Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 2
(1897)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds–
[pagina 1]
| |
[Officiëel gedeelte (vervolg)]Algemeene Grondslagen van het Willems-Fonds.Artikel 1. Het Willems-Fonds is gesticht ter aanmoediging van de studie en het gebruik der Nederlandsche taal en ter behartiging van alles wat kan bijdragen tot de verstandelijke en zedelijke ontwikkeling der Vlaamsche bevolking, ten einde op die wijze den algemeenen nationalen volksgeest in België te versterken. Art. 2. Dit Fonds ontleent zijnen naam aan J.F. Willems, den man, die in zijn leven zooveel heeft gedaan in de bij het vorig artikel aangeduide richting. Art. 3. Al wie het doel der instelling wil helpen bereiken en zich bereid verklaart tot het betalen eener jaarlijksche bijdrage van ten minste zes frankGa naar voetnoot(1), of, voor Noord-Nederland, drie gulden, wordt als inschrijver aangenomen. Om als lid eener Afdeeling aangenomen te worden, kan bovendien door het Afdeelings-reglement de voorwaarde gesteld worden, dat de inschrijver de meerderheid der stemmen in eene gewone zitting van het Bestuur der Afdeeling of van eene daartoe aangestelde Commissie van balloteering moet bekomen. De Afdeelingen hebben insgelijks het recht in hare reglementen te bepalen dat, indien een lid het vertrouwen zijner medeleden heeft verloren of indien zijn gedrag in 't geheel niet overeenkomt met den geest en het doel van het Willems-Fonds, het Bestuur der Afdeeling tot zijne uitsluiting kan overgaan. Nochtans zal zulk lid van het Afdeelingsbestuur schriftelijk mogen eischen dat eene Algemeene Vergadering der Afdeeling bijeengeroepen worde ten einde over zijne verwijdering te beslissen. Wie van zijne inschrijving wil afzien moet daarvan vóór 1 November schriftelijk kennis geven aan het Algemeen Bestuur. Art. 4. Het Willems-Fonds heeft zijnen zetel te Gent en wordt beheerd door een Algemeen Bestuur, samengesteld uit een en twintig leden, waarvan ten minste acht te Gent moeten verblijven. Het Algemeen Bestuur kiest, uit de acht laatstgemelde leden, zijnen voorzitter, secretaris-schatbewaarder en boekbewaarder. Art. 5. Het Algemeen Bestuur mag aan inschrijvers, in dezelfde gemeente of in twee of meer naburige gemeenten woonachtig toelaten zich te vereenigen en in te richten als Afdeeling van het Willems-Fonds, ten einde aldaar in den geest der instelling werkzaam te zijn. Het mag ook, met hetzelfde doel, in plaatsen, waar geene Afdeeling gevestigd is, hetzij personen met den titel van toegevoegd bestuurlid, hetzij comiteiten van drie of meer leden aanstellen. | |
[pagina 2]
| |
Het mag aan studenten eener hoogeschool of eener andere inrichting van hooger onderwijs toelaten eene afzonderlijke Studentenafdeeling te vormen. Art. 6. Telken jare treden zeven leden van het Algemeen Bestuur af. Zij zijn (ter uitzondering van den voorzitter, den secretaris-schatmeester en den boekbewaarder) niet dan na verloop van één jaar weer verkiesbaar. De orde der aftreding wordt door het lot bepaald. Deze gedeeltelijke vernieuwing van het Bestuur gebeurt jaarlijks in eene Algemeene Vergadering der inschrijvers, welke in den loop der maand October of uiterlijk den 1n November te Gent wordt bijeengeroepen. Er wordt afzonderlijk gestemd: 1o Voor de acht leden, die, krachtens artikel 4, te Gent moeten verblijven. Deze leden mogen niet terzelfder tijd bestuurleden zijn der Gentsche Afdeeling. 