Tijdschrift voor Taalbeheersing. Jaargang 27
(2005)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Taalbeheersing– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 89]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tom Koole en Marjon Waller
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. InleidingGa naar eind1Soms wordt een nieuwsinterview zelf nieuws. Pim Fortuyn is mede beroemd geworden door de manier waarop hij zich in interviews gedroeg. Zoals in maart 2003 toen hij na een lijsttrekkersdebat Den Haag Vandaags Wouke van Scherrenburg afkapte met ‘ga toch koken’. Vaker echter is het de interviewer die de spotlights haalt. In 1988 ondervroeg Dan Rather presidentskandidaat George Bush Senior op zo'n agressieve manier dat de publieke opinie de kant van geïnterviewde koos. Het omgekeerde overkwam Jeremy Paxman in 1997 nadat hij een confronterende vraag aan de toenmalige Britse minister van binnenlandse zaken Michael Howard maar liefst 13 keer opnieuw stelde teneinde hem een antwoord te ontlokken. Deze directe manier van interviewen bezorgde Paxman de titel ‘Interviewer van het Jaar’Ga naar eind2 (Clayman & Heritage 2002). Over het opnieuw stellen van vragen in nieuwsinterviews gaat ook dit artikel. In een analyse van een corpus van Nederlandse nieuwsinterviews viel ons op dat vragen niet alleen vaak opnieuw worden gesteld, maar dat dat op systematisch verschillende manieren gebeurt. Met onze analyse zullen we aansluiten bij de conversatie-analytische literatuur over herstelorganisatie en post-expansies in interactie (Schegloff, Jefferson & Sacks 1977; Schegloff 1992, 1995; Mazeland 2003) om een onderscheid te maken tussen vraagherhalingen die de geïnterviewde uitnodigen een problematisch antwoord te herstellen, en vraagherhalingen die zelf een eerdere problematische vraag herstellen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 90]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Het nieuwsinterviewSinds midden jaren '80 zijn nieuwsinterviews het onderwerp geweest van conversatie-analytische publicaties van onder andere Heritage (bijv. 1985), Greatbatch (bijv. 1988), Clayman (bijv. 1992), en samenwerking tussen deze onderzoekers zoals in Heritage & Greatbatch (1991) en recent in de monografie over nieuwsinterviews van Clayman & Heritage (2002) waarin veel van het onderzoek tot op dat moment wordt samengevat. Daarnaast publiceerde Jucker (1986) een pragmatische studie over nieuwsinterviews terwijl het enige gespreksanalytische werk binnen het Nederlandse taalgebied tot nu toe werd verricht door Springorum (1991). Uit al dit onderzoek blijkt dat deelnemers aan een nieuwsinterview een sterke oriëntatie hebben op de activiteit van de interviewer (IR) als ‘vragen stellen’, en op die van de geïnterviewde (voor wie we de afkorting IE van het Engelse ‘interviewee’ zullen gebruiken) als ‘antwoord geven’. Met de term ‘oriëntatie op’ een handeling als vraag wordt binnen de conversatie analyse verwezen naar het normatieve karakter van zulke deelnemersinterpretaties. Het zou veel te simpel zijn om te beweren dat ‘interviewers vragen stellen’. In plaats daarvan zien we dat deelnemers aan een interview handelingen van de interviewer als-het-even-kan behandelen als een uitnodiging tot een respons. We zien dit bijvoorbeeld in fragment (1) naar aanleiding van het debat over de regeringsverklaring van het kabinet Balkenende II. De IR vertelt dat minister Zalm na het debat op z'n website heeft geschreven ‘Balkenende was in vorm’ hetgeen door de IE na een korte pauze wordt behandeld als een uitnodiging tot een respons.
