Artikelen |
|
Andeweg, Bas en Jaap de Jong |
De anekdote als stijlmiddel in toespraakinleidingen. Advisering, sprekerspraktijk en effectiviteit van een veelzijdig stijlmiddel |
172-197 |
Arts, Anja |
Overspecificatie in instuctieve teksten |
261-277 |
Eemeren, Frans H. van, Peter Houtlosser en A. Francisca Snoeck Henkemans |
Dialectische profielen en indicatoren van argumentatieve zetten |
126-138 |
Hendriks, Berna, Marianne Starren, Hans Hoeken, Corine van den Brandt, Ulrike Nederstigt en Rob le Pair |
Stijl, cultuur en overtuigingskracht. De invloed van culturele stijlverschillen op de overtuigingskracht van een fondswervingsbrief |
230-244 |
Hornikx, Jos en Hans Hoeken |
Is expertevidentie overtuigender in Frankrijk dan in Nederland? |
42-57 |
Jansen, Frank en Daniël Janssen |
U en je in Postbus 51-folders |
214-229 |
Koole, Tom en Marjon Waller |
De vraag na het antwoord. Herstelwerk in nieuwsinterviews |
89-105 |
Meuffels, Bert en Huub van den Bergh |
De ene tekst is de andere niet. The language-as-a-fixed-effect fallacy revisited: methodologische implicaties |
106-125 |
Onrust, Margreet |
Vermijd de naamwoordstijl! Over stijladviezen en retorica |
198-213 |
Ouden, Hanny den |
Van tekst naar spraak. De prosodische realisering van globale en locale structuuraspecten |
278-298 |
Pit, Mirna |
Subjectiviteit en causale connectieven |
24-41 |
Schoot, Mirjam van der en Harrie Mazeland |
Probleembeschrijvingen in werkbesprekingen |
1-23 |