2o Voor de andere leden. Van deze mogen niet meer dan twee tot dezelfde Aldeeling behooren. Art. 7. De verkiezing van het Algemeen Bestuur geschiedt bij geheime stemming. Ieder stemmer schrijft op zijn briefje zooveel namen als hij verkiest. Bij de stemopneming wordt slechts de eerste naam van ieder briefje afgelezen. Zoodra iemand een getal stemmen bekomen heeft gelijk aan het getal stemmers verdeeld door het getal openstaande plaatsen, is hij gekozen: zijn naam wordt op de verdere briefjes niet meer in aanmerking genomen en door den volgenden vervangen. Zijn er nog openstaande plaatsen, zoo geschiedt op dezelfde wijze eene tweede opneming der briefjes, waarop nog onafgelezen namen staan, en, desnoods, een derde en meer, totdat al de namen afgelezen zijn. Zijn er dan nog openstaande plaatsen, zoo zijn gekozen zij, die, zonder het vereischte getal te bereiken, de meeste stemmen bekomen hebben, en, bij gelijkheid van stemmen, de oudste. Art. 8. In de vergadering bij artikel 6 vermeld, wordt door het aftredend Bestuur een schriftelijk verslag over zijne werkzaamheden met de rekening zijner ontvangsten en uitgaven en een ontwerp van algemeene begrooting voor het volgende jaar aangeboden. Art. 9. De dagorde dezer vergadering moet ten minste 14 dagen voorop aan al de inschrijvers gezonden worden. Zij zal alle voorstellen bevatten, welke door Afdeelingen of inschrijvers aan het Algemeen Bestuur vóór 1 September zullen ingezonden zijn. Al de inschrijvers hebben toegang tot de Algemeene Vergadering, en mogen er aan de beraadslagingen deelnemen. Het stemrecht behoort echter alleen aan de vertegenwoordigers der Afdeelingen en der inschrijvers buiten de Afdeelingen. De Afdeelingen benoemen hare vertegenwoordigers hetzij uit haar midden, hetzij uit de andere inschrijvers. Elke Afdeeling van 50 en minder leden benoemt éénen afgevaardigde; talrijkere Afdeelingen éénen afgevaardigde voor elke 50 leden of deel van 50. | |
[pagina 3]
| |
Als vertegenwoordigers der inschrijvers buiten de Afdeelingen benoemt het Algemeen Bestuur, uit zijn midden of uit de toegevoegde bestuurleden, éénen stemgerechtigde voor elke 50 inschrijvers. Het getal der stemgerechtigden voor de Afdeelingen en voor de inschrijvers buiten de Afdeelingen wordt geregeld naar het getal der leden of inschrijvers, die op 1n Juli, welke de Algemeene Vergadering voorafgaat, de bijdrage als inschrijver hebben betaald. Elke stemgerechtigde heeft ter vergadering ééne stem. Da besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen, tenzij wanneer het eene wijziging der Algemeene Grondslagen geldt, in welk geval de meerderheid der twee derden wordt vereischt. Art. 10. Andere Algemeene Vergaderingen, waarvan de dagorde ook ten minste 14 dagen voorop aan al de inschrijvers zal moeten gezonden worden, kunnen gedurende het jaar bijeengeroepen worden, hetzij te Gent, hetzij in andere steden, waar Afdeelingen van het Willems-Fonds gevestigd zijn. In deze buitengewone Algemeene Vergaderingen mogen geene besluiten tot wijziging der Grondslagen, noch tot wijziging der begrooting genomen worden. Art. 11. Geene Afdeeling kan tot stand komen dan met een getal van ten minste 10 leden. In dezelfde gemeente mag niet meer dan ééne Afdeeling bestaan. Nochtans mag daar, waar reeds eene Afdeeling bestaat, nog eene afzonderlijke Studentenafdeeling, en omgekeerd, daar waar reeds eene Studentenafdeeling