In navolging van Clayman en Heritage zullen we in dit artikel de term ‘vraag’ gebruiken om naar zulke uitnodigingen tot respons te verwijzen, ook al kunnen die uitnodigingen op heel verschillende manieren worden gedaan. De IR in een nieuwsinterview is een professioneel journalist. De geïnterviewde heeft een bepaalde relatie tot een recente gebeurtenis in het nieuws. Hij of zij is ofwel deelnemer aan het recente nieuws, ofwel commentator van dat nieuws aan de zijlijn. Derde partij bij het nieuwsinterview is het publiek. Dit wordt gevormd door luisteraars in de studio en/of door luisteraars daarbuiten (televisiekijkers en radioluisteraars). Het publiek neemt niet deel aan het nieuwsinterview, maar speelt wel een belangrijke rol, want elk nieuwsinterview is in feite gericht tot het publiek zoals blijkt uit de wijzen waarop met name de bijdragen van de IR worden gerealiseerd (Clayman & Heritage 2002). Over het opnieuw stellen van vragen is in de literatuur over nieuwsinterviews weinig geschreven. Dat wekt verbazing, juist omdat het eerder genoemde Paxman-Howard in- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 91]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
terview, met een 13 maal opnieuw gestelde vraag, geldt als een schoolvoorbeeld van een confronterend interview. Clayman & Heritage noemen het als vorm van ‘aggressief vragen stellen’ (2002: 256), maar vinden het misschien zo evident waarom dit zo is dat ze er geen verdere analyse aan wijden. Het Paxman-Howard interview komt niet voor in hun hoofdstuk over ‘confronterend vragen stellen’ (‘adversarial questioning’) maar wordt geanalyseerd in het hoofdstuk over ‘vraagvermijding’ (‘answers and evasions’), maar dan uiteraard met speciale aandacht voor de antwoorden van Howard (2002: 255-257). Ons onderzoek gaat uit van een enge definitie van ‘nieuwsinterviews’. Ofschoon de categorie ‘nieuwsprogramma’ niet eenduidig is, hebben we ons beperkt tot interviews in de tv-programma's NOVA, Twee Vandaag, Buitenhof en Netwerk en het radioprogramma De OchtendenGa naar eind4. ‘Praatprogramma's zoals Barend en van Dorp, B &W, Andries Knevel, of Ivo Niehe vallen daar buiten. Het corpus waarop onze analyses zijn gebaseerd bestaat uit ruim 40 nieuwsinterviews die op de Nederlandse radio of televisie zijn uitgezonden. De transcripten van deze nieuwsinterviews zijn gemaakt door 25 studenten van de faculteit Letteren van de Universiteit Utrecht en gecorrigeerd door de auteurs. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Herstelorganisatie en handelingssequentiesEen belangrijk organiserend principe van interacties is de handelingssequentie. Gespreksdeelnemers relateren hun uitingen aan elkaar als interactionele handelingen, vaak als ‘aangrenzende paren’ zoals het vraag-antwoord paar (Schegloff & Sacks 1973; Schegloff 1995)Ga naar eind5. Maar de organisatie van gesprekken als handelingssequenties gaat verder dan deze handelingsparen. Gespreksdeelnemers relateren niet alleen vragen aan antwoorden, maar ook het ene handelingspaar aan het andere. Een vraag-antwoord paar kan bijvoorbeeld voorbereidend werk doen voor een ander vraag-antwoord paar, zoals ‘ben je vanavond thuis’ kan voorbereiden op de vraag ‘vind je het leuk als ik even langskom’. Schegloff (1995) heeft voor alledaagse gesprekken laten zien dat sequenties bestaan uit een basispaar dat kan worden voorafgegaan door een voorbereidende ‘pre-expansie’ en kan worden gevolgd door een ‘post-expansie’, terwijl tussen de twee paardelen in een ‘insertieexpansie’ kan komen. Vaak zijn deze expansies zelf ook weer aangrenzende paren. Deze organisatie kan worden geïllustreerd aan de hand van de volgende uitgebreidere versie van fragment (1).
