eeuwsclie geschiedenis van Vlaanderen, dat in den officiëelen prijskamp werd bekroond.
Op het gebied van het proza daarentegen heeft de Vlaamsche letterkunde eenen oogst voortgebracht, die niet alleen rijk, maar ook belangrijk mag heeten. Benevens jonge schrijvers als de heeren Herman Bogaerd, F. Stockmans, Eug. Leën en Leo Van Nerum, die nog hunne sporen moeten verdienen, en behalve reeds gunstig bekende schrijvers als de heeren Gustaaf Segers en Omer Wattez, die hunne beloften houden, hebben wij den veteraan Sleeckx, den Nestor der Vlaamsche letterkunde, die ondanks zijne achl-en-zeventig jaren ons met zijnen Vesalius in Spanje eenen belangrijken historischen roman uit de 16e eeuw heeft geschonken.
Mejuffrouw Virginie Loveling en haar neef de heer Cyriel Buysse behouden hunnen rang aan de spits der Vlaamsche prozaschrijvers. De laatste, die onlangs ook beproefd heeft korte schetsen in het Fransch te leveren, gaf twee nieuwe boeken uit, Wroeging en Mea culpa, die nagenoeg hetzelfde onderwerp behandelen, namelijk den verleider door zijn berouw tot eenen held verheven. Ondanks de valsche richting dier zonderlinge zedenleer is Mea culpa een zeer knap boek, dat de eer genoot eerst te verschijnen in het groot Hollandsch tijdschrift den Gids.
Mejuffrouw Virginie Loveling bereikte het toppunt van hare letterkundige kracht en roem. Dit jaar werd haar de officiëele vijfjaarlijksche prijs van 5,000 frank ter aanmoediging der Vlaamsche letterkunde toegewezen voor haren uitstekenden roman Een dure Eed, die reeds in het Athenoeum (Juli 1892) als een meesterstuk werd begroet en nu zijne tweede uitgave beleefd heeft. Onlangs gaf zij eenen nieuwen bundel uit, getiteld Het Land der Verbeelding, bevattende twee novellen, waarin hare bewonderenswaardige frischheid van bewerking, hare diepte van zielsontleding en hare schilderachtige kracht besteed worden aan het beschrijven van het landelijk leven in onze typische Vlaamsche dorpen. Sommige van hare werken