Reglement van inwendige Orde van het Algemeen Bestuur.
Art 1. De leden van het Algemeen Bestuur houden geregeld alle twee weken eene zitting op door hen bepaalde dagen en uren.
Alleen in de laatste zitting der maanden November, Januari, Maart, Mei, Juli en September of in andere daartoe opzettelijk bijeengeroepen buitengewone zittingen kunnen besluiten genomen worden over: 1o het benoemen van den voorzitter, secretaris-schatmeester en boekbewaarder en van toegevoegde bestuurleden of plaatselijke comiteiten; 2o het stichten van Afdeelingen; 3o het uitgeven van boekwerken; 4o het verleenen der toelagen; 5o de rekeningen en begroetingen; 6o het goedkeuren van adressen en verzoekschriften; 7o alle andere vraagpunten waarvan een of meer bestuurleden, buiten Gent verblijvende, het uitstel tot die zittingen vragen.
Tot het bijwonen der zittingen in de voorgaande § vermeld, worden aan de leden van het Bestuur, die buiten Gent verblijven, hunne reiskosten vergoed.
Art. 2. Buitengewone zittingen worden gehouden:
a) op beslissing van het Bestuur,
b) op bijeenroeping van den voorzitter in dringende gevallen,
c) op aanvraag van 3 leden van het Bestuur.
Art. 3. Al de leden van het Bestuur zijn gehouden op de zittingen, tot het bijwonen waarvan de reiskosten der bestuurleden buiten Gent verblijvende vergoed worden, tegenwoordig te zijn op straf van eene boete van 1 fr., welke ook de oorzaak hunner afwezigheid zij.
De te Gent verblijvende leden van het Bestuur zijn gehouden alle andere gewone en buitengewone zittingen, alsook de Algemeene Vergaderingen, die te Gent plaats hebben, bij te wonen, op straf van eene boet van 0,50 fr., welke ook de oorzaak hunner afwezigheid zij.
Zij die te laat komen, alsook zij die de zittingen vóór de sluiting verlaten, betalen de helft dier boeten.
Art. 4. Elk lid van het Bestuur is gehouden van ieder door het Willems-Fonds uitgegeven werk binnen den tijd van eene maand na de verschijning eene korte beoordeeling in te leveren, bestemd om in een tijdschrift of dagblad opgenomen te worden, zulks op boet van 1 fr. Van deze laatste verplichting mag het Bestuur nochtans om bijzondere redenen eenige zijner leden vrijstellen.
Art. 5. De boeten zullen in de maand September door de zorgen van den secretaris ingezameld worden.
De bestuurleden, die hunne boeten weigeren te betalen worden geacht hun ontslag te nemen.
Art. 6. Het Bestuur beschikt over de opbrengst der boeten zonder er eenige rekenschap over verschuldigd te zijn.