Signaleringen
Van Winden, A. (2004). Doeltreffend rapporteren. Een praktische handleiding. Den Haag: Sdu Uitgevers. ISBN 9012105498. Prijs € 18,-. (119 pp.).
Doeltreffend rapporteren. Een praktische handleiding is een handzaam en praktijkgericht boekje dat vooral geschikt is voor korte schrijftrainingen waarin cursisten zonder een uitgebreide schrijfachtergrond leren hoe ze een (beleids)rapport kunnen schrijven: zoals werknemers of ambtenaren die in hun werk doorgegroeid zijn naar een functie waarin ze rapporten moeten schrijven. De meest basale kennis wordt in het boek verstrekt en geeft een aanzet tot een voorzichtige kennismaking met dit genre.
Astrid van Winden - in het dagelijks leven communicatietrainer en communicatieadviseur bij 't Loo-Van Eck - bespreekt in drie hoofdstukken verschillende schrijftaken waar je als schrijver van rapporten (rapport, memo, nota en notitie) mee te maken krijgt. Ze wisselt korte theoretische uitleg af met veel praktijkvoorbeelden. Van Winden besluit de verschillende paragrafen met een DOEN!, zoals ‘Bedenk vooraf goed wat de kaders zijn van je onderwerp’, zodat de beoogde leerpunten extra benadrukt worden.
Welke informatie komt aan bod? In het tweede hoofdstuk staat de structuur van het rapport centraal. De auteur bespreekt het belang van een helder tekstdoel, een duidelijk omschreven doelgroep en een goed afgebakend onderwerp. De lezer maakt tevens kennis met bouwplannen van zeven rapportsoorten: de mededeling, het onderzoeksrapport, het discussierapport, het adviesrapport, het implementatierapport, het voortgangsrapport en het evaluatierapport. Aan de hand van relationele vragen krijgt de lezer inzicht in de inhoudelijke kenmerken van de verschillende rapportsoorten en de volgorde waarin die kenmerken kan worden uitgewerkt. Dit biedt houvast bij de uitwerking van de hoofdlijn van de tekst.
Het is jammer dat de schrijver blijft steken bij dit hoofdniveau en een belangrijke taak als het selecteren en aanvaardbaar presenteren van argumentatie vrij ongenuanceerd uitwerkt, vooral omdat dit de kern is van de overtuigende rapportsoorten. Hoe kun je bijvoorbeeld je argumentatievaardigheden verbeteren met het volgende advies? ‘Er zijn zo veel verschillende soorten argumenten. Hoe meer verschillende soorten argumenten je gebruikt in je adviesrapport, hoe overtuigender je overkomt. Want is de lezer niet gevoelig voor het ene argument, dan raakt hij wel overtuigd door het andere argument.’
Het derde hoofdstuk bespreekt hoe de lezer door de tekst kan worden geleid. De navigatiemiddelen die aan bod komen zijn de titel en het voorblad, de inhoudsopgave, de inleiding, de kopjes, de alinea-indeling en de lay-out. De tekstuele en structuurkenmerken die het de lezer mogelijk maken om de beleidstekst oriënterend of globaal te lezen komen hierin naar voren.
In het laatste hoofdstuk komt helder en