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 92]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In dit fragment stelt de IR de basisvraag in regel 18-22 en krijgt daarop een antwoord in regel 23-25. Daaraan vooraf zien we een pre-expansie die bestaat uit twee aangrenzende paren, een vraag en antwoord in regel 1-7 en één in 8-17. Deze pre-expansie doet voorbereidend werk voor de vraag in 17-21 door een context te construeren waarin gevierd wordt (en dus niet vanzelf spreekt; regel 2: ‘Waarom was dat nodig?’) dat Balkenende succesvol is in een debat. Ook zien we dat de IR in reactie op het antwoord van het basispaar (23-25) een postexpansie initiëert (26-27) waarin hij ingaat op de suggestie in het antwoord, dat het beeld van de zwakke parlementaire optredens van Balkenende vooral bij journalisten leeft. De post-expansie voert hier herstelwerk uit ten aanzien van de eraan voorafgaande basissequentie. In de vraag wordt gezegd dat bij ‘iedereen’ (18), dus niet alleen bij journalisten, de vraag leefde hoe Balkenende het zou doen, en de vraag wordt afgesloten met een sterke preferentie voor een ‘ja’ antwoord: ‘dat was toch zo?’ (22). In dat licht is het antwoord van Balkenende niet-geprefereerd, en het herstelwerk van de post-vraag is erop gericht alsnog een geprefereerd antwoord te krijgen. Het begrip ‘herstel’ suggereert al dat er een relatie bestaat met het andere herstelwerk dat met name Schegloff heeft onderzocht onder de noemer repair (bijv. Schegloff e.a 1977; Schegloff 1992Ga naar eind6). Inderdaad zijn er veel post-expansies die worden ingeleid door een repair of een repair-initiatie, maar toch zijn die expansies van een ander type dan wat we zojuist in fragment (2) hebben gezien, en waarover we het in dit artikel willen hebben. Een belangrijk verschil tussen de herstelfenomenen die ‘repair’ worden genoemd, en de post-expansies in dit artikel is het object van herstel. Kort gezegd: repairs herstellen uitingen, maar hier hebben we het over het herstellen van sequenties. Om deze sequentie-herstellende post-expansies theoretisch te plaatsen is het goed even terug te kijken naar wat we al weten over uiting-herstellende repairs. In de conversatie- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 93]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
analytische literatuur wordt een dubbel onderscheid gemaakt tussen in de eerste plaats het initiëren en het uitvoeren van herstel, en in de tweede plaats het herstellen van een probleem in een uiting van jezelf of van de ander (Schegloff e.a. 1977). Vanuit dit perspectief kunnen we de post-vraag in regel 26-27 analyseren als het initiëren (niet het uitvoeren) van het herstel van een probleem van de ander. De post-vraag suggereert echter niet dat het antwoord van Balkenende niet duidelijk is, zoals dat in fragment (3) het geval is bij een repair-initiatie van het type NTRI (next turn repair initiation).
De post-vraag in regel 305 vraagt om verduidelijking van een verwijzing (het woord ‘wij’) in het antwoord en localiseert daarmee het probleem in die uitingGa naar eind7. De post-vraag in regel 26-27 van fragment (2) suggereert daarentegen dat het antwoord problematisch is in relatie tot de vraag die eraan vooraf ging. Het is namelijk een niet-geprefereerd antwoord en daarmee is, zoals Mazeland (2003: 94-96) het formuleert, het ‘project’ dat werd geïnitieerd door de vraag nog niet succesvol afgesloten. Het te herstellen probleem betreft dus de sequentie, de relatie tussen vraag en antwoord, en niet slechts een aspect van het antwoord. Zoals gezegd kan een uiting-herstellende repair zijn gericht op herstel door de gesprekspartner zoals hierboven, maar hij kan zich ook bezighouden met een herstel door de spreker zelf. Dat kan worden gedaan in dezelfde beurt als waarin de fout wordt gemaakt, zoals het herstellen van een verspreking, maar belangrijk voor onze analyse is het zelf-herstel in derde positie. Met de term ‘derde positie’ wordt verwezen naar sequenties van opeenvolgende handelingen die bestaan uit een aantal structurele posities zoals:
