zij worden gegoten als standbeelden. Men heeft modellen van huizen in verschillenden prijs, die uit eene plooibare en niet oxydeerende metaallegeering bestaan. Men stelt het model op de plaats waar 't huis wordt gewenscht, en giet er dan de vloeistof in, die, na korten tijd gestold, de buiten- en binnenwanden van 't gebouw vormt. Voor de huizen der armen is het een mengsel van gips en aluminiumaarde, dat hard wordt als steen en verschillend kan gekleurd worden. Daar dit mengsel zeer goedkoop is en 't gieten van eene woning nog geen dag werk vraagt, kan een ieder zich gemakkelijk zelf zijn huis aanschaffen. Er zijn ook mengsels, | |
[pagina 12]
| |
die aan de muren, na behoorlijke polijsting, het uitzicht geven van marmer, van kostbare steenen of van edele metalen. Druk worden de markten bezocht, niet het minst die van bloemen en vruchten. De bloementeelt is met reuzenschreden vooruitgegaan. Niet alleen kan een tuinman in een enkelen ruiker bloemen van verschillende werelddeelen samenbinden, maar ook door behendige kunstgrepen, kunstmatige bevruchting en scheikundige bemesting nieuwe bloemen voortbrengen; tevens is hij er in geslaagd de planten in elk jaargetijde te doen bloeien en hare vruchten te doen rijpen. Bloemen of vruchten, die men des winters in de broeikas heeft gekweekt, zijn in geur noch smaak meer te onderscheiden van diegene, welke onder de machtige werking der zon in de vrije natuur konden gedijen...... *** Op een eersten tocht door de wereldstad heeft ons paartje de gelegenheid te zien hoe het gerecht functionneert. Een jongen heeft op de markt een oranjeappel gestolen. Algemeen geroep: ‘Houdt den dief!’ en ‘Gerechtigheid!’ Een man houdt hem aan (politie is er niet); zes andere komen nader en het ‘gerecht der zeven’ ondervraagt den jeugdigen dief. De zeven personen onderteekenen een briefje, waarop: ‘Een jongeling heeft een oranjeappel gestolen’. Een hunner leidt hem naar het ‘huis der gerechtigheid’, waar tijdelijk verlies van vrijheid de eenige straf is tegen het onvoorzien opflakkeren van atavistische neigingen. Terwijl dieven en moordenaars in 't huis der gerechtigheid opgesloten zijn, tracht men hen van de afschuwelijkheid der begane fout te overtuigen en doet men hun inzien, dat deze eene dwaling was en eene slechte speculatie. Na enkele dagen of weken - zelden maanden - worden ze vrijgelaten, maar aan 't knoopsgat dragen | |
[pagina 13]
| |
de dieven een geel, de moordenaars of andere gewelddadigen een rood lintje, dat ze eerst mogen afleggen wanneer ze door hun gedrag getoond hebben, dat zij in den kring der eeremenschen kunnen terugkeeren. Hervallen zij, dan wordt de gevangenisstraf verdubbeld en moeten ze twee lintjes dragen. Maar dit gebeurt zelden, en, al gaat de zedelijke vooruitgang veel trager dan de geestelijke, toch hoopt Paul, op statistieken steunend, dat die beide eens met elkaar gelijken tred zullen houden. *** Nadat onze verloofden een eersten indruk van de stad hebben opgedaan, gaan zij het regeeringspaleis bezoeken en krijgen al de gewenschte inlichtingen over het bestuur. Uit alle streken der wereld komen eens per jaar en slechts voor eene maand te Anthropolis vertegenwoordigers samen, en houden zich met cosmische vragen bezig, die van algemeen belang kunnen zijn. Bestendig blijven hier slechts weinig beambten, die het werk voor 't volgend jaar voorbereiden. De vertegenwoordigers worden door iedere afzonderlijke streek bij meerderheid van stemmen verkozen (ook de vrouwen bezitten 't algemeen stemrecht) en voor hunne werkzaamheid bezoldigd. De afgevaardigden benoemen in hun midden een opperhoofd, Pancraat genoemd, die een jaar in dienst blijft, en niet herkiesbaar is. Eéne maand per jaar komt, in 't regeeringspaleis, onder 't voorzitterschap van den Pancraat, de hooge raad van Anthropolis samen. Deze bestaat uit de bestuurders der middelbureelen, vier in getal: zij vervangen de ministeriën der vroegere regeeringen en hebben wederzijds tot hunne bevoegdheid den landbouw, de gezondheid, de school, handel en nijverheid. Tijdens de zitting van den hoogen raad begeven zich de bestuurders der provinciën en gemeenten naar Anthropolis, om bijzondere vragen ter oplos- | |
