| |
| |
| |
Verslag van het bestuur der afdeeling Brugge.
(Juli 1895 - Juli 1897.)
De Brugsche Afdeeling van het Willems-Fonds vierde dit jaar de vijf-en-twintigste verjaring van hare stichting, in 1872.
Hare leden, maar vooral haar verkleefde voorzitter stelden haar, door milde inteekening op eene daartoe omgezonden inschrijvingslijst, in staat om dit jubeljaar met buitengewonen luister te vieren.
Het welgelukken van die inschrijving is vooral te danken aan de voorbeeldelooze opoffering der Meikoningin, Mev. Calliouw, en der Meiprinses Mej. Ost, bijgestaan door de dochter van onzen Meikoning, Mej. M. Paret. Aan deze drie dames zegt ons Bestuur, namens het geheele Willems-Fonds hier hartelijk dank, en drukt tevens de hoop uit nog steeds voort op zooveel toewijding van wege zijne vrouwen-leden te mogen rekenen. Zoo zijn vele schoone en groote dingen mogelijk.
Het Jubelfeest bestond vooral uit een heerlijk Vlaamsch Festival, - op 29 April in Stadsschouwburg, - waarvan wij het programma hier meedeelen en dat een bijval verwierf, die in de kunstgeschiedenis van Brugge zal geboekt blijven.
Eerste deel.
|
1. |
Fantasia op oude Vlaamsche liederen, voor orkest, bewerkt door |
L. Hinderyckx. |
2. |
Melodieën: a) Treurig zingen |
Mev. Van Gheluwe. |
|
b) De weide slaapt |
H. Waelput. |
|
te zingen door den heer Aug. Van Gheluwe, tenor. |
|
3. |
Drie Vlaamsche dansen, voor orkest |
Jan Blockx. |
| |
[pagina XXXVI]
[p. XXXVI] | |
4. |
Melodieën: a) Jeugd en liefde |
H. Waelput. |
|
b) (In memoriam) Wiegelied. |
Johs Brahms († April 1897). |
|
te zingen door Mej. Lucy Van Ouytsel, mezzo-soprano. |
|
5. |
Droomerij, voor snaartuigen |
Alf. Wybo. |
6. |
a) Mijn moederspraak, door het Vrouwenkoor |
Peter Benoit. |
|
b) Lentefeest, voor gemengd koor en orkest. |
Karel Mestdagh. |
Tweede deel.
|
7. |
Memlinc's marsch, voor orkest |
H. Waelput. |
8. |
Melodieën: a) Mijn liefje, wils du rozen |
A. Wybo. |
|
b) De ghetrouwe minnare |
Id. id. |
|
te zingen door den heer Aug. Van Gheluwe. |
|
9. |
De Wind, cantate van Em. Hiel |
Leo Van Gheluwe. |
|
(Prijskamp van Rome van 1865), voor soli, gemengd koor en orkest (300 uitv.). |
|
Daarbij, op 7 Februari 1897 kwam nog een galabal, dat schitterend in ieders geheugen zal aangemerkt blijven, als een zoo hartelijk als luisterrijk familiefeest.
Op 2n Sinksendag, werden de jubelfeesten bekroond met eene Algemeene Samenkomst van alle Afdeelingen, waarvan het belangwekkend verslag in het Tijdschrift verschenen is. Dit Vlaamsch Congres werd gevolgd door een echt broederlijk feestmaal, waar meer dan 60 onzer leden en gasten aan deel namen.
Om het jubeljaar te vieren heeft men zich ook beijverd aan de gewone werkzaamheden zooveel luister mogelijk bij te zetten, en aan de reeks er van de grootste volledigheid tegeven, die onze middelen ons toelieten.
Dit zal blijken uit de volgende opsomming.
| |
I. Leden.
Gevolg gevend aan de opmerking, die verleden jaar aan de Afd. Antwerpen gedaan werd, tijdens haar zilveren jubelfeest,
| |
[pagina XXXVII]
[p. XXXVII] | |
heeft onze Afdeeling getracht eerst een reden tot jubelen te vinden in den aangroei van haar ledental. Dit is ons in aanmerkelijke mate gelukt. Van het getal 232, het voorgaande jaar als slotcijfer aangegeven, zijn we heden gestegen tot het getal 261.
Laat ons, nu het jubeljaar haast voorbij is, toch niet verwaarloozen voor dergelijken aangroei, waar al de voorspoed van onze bloeiende Afdeeling aan verbonden is, voort en vlijtig te zorgen. Die zending is aan al onze leden, die eenig belang in onze veelzijdige en gevolgrijke werkzaamheden stellen, met goed vertrouwen opgedragen.
| |
II. Werkzaamheden.
Concert-Voordrachten. - Ze waren wel, als voorgaandelijk, slechts ten getale van twee, maar de puike inrichting en de buitengewone bijval hebben ze waardig gemaakt van onzen jubeltijd.