De derde positieGa naar eind8 volgt dus op de handeling in positie 2. En net als we zojuist zagen met het initiëren van ander-herstel, kunnen we ook bij het zelf-herstel in derde positie weer een onderscheid maken tussen de uiting-herstellende (‘derde-positie repair’, Schegloff 1992) en sequentie-herstellende post-expansie. Een voorbeeld van het eerste fenomeen zien we in het volgende fragment.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 94]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Met de ‘derde-positie repair’ in regel 164-165 wordt de uiting van positie 1 hersteld, omdat de gesprekspartner in positie 2 (161-163) zo heeft gereageerd dat de spreker van positie 1 duidelijk is geworden dat er een probleem was met zijn uiting in positie 1. De ambiguïteit van het woord ‘geraakt’ zorgt ervoor dat de IE het anders interpreteert dan de IR had bedoeld. Het derde-positie herstel wordt ook wel ‘misverstandrepair’ genoemd (Mazeland 2003: 171). Maar zelf-herstel in derde-positie kan ook een sequentie-herstellende post-expansie zijn. Zoals boven gezegd, is dat zelf-herstel dan gericht op het herstellen van de sequentie, en niet alleen de vraag zoals in fragment (4). In zo'n geval herstelt de IR zijn vraag wanneer het antwoord van de IE duidelijk maakt dat de eerste vraag niet tot een succesvol verloop van de sequentie leidt. We zien analoog aan het onderscheid tussen NTRI en ‘derde-positie herstel’, ook bij sequentie-herstel het verschil tussen herstel-initiatie en zelf-herstel, maar dan in beide gevallen gericht op het herstellen van de sequentie, niet van een afzonderlijke uiting. In het eerste geval oriënteert de post-vraag zich op een problematisch antwoord dat herstel behoeft. De post-vraag is dan een herstelinitiatie. In het tweede geval echter oriënteert de opnieuw gestelde vraag zich op een problematische vraag in positie 1. Dan is de post-vraag zelf het herstel. Zo krijgen we de woordspelige paradox dat het bij het eerste type gaat om het her-stellen van de vraag, terwijl het bij het tweede type gaat om herstellen. Deze twee typen post-expansies willen we hieronder illustreren. In sectie (4) gaan we in op het her-stellen van een vraag, met andere woorden de post-vraag die is gericht op het herstellen van een antwoord. In sectie (5) behandelen we de veel kleinere categorie van vraag herstellen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. De post-vraag als herstelinitiatieAls een IR geen of geen adequaat antwoord op zijn vraag krijgt, kan hij de mogelijkheid voor de IE creëren alsnog adequaat te reageren. De IR doet dit door een herstel van het antwoord te initiëren. Bij dit verschijnsel is de post-vraag van de IR georiënteerd op een probleem in het daarvoor gegeven antwoord van de IE, dat onvolledig of onbevredigend is in relatie tot de vraag. Bovendien gaat de IR in zijn vraagherhaling op zoek naar hetzelfde antwoord van de IE. De interviewer blijkt in zijn herstelinitiaties verschillende typen problemen te onderscheiden, namelijk niet gegeven antwoorden, en onvolledige of onduidelijke antwoorden. Deze tweedeling nemen wij over in de bespreking van herstelinitiëringen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.1 Het antwoord is niet gegeven.De meest in het oog springende manier voor de IR om een vraag nogmaals te stellen, is identieke vraagherhaling. Na een onvolledig of onbevredigend antwoord van de IE herhaalt de IR letterlijk de woorden van zijn oorspronkelijke vraag | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 95]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en gaat daarmee op zoek naar hetzelfde antwoord (vgl. het Paxman-Howard interview)Ga naar eind9. Toch komt dit in ons corpus nieuwsinterviews niet één keer voor. Het dichtst erbij komt Ferry Mingelen in een NOVA interview met premier Balkenende. In het gesprek komt de op handen zijnde benoeming van Jaap de Hoop Scheffer als secretaris-generaal van de NAVO ter sprake. De IR stelt in regel 3 de vraag ‘kunt u zonder hem?’. De IE antwoordt niet met ja of nee. Na dit antwoord van de IE stelt IR zijn vraag nogmaals (regel 9).