bestaat, eene andere Afdeeling gevormd worden. Art. 12. Zoodra 10 inschrijvers, in dezelfde of in twee of meer naburige gemeenten woonachtig, den wensch uitdrukken eene Afdeeling tot stand te brengen, worden door het Algemeen Bestuur al de in die gemeenten gevestigde inschrijvers bijeengeroepen. De Afdeeling kan niet ingericht worden, tenzij de meerderheid dezer vergadering er hare goedkeuring aan hecht. Art. 13. De Afdeelingen wenden, tot bereiking van haar doel, alle geschikte middelen aan, en bepaaldelijk die, welke bij art. 18 dezer Algemeene Grondslagen worden opgesomd, ter uitzondering van het uitgeven van boekwerken, hetwelk uitsluitend aan het Algemeen Bestuur wordt voorhehouden. Art. 14. De Afdeelingen zijn gehouden hare reglementen en elke daaraan gebrachte verandering aan de beoordeeling en goedkeuring van het Algemeen Bestuur te onderwerpen, hetwelk binnen de twee maanden uitspraak zal doen. Het Algemeen Bestuur maakt zijne goedkeuring alleen afhankelijk van de overeenstemming met de Algemeene Grondslagen. Art. 15. De Afdeelingsbesturen worden jaarlijks geheel of gedeeltelijk herkozen in den loop der maanden Juni of Juli. In de zitting, waarin deze verkiezingen plaats grijpen, en waartoe al de leden der Afdeeling moeten bijeengeroepen worden, doet het aftredend Afdeelingsbestuur schriftelijk verslag en rekening. | |
[pagina 4]
| |
In dezelfde zitting of in een andere zitting, vóór 1 September te houden, worden door de Afdeelingen de punten en voorstellen besproken en vastgesteld, welke zij op de dagorde der Algemeene Vergadering van het Wilhms-Fonds zouden willen brengen. In dezelfde zittingen kiest de Afdeeling ook de afgevaardigden, welke haar bij gezegde Algemeene Vergadering zullen vertegenwoordigen. Indien een afgevaardigde het hem opgedragen mandaat niet aannam of niet kon volbrengen, zal het Afdeelingsbestuur in zijne vervanging voorzien. De Afdeelingsbesturen zijn gehouden jaarlijks vóór 1 Augustus een afschrift van bovengemeld verslag en rekening, en vóór 1 September, de punten, voor de dagorde der Algemeene Vergadering aangenomen, aan het Algemeen Bestuur in te zenden. Art. 16 De jaarlijksche bijdragen van al de inschrijvers, hetzij zij al of niet van eene Afdeeling deel uitmaken, worden rechtstreeks door het Algemeen Bestuur ingezameld. Zij moeten in eens, binnen de eerste maand van het bestuurjaar, betaald worden. De inschrijvers, die weigeren hunne bijdrage te betalen, worden vervallen verklaard. Art. 17. Op iedere bijdrage van inschrijvers binnen België behoudt de algemeene kas, ten behoeve der algemeene werkzaamheden van het Willems-Fonds, eene som van drie frank vijftig centiemen. Het overschot wordt, in plaatsen waar Afdeelingen bestaan, aan de Afdeelingsbesturen uitgekeerd. Indien er echter in eene plaats, waar eene Afdeeling bestaat, inschrijvers zijn, die er geen deel van uitmaken, zal er op de bijdragen dezer inschrijvers niets ten behoeve van gemelde Afdeeling worden uitgekeerd. Aangaande het overschot der bijdragen, voortkomende van inschrijvers, die tot geene Afdeeling behooren, bepaalt de Algemeene Vergadering jaarlijks bij de algemeene begrooting welk gebruik er van die som zal gemaakt worden. Art. 18. Zonder uitsluiting van alle andere maatregelen, die tot het gestelde doel kunnen leiden, wordt aan het Algemeen Bestuur hoofdzakelijk het volgende aanbevolen: A. Wat aangaat de studie en het gebruik der