[pagina 14]
| |
sing voor te brengen of eventueele klachten te doen gelden. Elke gemeente, met een syndicus en een niet zeer talrijken raad, bestuurt zich zelve. Iedere provincie heeft een gouverneur en eenen raad, die de wetten voor de gansche streek uitvaardigt, na het oordeel van al de revisoren te hebben ingewonnen. In ieder provincie moet een geneesheer zich met alle openbare gezondheidsaangelegenheden bezighouden. Welke groote vraagstukken liggen in de middelbureelen ter studie? In 't ministerie van landbouw, waar reuzenreliefkaarten hangen van den bebouwden grond en de onbebouwde streken, is de vraag aan de orde, door de anti-Malthusianen opgeworpen: ‘Zullen de overgroote wouden langs den Amazonenstroom in vruchtbare akkers worden veranderd?’ Botanisten, landbouwkundigen, oeconomen zijn het over dit punt niet eens. Het oordeel van de bewoners dier streken is gevraagd geworden, en eenige geleerden zijn ter plaats gezonden, om vooral den invloed na te gaan, dien het uitroeien van duizenden vierkant kilometers woud op het klimaat zou oefenen. Te zamen met de geleerden van 't gezondheidswezen bestudeert de landbouwafdeeling nog het droogmaken der moerasstreken in Afrika, Amerika en een groot deel van Azië (In Europa bestaat sedert lang geen enkel moeras meer). 't Gezondheidsbureel heeft verder nog de volgende quaestiën in behandeling: ten eerste, de afschaffing der ziekten; ten tweede, het verlengen van 't menschelijk leven en het sterven zonder smart noch schrik. ‘Ook in 't jaar 3000 - zegt de geleider - worden de menschen zwak geboren en tot een kortstondig leven bestemd. Hoewel men de pasgeboren kinderen, die kiemen van ongeneeslijke ziekten vertoonen, van kant maakt, blijven toch nog vele onvolmaakte wezens over, | |
[pagina 15]
| |
die dikwerf hunne gebreken op hunne nakomelingen overzetten. Het onderzoeken der echtelingen heeft de erfelijke ziekten wel is waar verminderd; maar ten gevolge van mogelijke dwalingen, alsook door de ondeugd, die zelfs een goed gestel ondermijnt, zijn ze toch nog niet gansch verdwenen. Sedert de 19e eeuw had de geneeskunst een ongehoorden voortgang gemaakt door de ontdekking der microben; maar de ziekten gingen voort met op aarde te heerschen tot in de 25e eeuw, toen een beroemd Fransch geneesheer eene ziektewerende stof ontdekte, die als sublimaat werkt, doch in 't bloed kan gespoten worden zonder de gezondheid te schaden. Wanneer nu de cholera, de gele koorts, de zwarte pest of andere epidemische kwalen in aantocht waren, onderwierp zich de gansche bevolking van 't bedreigde land aan deze nieuwe inenting, en dit met den gewenschten uitslag. Het is echter merkwaardig, dat in landen, waar men het Malthusiaansch principe nog niet heeft aangenomen en waar dus de bevolking verdicht, nieuwe epidemieën ontstaan, waarbij de tegenwoordige inenting geen diensten bewijst. Derhalve zoekt men nu naar deze nieuwe bacteriën en naar het middel om ze te dooden. Het schijnt inderdaad eene noodlottige wet van het wereldleven te zijn, dat, zoodra te veel wezens geteeld worden, eene nieuwe stervensoorzaak optreedt, om het evenwicht te herstellen... Terwijl in de 19e eeuw de gemiddelde levensduur 28 tot 36 jaar was, is die nu 72, ja, in bijzonder gezonde streken 85. Toen stierf onder een millioen menschen misschien éen zonder ziekte, heden daarentegen sterven 30 ten honderd een natuurlijken dood, en men hoopt, dat deze eens de eenige sterfwijze zijn zal.’ Uit de bureelen van onderwijs, wier bestuurder als | |
[pagina 16]
| |