De IR herhaalt zijn vraag ‘kunt u zonder hem?’ (regel 3) bijna letterlijk in dezelfde woorden ‘kunt u kzonder hem?’ (regel 9). Het enige verschil is de toegevoegde klank /k/, die gehoord kan worden als het lexeem ‘ook’. Met deze vrijwel identieke vraag creëert hij voor de IE de mogelijkheid om opnieuw te reageren en gaat hij op zoek naar hetzelfde antwoord, namelijk ‘ja’ of ‘nee’. De vraagherhaling kan ook expliciet worden benoemd. De IR geeft aan dat hij geen antwoord heeft gekregen op zijn vraag en dat hij hem daarom nog een keer stelt. In het televisieprogramma Netwerk is minister Gerrit Zalm van financiën te gast om te praten over zijn begroting. De IR stelt een vraag (regel 5), constateert na het antwoord dat dat ‘geen antwoord op mijn vraag’ is (regel 9), en leidt zijn vraagherhaling in met een expliciete verwijzing naar de eerdere vraag (‘ik vroeg’, regel 11).
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 96]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De herhaalde vraag is vrijwel identiek aan de oorspronkelijke. Behalve dat er zoals gezegd een herhalingsaankondiging aan wordt toegevoegd, wordt ook de anafoor (regel 5: ‘dat’) uit de oorspronkelijke vraag ingevuld (regel 11: ‘dat er iemand vertrekt’). Een vergelijkbare herstelinitiatie zien we in het volgende fragment, waarin interviewster Clairy Polak de burgemeester van Groningen, Jacques Wallage, vraagt over de allochtonenspreiding in steden. In regel 1 stelt de IR een open vraag. Na het antwoord van de IE, spreekt de IR uit dat ze het antwoord op haar vraag mist (regel 8). Vervolgens stelt ze haar vraag opnieuw. Ze gaat op zoek naar hetzelfde antwoord en creëert voor de IE de mogelijkheid om dit alsnog te formuleren.
De verbinding die de eerste vraag legt tussen de PvdA en de IE (‘uw eigen partij’) wordt geherformuleerd als een minder confronterend ‘de partij van de arbeid’ (regel 9). Ook geeft de IR een ‘formulering’ van het antwoord van de IE: ‘deint die dus ook mee op de tijdgeest’. In een interview met de burgemeester van Amsterdam, Job Cohen in het televisieprogramma Buitenhof, initieert Rob Trip een antwoordherstel door een deel van zijn vraag te herhalen. Het gesprek gaat over de pardonregeling van minister Verdonk. In regel 45-46 stelt | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 97]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de IR een vraag, die uit twee delen bestaat. Hij vraagt of de IE mee gaat collecteren en hij geeft daarop een toelichting.
De IE gaat in regel 47-49 in op de toelichting maar geeft geen antwoord op de vraag. De herstelinitiatie verwijst terug naar de oorspronkelijke vraag met ‘maar’. We besluiten deze sectie met een voorbeeld waaruit blijkt dat de IE een post-vraag (hier in de vorm van een ‘formulering’, een metakarakterisering van IE's antwoord) ook als een ander type interactionele handeling dan een herstelinitiatie kan behandelen. Dit gebeurt als IR Jeroen Pauw in NOVA Edwin de Roy van Zuydewijn interviewt, (toen nog) de echtgenoot van prinses Margarita.
