Maarten Maartens. - De Liefde van een Oude Jongejuffrouw, uit het Engelsch vertaald door A.H.J. Amsterdam, Jacs. G. Robbers 1895, (2 dln)
Dit is, zoo ik mij niet bedrieg, het eerste werk waardoor Maarten Maartens de nom de plume, zooals thans iedereen weet, van den heer J.M.W. van der Poorten Schwartz - in Holland bekend raakte. De critiek was eenstemmig om in dezen schrijver een personaliteit te zien van meer dan gewone gaven. Ik had reeds de gelegenheid deze te bespreken in dit tijdschrift naar aanleiding van andere pennevruchten van denzelfden schrijver, en ik beken dadelijk dat deze zijn eersteling - mij ietwat laat ter kennis gekomen - mij ook niet heeft teleurgesteld.
Maarten Maartens weet karakters te teekenen, met een vaste hand, met een meesterlijk besneden pen: Tante Suze de oude jongejuffrouw van den titel, welke, om haar pleegkind Arnout te onttrekken aan den vervreemdenden invloed van Madame de Mongelas, er niet tegen opziet een moordpoging op deze te begaan, en toch alles later in de oogen van den lezer weer terugkoopt door de eerlijkheid harer denkbeelden en door de geheelheid harer zelfopoffering; Madame de Mongelas, de luchtige, ook lichtzinnige Française, ‘met soms den duivel in pacht’, een type van het genre, en trots al dat een scherpe critiek op de voorrechten in huwelijkszaken aan den man wettig erkend: een zeer wel geslaagd portret. Niet minder moet dit gelden van Arnout, de derde der hoofdpersonen uit dit roerend hartsdrama, welke den lezer al dadelijk voor zich inneemt door zijn oprechtheid en ongeveinsdheid, later niet minder door zijn liefde voor Madame de Mongelas. voor welke hij eerst met jeugdigen overmoed waaghalzerij, daarna domheden begaat.
Steeds blijft hij intusschen een ‘chevalier’, zooals Madame de Mongelas hem ook noemt. Uit de ondergeschikte figuren mede spreekt de diepe kennis welke de schrijver bezit van het menschelijk hart, een verdienste om welke men steeds zijn werken met genoegen leest en herleest.
Aug. Gittée