De eerste greep plaats op 22 Nov. 1896, in de volle Concertzaal met de medewerking van Mej. Irma Lozin, van Gent, den heer Maurits Sabbe, van Brussel, als zangers, de heer De Post, van Brugge, als cellist en ons steeds verdienstelijker en kunstiger wordend quartett, d.i. de heeren O. Claeys, F. Calliouw, L. De Post en L. Lescrauwaet, die we hier nogmaals uit ganscher harte voor hunne trouwe toewijding danken.
De spreker was Hoogleeraar Paul Fredericq van Gent, die zich warm toejuichen deed met eene prachtige rede over de Eenheid van den Nederlandschen Stam.
De tweede greep plaats op 21 Maart 1897, mede in de Concertzaal. Zij verheugde zich in de medewerking van enkel in Brugge verblijvende kunstenaars. Als zangeres Mej. L. Van Ouytsel, die een uitbundigen bijval verwierf, als welgedrilde leerlinge van A. Wybo; de solisten op de piano waren twee andere verdienstelijke leerlingen van denzelfden kundigen leeraar, de heeren D. De Laere en L. Houtsaegher, die ook den
| |
[pagina XXXVIII]
[p. XXXVIII] | |
warmstem bijval mochten inoogsten. Ons immer strijd- en strijkvaandig puikquartett luisterde natuurlijk dit feest weer schitterend op.
De redenaar was Dr P. Tack, een goede kennis van vroeger, die zeer belangwekkend handelde over den Strijd om den aardbodem. Aan al die bereidwillige en kunstige medewerkers onzen rechtzinnigsten dank.
Dameszittingen. - Deze belangwekkende familiale samenkomsten waren het vorig jaar ten getale van twee, maar bijzonderlijk goed verzorgd. Zij ontleenden nieuwen luister en aantrekkelijkheid aan de zaal waarin ze gegeven werden. We konden onze kas belasten met de kosten, om die aantrekkelijke vergaderingen in de Conferenciezaal der St Jacobsstraat te doen plaats grijpen. Dit hopen wij voort te kunnen doen met het getal op twee of drie bepaald te houden, ten ware de groei onzer middelen meer toeliet. Zij grepen dit jaar plaats op 26 December 1896 en 14 Maart 1897 en genoten veel bijval en een talrijk opkomen van leden.
Feest den jeugd. - Ten gevolge van de onvoldoende beantwoording aan den oproep tot medewerking van kinderen onzer leden, werd dit belangwekkend feest, dat voor een hoofddeel reeds gansch was voorbereid, tot later tijd, namelijk het begin van aanstaanden winter, uitgesteld.
Zomerfeest. - Verschillende omstandigheden, vooral het weer, hebben het Zomerfeest, op 27 Juni ll. gegeven in ‘Het Hof van Brugge’, lokaal der St-Sebastiaansgilde, ons bereidwillig daarvoor toegestaan, gedeeltelijk doen mislukken en zonder uitslag blijven. De vraag is aan 't Bestuur onderworpen hoe daarin verder zal worden voorzien.
Wekelijksche avondstonden. - Hoe groot de bijval dezer nuttige kunst en letterfeesten vroeger was, dit jaar werd er de vroegere bijval en de degelijkheid van overtroffen.
Een jubeladem voer door ieder dezer genotrijke samenkomsten. Het grootste aandeel komt weer toe aan de fijne en
| |
[pagina XXXIX]
[p. XXXIX] | |
trouwe kunstenaars O. Claeys, L. Depost, F. Calliouw en L. Lescrauwaet, ons onwaardeerbaar quartett, dat van het publiek dier avondstonden een echt uitgelezen publiek van fijne kunstdilettanten heeft weten te maken. Ook heeft de welverdiende faam van die verkleefde en uitstekende kunstenaars van ons quartett zich niet alleen in, maar ook buiten Brugge verspreid en worden ze reeds elders gevraagd, waar het zaak is door echte kunst goed opgevatte feesten op te luisteren.
Bij hen moeten we hier ook den puiken klavierkunstenaar Edw. Daneels voegen, die menigen avond opluisterde met een uitgelezen concert op de piano.
Aan die allen nogmaals onze warmste hulde met onzen innigsten dank.
Ook aan de sprekers, die, zoo belangloos als bereidwillig, in ons midden opkwamen en er zoo leerrijk en kundig over allerlei vraagpunten handelden, roepen wij dank uit den grond des harten. Mocht die onontbeerlijke medewerking ons nog lang toegezegd blijven, dat is onze bestgemeende wensch.
Ziehier de lijst dezer belangrijke onderwerpen met die der sprekers die ze behandelden.
