Algemeen Bestuur.
Het volgende verzoekschrift werd gezonden aan
Den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, Brussel.
Hooggeachte Heer Minister,
Sedert de uitvaardiging der wet van 15 Juni 1883 over het gebruik van het Nederlandsch in het middelbaar onderwijs heeft het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds bij Uw geachte voorgangers er herhaaldelijk op gewezen dat, met het oog op de uitvoering dezer wet, het normaal onderwijs tot het vormen van regentessen onvoldoende is ingericht.
Thans, daar een hervorming van de middelbare scholen en normaalscholen wordt voorbereid, is het zoo vrij nog eens Uw aandacht op deze belangrijke zaak te vestigen, en U eerbiedig de volgende verzoeken te doen:
1. de jurys der aannemingsexamens zoo samenstellen dat de candidaten niet gedwongen zijn - zooals nu dikwijls het geval is - niettegenstaande uitdrukkelijke voorschriften examen af te leggen in het Fransch over vakken, die zij in 't Nederlandsch hebben aangeleerd;
2. het onderwijs in ten minste één der twee middelbare meisjesnormaalscholen zoo in te richten dat de leerlingen in staat gesteld worden om later als regentessen de wet van 15 Juni 1883 te kunnen uitvoeren;
3. de in de examens van aspirant-regentes en regentes bestaande ongelijkheid te doen ophouden, die de Vlaamsche leerlingen verplicht examen te noen over drie talen in denzelfden tijd en voor hetzelfde getal punten als haar Waalsche medeleerlingen over twee.
Ontvang, Mijnheer de Minister, de uitdrukking onzer eerbiedige gevoelens.
Namens het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds:
J. Vercoullie, Secretaris-Schatmeester.
Gent, den 1 Augustus 1897.