Na een minimaal antwoord in regel 4 produceert de IR in regel 6 een constatering: ‘E::h gooit 'm op maar u schiet 'm niet in?’. De IE had dit kunnen behandelen als een uitnodiging om zijn antwoord uit te breiden, maar in plaats daarvan behandelt hij het als een formulering die hij bevestigt: ‘Nee vanavond niet’ (7-9). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 98]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.2 Het antwoord is onduidelijk.IR's initiëren niet alleen een antwoordherstel wanneer het antwoord niet gegeven wordt, maar ook wanneer het antwoord onvolledig is, of onduidelijk in relatie tot de vraag. Onderstaand fragment uit het eerder aangehaalde interview van Clairy Polak en Peter Rehwinkel, staatsrechtgeleerde en kenner van het Koninklijk Huis, is hier een voorbeeld van. Als de IE in zijn antwoord de formulering ‘een kern van waarheid’ gebruikt (regel 10), herhaalt de IR deze formulering op zoek naar een uitleg van dit deel van het antwoord (regel 11):
Met de post-vraag in regel 11 behandelt de IR het antwoord als te kriptisch en nodigt ze de IE uit om de frase ‘kern van waarheid’ in dit antwoord verder uit te leggen. Een vergelijkbare post-vraag gericht op verduidelijking zien we in een interview van André Zwartbol met minister-president Balkenende over de onenigheid tussen CDA en PvdA tijdens de kabinetsformatie. Ook hier wordt een element uit het antwoord als te kriptisch behandelt, maar anders dan in fragment (10) stelt hier de IR zelf een mogelijke uitleg voor.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 99]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Na het antwoord van de IE in regels 5-8, doet de IR een post-vraag in de vorm van een ‘formulering’ van dat antwoord waarin hij laat zien welke mogelijke interpretatie er van het antwoord te maken is (10-11). De IE is in zijn antwoord meegegaan met de suggestie van de IR dat de besprekingen tussen CDA en PvdA geen 10 weken hadden hoeven duren. In de post-vraag probeert de IR het ‘eerder’ (regel 8) uit het antwoord nader gespecificeerd te krijgen door het Irak debat te noemen als een mogelijk moment waarop Balkenende had kunnen constateren dat het niet ging lukken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. De post-vraag als herstelHier bespreken we de tweede en numeriek gezien kleinste categorie, het herstellen van een vraag. Hiervan is sprake wanneer een IR een vraag herformuleert naar aanleiding van een antwoord dat geen geprefereerd vervolg was. In alle gevallen in ons corpus waren dat antwoorden waarin IEs zeiden dat zij deze vraag niet konden of wilden beantwoorden. We zien dat in fragment (12). In het actualiteitenprogramma NOVA interviewt Jeroen Pauw de voorzitter van de raad van bestuur van Essent, Michiel Boersma. Essent is de eigenaar van de Amercentrale in Geertruidenberg, waar zich in de stoomketel een ongeluk voltrokken heeft.
De IR stelt in het begin van dit fragment een ja/nee-vraag. Hij maakt van een stelling een vraag door het gebruik van de tag question ‘hè’ (regel 1). De IE zegt dat hij op dat moment (‘vanavond’) geen antwoord wil geven op die vraag (regel 2). Vervolgens kondigt de IR een geherformuleerde vraag aan (‘mag ik het dan ↑anders aan u vragen’, 3) en herformuleert de IR zijn oorspronkelijke vraag op twee aspecten. Hij vraagt niet meer ‘of Essent verantwoordelijk is’, maar of IE (‘u’) zich ‘verantwoordelijk voelt’. Met deze herformulering toont de IR een oriëntatie op de mogelijke juridische implicaties van een antwoord op de eerste vraag en de impliciete verwijzing daarnaar in het antwoord in regel 2. In regel 3 is sprake | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 100]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van een zelf-herstel door de IR van de in regel 1 gestelde vraag. De vraag wordt zodanig opnieuw geformuleerd dat de IE niet meer gedwongen is om zich formeel aansprakelijk te stellen dan wel vrij te pleiten. Een tweede voorbeeld zien we in het volgende fragment uit een ‘gesprek met de minister president’. In dit interview heeft de IR zojuist de uitzending van Peter R. de Vries aan de orde gesteld waarin onthullingen zijn gedaan over de relatie tussen top-crimineel Klaas Bruinsma en Mabel Wisse-Smit, op dat moment de verloofde van prins Johan Friso. Premier Balkenende bevestigt in regel 19 dat hij een video van die uitzending heeft gezien waarna de IR vraagt: ‘wat vond u ervan?’ (regel 20).