1 November 1896. J. Vercoullie: Van Maerlant als christen democraat. |
14 November 1896. J. Sabbe: Uit de geschiedenis van het onderwijs. |
21 November 1896. H. Sabbe: De reukzin bij de kerfdieren. |
28 November 1896. H. Demarez: P. Benoit. |
5 December 1896. Van Hollebeke: De Vlaamsche schilderschool. |
12 December 1896. C. De Bruyne: Over de cellen. |
19 December 1896. G. Staes: Vervalsching der eetwaren. |
9 Januari 1897. H. Meert: De uitgebreidheid van ons taalgebied. |
16 Januari 1897. F. Van Eecke: Onze rechterlijke instellingen door de eeuwen heen. |
| |
| |
23 Januari 1897. K. De Poortere: Onze taal in wet en gerecht. |
30 Januari 1897. C. Huysmans: Over den duivel. |
6 Februari 1897. M. Sabbe: Onze steden. |
13 Februari 1897. J. ten Berge: Schoolcoloniën. |
20 Februari 1897. M. Seligmann: De X stralen. |
27 Februari 1897. A. Raes: De turnkunst. |
6 Maart 1897. G. Thomas: Het oude Brugge. |
20 Maart 1897. Van de Velde: Ons binnenhuis. |
27 Maart 1897. J. Frederichs: Over Vaderlandsliefde. |
3 April 1897. M. Verkest: Over Brugge. |
9 April 1897. H. Ost: Vijf-en-twintig jaar in en om het Willems-Fonds te Brugge. |
Volksvoordrachten. - Wij hadden ons verbonden dit jaar eene reeks van 5 of 6 volksvoordrachten te geven. Ook werd ons gevraagd daarvoor opzettelijk eene lijst van inschrijving onder de leden te laten rondgaan. Dit laatste punt hebben wij niet ten uitvoer gebracht vooreerst omdat reeds de lijst voor de jubelfeesten in omloop was geweest, en ten tweede omdat deze de middelen aan de hand deed om ook daarmee de volksvoordrachten te kunnen geven. De reeks is van 5 volksvoordrachten geweest, waarvan eene zelfs den dienst van meeting deed.
De 1e op 29 Nov. door adv. Alb. Thooris over de Legerquaestie.
de 2e Meeting met adv. Alb. Fredericq en adv. De Poortere over de Wet De Vriendt.
de 3e op 31 Januari door prof. H. Meert: Waar spreekt men Vlaamsch?
de 4e op 7 Febr. door leeraar F. Van Eecke: Hoe men in de middeleeuwen strafte.
de 5e op 21 Febr. door Dr Dumon: Legerhervorming en gewapende natie.
Eene 6e voordracht zal waarschijnlijk gevoegd kunnen worden bij de reeks van het aanstaande bestuurjaar.
| |
| |
University-Extension. - Dit jaar, ten gevolge van de geringe optreding in het voorgaande jaar, zijn de leergangen, alhoewel zeer belangrijk en door de beste hoogleeraren toegezegd, geschorst gebleven. Denkelijk zal aanstaanden winter de heropening beproefd worden, na aanvulling van het gedeeltelijk ontredderde comiteit.
Volksboekerij. - Zij heeft 680 boeken uitgeleend.
11 Julifeest. - Wij stelden ons wel voor dit jaar, het 10e sedert de onthulling van het Breidelmonument, aan een luisterlijk 11 Julifeest jubelend meê te werken. Onze wensch is niet kunnen verwezenlijkt worden.
Vruchteloos hebben wij ons tot de Breidelcommissie gewend opdat zij een goed initiatief zou nemen. De Breidelcommissie heeft tegen een onoverkomelijke hindernis gestuit en moest ons zonder antwoord laten tot den tijd dat handelen niet meer mogelijk was.
Dan hebben wij den oproep beantwoord van den Gildebond, om deel te nemen met onze Vlag aan de concert-voordrachten van 8 Juli in de Renbaan, er wel bijvoegende dat wij ons aanstaande jaar tot de Brugsche kringen zouden wenden om voortaan op 11 Juli feesten te hebben, die minder eenzijdig zijn opgevat en ingericht, en steeds waardiger gemaakt worden van de reden, die hun het aanzijn gaf.
Onderhandelingen met de Stad. - Het lag in ons verlangen de Breidelfeesten op te luisteren met een tweede uitvoering van ons prachtig festival, ditmaal of kosteloos of aan lagere prijzen opengesteld voor een ruimer publiek dan enkel onze leden.