Nederlandsche taal, zullen bij middel van het Fonds beloond worden: 1o De studenten van middelbare scholen, athenaea, colleges en hoogescholen die zich met voorliefde op de studie der moedertaal toeleggen; 2o De jongelingen uit de Waalsche gewesten, die in het aanleeren van het Nederlandsch uitmunten; 3o De schrijvers van Nederlandsche verhandelingen, bekroond door de Koninklijke Academie van België of andere geleerde genootschappen; 4o De teekenaars en graveurs, die het meest en op de verdienstelijkste wijze bijdragen om Nederlandsche werken met platen op te luisteren; 5o De goede uitspraak op het tooneel; 6o De dagbladen en schrijvers, die zich het moedigste en tevens de redelijkste verdedigers der moedertaal toonen. | |
[pagina 5]
| |
B. Wat aangaat de verstandelijke en zedelijke ontwikkeling der Vlaamsche bevolking, zal het Bestuur zijne zorgen wijden; 1o Aan het uitgeven, aankoopen en verspreiden van nuttige werken, hetzij oorspronkelijk in 't Nederlandsch geschreven, hetzij uit vreemde talen overgezet; 2o Het inrichten en ondersteunen van volksbibliotheken; 3o Het inrichten en ondersteunen van volksvoordrachten; 4o Het inrichten en ondersteunen van alle andere instellingen van onderwijs en volksbeschaving; 5o Het volksgezang: woorden en muziek; 6o Het nationaal tooneel. Art. 19. Verder blijft het in de macht van het Algemeen Bestuur zulke maatregelen te nemen als noodig en geraadzaam zullen bevonden worden om bovengemeld doelwit te bereiken; de verantwoordelijkheid daarvan blijft op zijne leden rusten, Art. 20. De Afdeelingen, alsook ieder lid in het bijzonder, mogen te allen tijde bij het Algemeen Bestuur voorstellen indienen, waarop gemeld Bestuur verplicht is binnen de twee maanden een besluit te nemen. De voorstellers worden onderricht van den dag en het uur, waarop hun voorstel zal behandeld worden. Het voorstellend lid mag die zitting bijwonen; de voorstellende Afdeeling mag er zich door een harer leden laten vertegenwoordigen. Art. 21. De inteekenaren op het Willems-Fonds zullen, te beginnen met het jaar hunner inschrijving en tot wijziging toe van dit artikel, de werken gedurende het loopende jaar uitgegeven bekomen, zonder dat er evenredigheid tusschen het beloop hunner inschrijving en de waarde der gedrukte werken worde in aanmerking genomen. Nochtans mag het Algemeen Bestuur in zekere gevallen, bij voorbeeld ten opzichte van werken, die geene algemeene verspreiding vereischen of van herdrukken van werken, die reeds vroeger aan de inschrijvers werden gezonden, van dezen regel afwijken. Art. 22. Het Willems-Fonds geen eigenlijk genootschap uitmakende treedt tot geene maatschappijen bij, hoewel het immer bereid is den raad en de opmerkingen der Vlaamsche genootschappen te aanvaarden. Art. 23. Alle tot het Willems-Fonds bijtredende inschrijvers verplichten zich de hierbovengemelde maatregelen goed te keuren. Art. 24. In geval van ontbinding dezer instelling zullen de gelden, het batig slot uitmakende, en het boekenfonds aan eene of meer Vlaamsche maatschappijen, die het meest in de richting van het Willems-Fonds te werk gaan, naar beslissing van het Algemeen Bestuur worden uitgedeeld. Indien er alsdan een te kort in de rekening bleef, zou gemeld Bestuur daarvoor alleen verantwoordelijk zijn. Aldus gewijzigd in Algemeene Vergadering van 27 October 1889. De Secretaris-Schatmeester, Aug. GONDRY. De Voorzitter, Julius VUYLSTEKE. |
|