Net als in fragment (12) zien we in dit fragment dat de IE in reactie op de vraag zegt dat hij deze vraag niet wil of kan beantwoorden. In regel 21-24 geeft de IE daarvoor de reden dat hij over deze kwestie nog kamervragen moet beantwoorden. Vervolgens herformuleert de IR zijn oorspronkelijke vraag door hem te specificeren: ‘Zaten er in deze uitzending eh antwoorden op die vraag?’ (regel 28). Maar ook op deze vraag krijgt hij hetzelfde antwoord: vanwege de liggende kamervragen wil de IE hierop geen antwoord gevenGa naar eind10. Vervolgens zien | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 101]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
we de IR een tweede herformulering van zijn vraag doen in regel 42 (in regel 41 ingeleid als een vraag naar ‘iets anders’). En ook deze vraag treft hetzelfde lot: de IE noemt dit ‘hetzelfde verhaal’ en zegt dat hij er niet op in zal gaan (regel 43). De interactie over dit topic stopt niet in regel 43, zoals hij ook niet in regel 19 begon. Inclusief de pre-expansie van regel 1 tot 19 wordt dit topic 155 transcriptregels lang gecontinueerd. In vervolg op bovenstaand fragment gaat de IR door met herformuleringen van de vraag of er nieuwe feiten zaten in de uitzending van Peter R. de Vries, om vervolgens over te gaan op vragen over de tijd die het de premier kost om de kamervragen te beantwoorden en de mogelijke implicatie daarvan dat er nog veel onbekend is. Al deze vragen worden door Balkenende gepareerd met verwijzing naar de kamervragen totdat het topic wordt afgesloten op de volgende wijze:
Het laatste fragment dat we zullen bespreken komt uit een radiointerview van IR Aart Zeeman met SP-kamerlid van Bommel over afluisterapparatuur in de woning van prinses Margarita. In dit fragment is de IE in eerste instantie niet zo expliciet als in (12), (13) en (14) over het niet willen/kunnen beantwoorden van de vraag. Ook zien we in dit interview een combinatie van de twee herstelprocedures die we in dit artikel bespreken: na twee vraagherstellen initieert de IR tenslotte een antwoordherstel.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 102]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan het begin van dit fragment stelt de IR een vraag naar de betrokkenheid van de BVD bij het afluisteren van prinses Margarita (regel 1-2). De IE antwoordt dat hij hoopt dat op die vragen een antwoord komt en zegt daarmee impliciet dat hij dat antwoord dus niet kan geven. Daarmee behandelt hij de vraag in regel 1-2 als een verzoek om informatie en niet als een verzoek om een inschatting. Vervolgens herformuleert de IR zijn vraag (regel 7-8), en krijgt daarop de expliciete afwijzing ‘daar kan ik op dit moment niet op ingaan’ (regel 9). Anders dan in bovenstaande fragmenten (11), (12) en (13) is deze expliciete afwijzing hier geen reden voor de IR om zijn vraag nog een keer te herformuleren. Met zijn volgende vraag behandelt de IR de afwijzing als niet acceptabel. ‘Maar waarom kunt u dan niet gewoon zeggen of u dat-’ (regel 12-13) localiseert de oorzaak van het niet slagen van de sequentie in het antwoord (‘u hoeft alleen maar gewoon x te zeggen’) en niet in de daaraan voorafgaande vraag. Hetzelfde zien we in de laatste vraag (regel 16-17) die is gericht op hetzelfde antwoord als de vraag waarmee dit fragment begon. De IR maakt in zijn laatste vraag gebruik van een omkering van de eerste: van ‘hoe aannemelijk is het dat x’ naar ‘sluit u uit dat x’. We zien dus enerzijds dat het vraagherstel in derde positie in ons corpus altijd reageert op een terugwijzing van de vraag door de IE met ‘ik kan/wil deze vraag niet beantwoorden’. Maar tegelijk laat het laatste voorbeeld zien dat zo'n terugwijzing niet noodzakelijk tot vraagherstel leidt. De IR kan ook besluiten de terugwijzing niet te accepteren en het initiatief nemen tot een antwoordherstel. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. ConclusiesIn deze laatste sectie willen we twee aspecten van de uitgevoerde analyse naar voren halen. In de eerste plaats is dat het fenomeen van de sequentie-herstellende post-expansies. In de tweede plaats is dat het gebruik van dit fenomeen in nieuwsinterviews. In dit artikel hebben we laten zien dat we bij het analyseren van herstelwerk een onderscheid kunnen maken tussen herstelwerk dat is gericht op problematische uitingen, en herstelwerk dat is gericht op problematische sequenties. In het eerste geval is er sprake van een uiting die niet goed is verstaan of begrepen, terwijl in het tweede geval sprake is van een niet-succesvolle handelingssequentie. Het probleem ligt daar niet in de individuele uitingen, maar in de handelingsrelatie tussen deze uitingen. In het geval van nieuwsinterviews kan sequentieherstel worden geïnitieerd wanneer een vraag niet door een geprefereerd antwoord wordt gevolgd. Het herstel wordt uitgevoerd in de vorm van een post-expansie van de nietsuccesvolle sequentie. In onze nieuwsinterviews begint deze post-expansie altijd met een vraag die we daarom post-vraag hebben genoemd: de vraag na het antwoord. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 103]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Net als bij uiting-herstel zien we bij sequentie-herstel een dubbel onderscheid tussen enerzijds het initiëren en het uitvoeren van herstel, en anderzijds tussen problemen die worden toegewezen aan de ander, of aan de spreker zelf. Daarbij moet wel worden aangetekend dat een sequentie natuurlijk alleen volledig kan worden hersteld door een nieuwe sequentie, hetgeen handelingen van meer dan één deelnemer impliceert. Het uitvoeren van sequentieherstel kan dus nooit het werk zijn van één deelnemer. Wel zagen we in onze nieuwsinterviews het verschil tussen post-vragen die het herstel van een antwoord initiëren, en postvragen die zelf het herstel van een eerdere vraag uitvoeren. We hebben dat aangeduid als het verschil tussen het her-stellen, en het herstellen van een vraag. In nieuwsinterviews kan sequentieherstel door IRs worden geïnitieerd als IEs een onbevredigend antwoord geven. In die zin is sequentieherstel een middel voor IRs om geen genoegen te nemen met bijvoorbeeld ontwijkende antwoorden van IEs en IEs uit te nodigen (of uit te dagen) met een ander antwoord te komen. De twee herstelprocedures die we hebben besproken zijn verschillende middelen die een IR voor dit doel kan inzetten. En de manier waarop deze middelen werken is ook verschillend. Met een herstel-initiërende post-vraag behandelen IRs het eraan voorafgaande antwoord als niet bevredigend en vragen zij de IE dezelfde vraag bevredigender te beantwoorden. Met deze herstelprocedure gaat een IR dus recht af op het doel, het beantwoord krijgen van een bepaalde vraag. Met een herstel-uitvoerende post-vraag daarentegen, nemen IRs genoegen met het gegeven dat de eerdere vraag niet bevredigend kon worden beantwoord. Maar ze accepteren niet dat over dit topic geen bevredigend antwoord wordt gegeven. Ze stellen een nieuwe (herstelde) vraag over hetzelfde topic om een bevredigender antwoord te genereren. Anders dan de recht-op-het-doel-af herstelinitiërende post-vraag, lijkt de herstel-uitvoerende post-vraag dus meer op een ‘omsingeling’. De IR gaat met zulke post-vragen na welke vraag over dit topic wel een bevredigend antwoord oplevert. Lukt het niet vanuit de ene hoek, dan wordt het vanuit een andere hoek geprobeerd. De 13 maal herhaalde vraag van IR Jeremy Paxman waarmee we dit artikel begonnen is een duidelijk voorbeeld van een serie herstelinitiërende post-vragen. In potentie is deze vorm van sequentieherstel ook de meest confronterende manier van interviewen omdat deze vorm de niet-acceptatie van het antwoord impliceert. Tegelijk zien we dat de voorbeelden van dit type post-vragen uit ons eigen corpus beduidend minder confronterend werken dan in het Paxman interview. De voorbeelden in ons artikel laten zien dat het verschil tussen de twee typen herstelprocedures niet automatisch een verschil betekent in mate van confrontatie. Eerder lijken de post-vragen vaak bij te dragen aan een interactie die IR en IE niet alleen opvoeren om het publiek te informeren, maar ook om het publiek te vermaken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 104]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 105]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|