We wendden ons daartoe tot het gemeentebestuur, tijdig genoeg om op een aandeel te mogen rekenen van de 6,000 fr., die voor de gemeentefeesten bestemd zijn in het stadsbudjet. We vroegen slechts 500 fr. voor een concert, dat er ons 1700 kostte en dat mede deel uitmaakte van de jubelfeesten ter eere van den Bestuurder onzer stedelijke muziekschool, onzen vriend
| |
| |
en ons medelid Leo Van Gheluwe. Om die 500 fr. nog beter te wettigen, verbonden wij ons tegenover de stad 100 kostelooze ingangkaarten, voor aan te wijzen leerlingen der Muziekschool, heschikbaar te stellen, en heele reeksen plaatsen aan zulke prijzen toegankelijk te maken, dat zenagenoeg kosteloos waren voor het publiek. Onze vraag, eerst aan college engemeenteraad gericht, werd enkel in naam van het college beantwoord met eene weigering zonder opgave van reden. We dachten voor een misverstand te staan en schreven een tweeden brief, nu bepaaldelijk en alleen aan den gemeenteraad. Onze brieven werden niet voorgelezen. Men verzond onze vraag naar eene geheime zitting, onder voorgeven dat we polemiek hadden verwekt. En alweer zonder gekende redenen werd onze vraag verworpen.
Ook de Wandelzaal van den Schouwburg werd ons geweigerd, onder voorwendsel, dat openbare gebouwen nooit voor politieke doeleinden werden toegestaan. Daartegen protesteerden wij bij brieve, inroepende dat het Willems-Fonds naar zijne grondslagen zich steeds buiten alle werkdadige politiek had gehouden en houden wilde, en dat de Algemeene Vergadering, waarvan we overigens een dagorde hadden meêgedeeld, volkomen buiten alle partijpolitiek en op een grond van taal-, kunst-, opvoed- en geschiedkundige vraagpunten bleef.
Deze brief bleef onbeantwoord.
Alfons Wybo. - Dit verslag mogen we niet sluiten zonder de eereplaats te geven aan eene warme hulde voor hem, die dit jaar zich voor onze Afdeeling het meest verdienstelijk heeft gemaakt. Wij bedoelen den zoo kundigen als verkleefden voorbereider en leider van ons groot concert: Alfons Wybo.
Hij heeft zich als een meester in de kunst van besturen gekweten. Een talloos publiek heeft dat erkend door onverdeelde toejuichingen. Maar wij weten wat zulke uitvoering en zulke voorbereiding aan moeite, inspanning, zelfopoffering
| |
[pagina XLIII]
[p. XLIII] | |
kosten. Dit alles hebben wij gezien en het heeft ons in eene bewondering gebracht, die dieper en dieper tot eene onvergankelijke toegenegenheid, is overgegaan. 't Is geen pleegvorm als we aan dien held der zelfopofferende verkleefdheid, aan dien te weinig gewaardeerden kunstenaar hier een dank toeroepen, die al onze harten vereenigt.
Iets spijt ons: dat is dat we met Wybo en dat concert onzen droom niet hebben kunnen uitvoeren om naar Brussel, naar Oostende, naar Blankenberge te gaan gedurende het tentoonstellings- en het badseizoen.
Maar uitgesteld is niet verloren. We zullen wel eens, met hem en een groot werk, naar grootere steden gaan om daar te laten blijken wie hij is en wat wij met hem kunnen.
Wij besluiten dit verslag met den kreet: Heil en dank aan Alf. Wybo, aan wien we den luister van ons jubeljaar verschuldigd zijn!
| |
Rekening over het dienstjaar 1896-1897.
Ontvangsten.
|
In kas van het vorige dienstjaar |
fr. 19 13 |
Aandeel in de bijdragen der leden |
fr. 809 50 |
Buitengewone toelagen van het Alg. Bestuur |
fr. 105 00 |
Gift van den heer Bon R. de Vrière |
fr. 500 00 |
Inschrijvingen voor de jubelfeesten. enz. |
fr. 1,823 55 |
Vergoeding wegens bestelling van uitgaven. |
fr. 12 00 |
Totaal der ontvangsten |
fr. 3,269 18 |
Uitgaven.
|
Concert-voordrachten |
fr. 363 35 |
Volksvoordrachten |
fr. 86 69 |
Zaterdagzittingen |
fr. 106 31 |
Dameszittingen |
fr. 115 55 |
Vlaamsch festival. |
fr. 1,693 13 |
Galabal |
fr. 259 62 |
Over te dragen. |
fr. 2,624 65 |
| |
| |
Overdracht. |
fr. 2,624 65 |
Huur van piano |
fr. 117 00 |
Volksboekerij |
fr. 176 58 |
Bestuurkosten en verzending van uitgaven |
fr. 161 19 |
Buitengewone uitgaven |
fr. 73 02 |
Achterstallige rekeningen |
fr. 107 00 |
Totaal der uitgaven |
fr. 3,259 44 |
Blijft in kas |
fr. 9 74 |
De Secretaris,
H. Ost.
De Voorzitter,
Bon R. de Vrière.
|
|