Algemeen bestuur van het Willems-Fonds.
Aan den hr. Minister van Binenlandsche Zaken en aan de hh. Voorzitter en Leden van den Gemeenteraad te Brussel werd het volgende verzoekschrift gezonden:
Hooggeachte Heeren,
Het blijkt dat in de Brusselsche Volksconcerten en Concerten van het Conservatorium stukken van Vlaamsche componisten slechts uitgevoerd worden, wanneer de kunstenaars toelaten dat hun Nederlandsche tekst vervangen worde door een Fransche vertaling, en dat wie deze voorwaarde niet aanneemt, uit de programma's van deze concerten gesloten blijft.
Men beweert dat Tinel alleen de uitvoering van zijn Godelieve verkreeg, met zich aan deze voorwaarde te onderwerpen en dat van de uitvoering van Benoit's Kindercantate afgezien werd omdat ze niet mocht in 't Fransch gebeuren.
De jaarlijksche Algemeene Vergadering van het Willems-Fonds is van oordeel dat het Gemeentebestuur van de Hoofdstad des lands zijn ondersteuning aan deze Concerten niet zou mogen verleenen dan op voorwaarde dat de werken van onze Vlaamsche meesters met hun Nederlandschen tekst worden uitgevoerd.
Het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds is zoo vrij U bij dezen daar kennis van te geven en de hoop uit te drukken dat door U welwillend zal worden ingezien dat de Vlamingen uit deze door U ondersteunde inrichting niet mogen gesloten blijven.
Namens het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds:
G.D. Minnaert, Voorzitter.
J. Vercoullie, Secretaris-Schatmeester.
Gent, den 30 Maart 1898.