chureteksten, Eric Tiggeler over enkel- of meervoud bij bedrijven als de NS en Marijke de Jong over overheid en stilistiek. Jaap Stiemer interviewt de schrijvers van het boek over de ‘taalravage’ van Wim T. Schippers. Philip van Kuilenburg houdt zich bezig met ‘de vorige eeuw’ en Ton den Boon met de betekenis van ‘nieuwe waarden’. De column van Albert Hoffstädt gaat over de noodzaak om consequent te zijn.
Aflevering 7/8 bevat artikelen van M.C. van der Toorn over het taalkundige begrip ‘congruentie’, Rob Punselie over de voorpagina van de web site, Eric Tiggeler over de spelregels voor de c en de k en over de betekenisverbreding van sexy, Pyter Wagenaar over het omgaan met electronische afbreeksystemen, Joke van der Kamp over het gebrek aan klantgerichtheid in overheidsbrieven en Ton den Boon over de uitgang -wijs. De column van Rob Doeve gaat over snel spreken.
In nummer 9 behandelt Marijke de Jong het probleem van het populariseren van specialistische artikelen, vraagt Wim ter Velde zich af of een webpagina uit tekst of uit beeld moet bestaan, geeft Eric Tiggeler adviezen voor het gebruik van komma's, interviewt hij internetsite-ontwerper Jan Jaap Anbeek en ergert hij zich aan reclametaal, laat Joke van der Kamp zien hoe een aantrekkelijke ‘intro’ er uitziet en wijst Ton den Boon op enkele moderne samenstellingen. Albert Hoffstädt vindt niet alle modewoorden leuke woorden.
Nummer 10 bevat bijdragen van Rob Doeve over de digitale identiteit, Rob Punselie over de vooraanstaande rol van tekst op een website, Eric Tiggeler over het rechte gebruik van ontkenningen en over het gebruik van Engelse termen in advertenties, Pyter Wagenaar over etiquette op het internet, Nico Gietema en Monique Ligtenberg over de leesbaarheid van juridisch taalgebruik en Ton den Boon over het voorvoegsel e(lectronisch). Rob Doeve heeft een column over wie de jeugd heeft.
In nummer 11 vraagt Nathalie Beex zich af of e-mail een zegen of een vloek is, pleit Rob Punselie voor structuur in de website, signaleert Eric Tiggeler enkele gevallen van niet-verwijzend hij, vergelijkt Margot Vanderstraeten alinea's in een tekst met kamers in een huis, introduceert Ko van den Boom de Grote Van Dale op CD-rom, waarin het woord medaillespiegel niet is opgenomen, en ergert Jaap Stiemer zich aan het gebruik van steeds meer. Albert Hoffstädt maakt de balans op tussen nieuwe Engelse woorden en verdwenen Nederlandse.
In nummer 12 geeft Mariët Hermans advies voor het schrijven van adviesrapporten, blikt Rob Punselie terug en vooruit op de webtekst, wijst Eric Tiggeler erop dat niet zaken maar aantallen stijgen of dalen en herschrijft hij een reactie op een klachtenbrief, inventariseert Ko van den Boom clichés uit de sportwereld en blikt Ton den Boon terug op het taalveranderingsjaar 2000. Albert Hoffstädt vindt dat er nog veel te doen is als de Van Dale Taalbrief is opgeheven, hetgeen na dit nummer een feit is.
Peter Houtlosser