het hoogste genie der wereld wordt beschouwd, worden de noodige opzieners gezonden, om scholen en leermethoden na te gaan en er verslag over uit te brengen. Van andere inmenging van den Staat in de schoolaangelegenheden wil de directeur maar niet hooren. De gemeenten en provinciën organiseeren hare scholen naar believen. De Staat richt alleen examens in voor hen, die een patent als arts, ingenieur, werktuigkundige, enz. verlangen. Ook bestaan in de hoofdstad model- en oefenscholen, en de daar gehuldigde onderwijsmethode wordt meer en meer in andere plaatsen gevolgd. Tot de open vragen, die in de bureelen van onderwijs worden nagegaan, behoort het problema, de vaardigheden van ieder individu te leeren kennen, opdat de onderwijzers de leerlingen kunnen leiden in de keuze van een beroep of den aard van hunne studiën, en de quaestie of de vrouw zich in dezelfde mate als de man aan de studie dient te wijden. Na den buitensporigen geestesarbeid, waaraan de vrouw zich vroeger had overgeleverd, en die een grooten sleep van jammeren en kwalen voor gevolg had, is eene reactie ingetreden, en thans is de vraag nog onopgelost gebleven. Welke de rol is van 't ministerie van handel en nijverheid moge blijken uit het volgende voorbeeld: Voor drie of vier jaar stichtte men in Canada eene groote fabriek voor 't vervaardigen van een nieuw bouwmateriaal: een deeg namelijk van ahornhout met kiezelzuurzouten, die, een slechte warmtegeleider en eene zeer goedkoope bouwstof zijnde, spoedig overal gebruikt werd, wat de fabriek tot overproductie aanzette. Te gelijker tijd kwam op Java eene dergelijke inrichting tot stand, die evenzoo te veel voortbracht. Het middelbestuur maakte de beide fabrieken telegraphisch op den toestand opmerkzaam, en maande haar aan, hare productie tot het noodige te bepalen. Zonder deze inlichtingen hadde eene der twee onvermij- | |
[pagina 17]
| |
delijk bankroet moeten maken. En zoo geschiedt het met andere groote nijverheden, die van uit dit middelpunt wenken en raad ontvangen. Eene andere rol van dit ministerie bestaat hierin, dat de producten van nieuwe nijverheden worden bestudeerd, waarvan de waarde dikwijls niet met de stoute verwachting van de uitvinders overeenkomt; zoo wordt wel veel hoop verijdeld, maar ook menige catastrophe afgewend. Ook voor den handel is dit ministerie geen fiscusbureel (want nijverheid en handel zijn volkomen vrij), maar een bureel van inlichtingen: ieder koopman uit Peking of New-York, Genua of Londen kan per telegraaf op éenen dag de handelsbeweging der gansche wereld, alsmede den aard en de verscheidenheid der scheepsladingen, te weten komen. *** Een enkel woord over financiën en belastingen. De vier groote afdeelingen van het Staatsbestuur deelen het middelbureel van financiën mede, hoeveel voor de algemeene welvaart, de wetenschappelijke ontdekkingen en de openbare gezondheid noodig is. De opperrekenplichtige bepaalt dan eens per jaar, na eene beraadslaging met zijne weinige collega's, welke belasting Anthropolis van de gansche wereld vordert. De gouverneur van elke provincie bepaalt het aandeel van elken burger in die belasting, in verhouding tot zijne geldmiddelen. Het groeit met de inkomsten in meetkundige reeks aan. De armen betalen niets. Dat voor de cosmische kas. Maar iedere gemeente heeft ook haar bijzonder geldbeheer, en ook hier worden dezelfde regels gevolgd. Iedere provincie heeft een bureel van reclamatiën voor hen, die zich te hoog aangeslagen achten, en in Anthropolis is een bureel van reclamatiën voor de wereld- | |
[pagina 18]
| |
belasting. Dit laatste bureel oordeelt zonder beroep. Overigens zijn de protestatiën hoogst zeldzaam. Geld is sedert geruimen tijd niet meer in omloop. Er bestaan alleen kaartjes, alle van dezelfde grootte, maar naar verschillende waarde ook verschillend van kleur, die den stempel dragen van 't ministerie van financiën, en waarop de naam van den bezitter(!) en de waarde geschreven worden, alsmede de naam van eenen optimaat. Optimaten zijn de eerbiedwaardigste, rijkste en meest geachte burgers van 't land, aan wie de hooge raad der regeering, met dien eeretitel, 't recht verleend heeft om, elk naar zijn persoonlijk vermogen, eene verschillende reeks kaartjes te teekenen. Vuile of volgeschreven kaarten kunnen bij de centraalkas van den Staat ingewisseld worden. Tweemaal 's jaars komt in gemeenten en provinciën de financieraad te zamen, om het norma van den geldomloop vast te stellen. Dat deze munt in alle landen dezelfde waarde heeft, hoeft nauwelijks gezegd. En dat het door den schrijver bedachte stelsel (waarvan wij enkele bijzonderheden, als verlies en verbranding bv., achterwege laten) verre van volmaakt is, zal de lezer al dadelijk hebben ingezien. *** Bij hunne verdere bezoeken nemen Paul en Maria een kijkje in verschillende gebouwen, als daar zijn: de gymnastiekzaal, de lagere en de middelbare school, de Universiteit...... In de gymnastiekinrichting worden alle vormen van sport geleerd, want ieder zou zich onteerd voelen, zoo hij op zijn twintigste jaar nog niet kon zwemmen, rijden, loopen, springen, worstelen. Het behoorlijk oefenen der spierkracht heeft dan ook aan nerveus en ander lichamelijk lijden grootendeels een einde gesteld. Speciale wedstrijden, voor de beide geslachten afzonderlijk, en gemengde athletenfeesten grijpen van tijd tot tijd plaats. | |
[pagina 19]
| |
Maar ook tot versterkingskuren wordt de inrichting gebruikt. Afgematte geleerden kunnen zich in éene maand tot sterke reizigers zien vervormen. Massage geschiedt door middel van een electrischen motor. Mechanische rij paarden verlevendigen den bloedsomloop. Velerlei andere toestellen zijn uitgedacht geworden. Bij gymnastische bewegingen, die vaak moeten herhaald worden, komt eene zachte muziek de verveling verdrijven. *** In de lagere school, die aan al de eischen der gezondheidsleer voldoet, vinden de bezoekers de leerlingen bezig met schrijven. Het schrift is thans eene stenographie, waarbij de klinkers weggelaten of door hoogst eenvoudige teekens uitgedrukt worden, zoodat het tienmaal vlugger gaat dan vroeger. Na hun zesde jaar worden de kinderen ter school aangenomen; bijna allen hebben reeds te huis lezen en schrijven geleerd. Zij blijven hier drie jaar, knapen en meisjes samen, door mannen of vrouwen onderwezen, al naar de keuze der ouders. De kinderen betalen bijna allen schoolgeld; alleen voor de armsten zorgt de Staat. De lessen duren maar drie uren daags, met twee vrije dagen per week. Men onderwijst er practisch moraal, rekenen, een weinig geschiedenis, de kunst om eenige gedachten in de cosmische taal uit te drukken, de grondwaarheden van physica, chemie en natuurwetenschappen, die voor het practisch leven onontbeerlijk zullen zijn. Godsdienstonderwijs wordt niet gegeven; daar zorgt de familie voor. In de middelbare school doet men wetenschappelijke of literarische studiën. Oude talen komen niet meer op 't programma voor. In de beide groepen vormen geschiedenis en aardrijkskunde het geraamte van het onderwijs. Talrijke laboratoria en werkplaatsen staan met | |
[pagina 20]
| |
de studiezalen in verbinding. Na voleindigde studiën wordt een streng examen afgenomen en een getuigschrift verleend van algemeene ontwikkeling. In de Hoogeschool is het aantal leeraarsstoelen onbeperkt. Terwijl men een streng examen moet afleggen alvorens als onderwijzer in lagere of middelbare school gediplomeerd te worden, is er geen examen noodig om in de Universiteit een katheder te beklimmen; men moet alleen op eigen gedrukte werken kunnen wijzen en aan den hoogen schoolraad eene aanvraag zenden. Ook vrouwen doceeren er, en op de banken zitten leerlingen van beide geslachten naast elkaar. Paul en Maria wonen er eene les bij, die handelt over de ‘geschiedenis der menschelijke dwalingen; invloed der hartstochten op het logisch denken.’ Het is eene critiek van de instelling der jury, waarbij niet de wetenschap of de kennis, maar de zelfzucht en het medelijden het laatste woord spraken. (Wordt voortgezet) P.A. |
|