| |
| |
| |
Tijdschriften.
Onze Eeuw. Maandschrift voor Staatkunde, Letteren, Wetenschap en Kunst, onder redactie van P.J. Blok, P.D. Chantepie de la Saussaye, G.F. Haspels, E.B. Kielstra, K. Kuiper, Jhr. H. Smissaert en J.D. van der Waals Jr. Haarlem, de Erven F. Bohn.
In de November-aflevering vervolgt de heer Gerard van Eckeren zijne geschiedenis der familie Van Beemster. De heer W.E. van Dam van Isselt bespreekt de herziening der wet op het militaire onderwijs. Prof. P.D. Chantepie de la Saussaye geeft een essay over Goethe. De heer J. Mathijs Acket behandelt de sensatie in de moderne literatuur. Dr. J.D. Bierens de Haan schildert de ontwaking van Epimenides. Willemine G.A. Labberton dicht sonnetten.
| |
Stemmen des Tijds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Onder redactie van Dr. W.J. Aalders, Mr. A. Anema, H. Colijn, Mr. P.A. Diepenhorst, Dr. P.J. Kromsigt, P.J. Molenaar, Dr. J.C. De Moor, Dr. E.H. Renkema, Mr. V.H. Rutgers, Dr. J.R. Slotemaker de Bruine, Dr. J.Th. De Visser, Dr. B. Wielinga. Utrecht, G.J.A. Ruys.
In de November-aflevering vangt Prof. Dr. A. Anema een studie over Augustinus' Rechts- en Staatsleer aan. L.E. wijdt een essay aan den Munsterschen Keurbisschop Christoph Bernard van Galen. De heer J.R. Snoeck Henkemans handelt over sociale maatregelen in oorlogsnood. Dr. B. Wielenga verklaart het militarisme van Nietzsche en Ds. J. Jac. Thomson prijst Guido Gezelle. De heer L.C. Diehl dicht verzen.
| |
De Gids. Onder redactie van D. van Blom, H.T. Colenbrander, C.Th. van Deventer, J.N. van Hall, E.J. De Meester, Jan Veth en R.P.J. Tutein Nolthenius. Amsterdam, P.N. van Kampen & Zoon.
De redactie herdenkt in de November-aflevering Mr. C.Th. van Deventer als Gids-redacteur. Na verzen van A. Roland Holst besluit de heer J. de Meester zijne vertelling ‘Carmen’. De heer Jos. Loopuyt geeft een levensbeeld van Jean Jaurés. ‘De dingen die naderen’ is de titel eener novelle door Frans Erens. Mr. H. Binnerts behandelt het opvoedkundige element in de straf. De heer J. Everts geeft een novelle, getiteld ‘de achtste dag.’ Dr. Jan Veth herdenkt den schilder F. Hart Nibbrig.
| |
De Nieuwe Gids, [mede nieuwe serie van de Twintigste Eeuw en het Tweemaandelijksch Tijdschrift], maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en wijsbegeerte, onder redactie van: Dr. H.J. Boeken, Lodewijk van Deyssel, Mr. Frans Erens, Willem Kloos, Jac. van Looy, Frans Netscher. Uitgegeven te 's Gravenhage door de N.V. Electr. Drukkerij ‘Luctor et Emergo’.
In de November-aflevering besluit Herman Middendorp zijn romantisch spel ‘Clarinde’ en vervolgt de heer G. van Hulzen zijn roman aan 't lichtende strand. De heer J. Rietema doet een wonderlijk verhaal uit den grijzen voortijd. Frans Erens verhaalt een geestverschijning: ‘de haarlok’. Jac. van Looy beschrijft een verjaring. André de Ridder vervolgt zijn beschrijving van het salon van Ninon de l'Enclos. Maurits Wagenvoort verhaalt van de vreemdelingen in het rococo-gezelschapsleven te Rome. Cornelis Veth bespreekt een biografie van Gustave Doré. Martin Greif en François Pauwels zingen gedichten.
| |
| |
| |
De Beweging, algemeen maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en staatkunde, onder redactie van H.P. Berlage Nz., Albert Verwey, Is. P. de Vooys. Amsterdamsche Boekhandel, Amsterdam.
In de November-aflevering behandelt de heer Albert Verwey het onderscheid en de overeenstemming tusschen de poëzie van voor en van na 1880. De heer A. de Braconier geeft romantische herinneringen uit Java. Verzen worden gezongen door J. Jac. Thomson, J.J. van der Brandeler - den Beer Poortugael, den heer Volker en Jan van Nijlen. De heer Jacob Israël de Haan zet zijn juridische kritiek op Van Dale's Woordenboek voort en de heer Paul Cronheim zet Jacob Israël de Haan's aanval op Duitsche rechtsgeleerden voort.
| |
Onze Kunst, geïllustr. maandschrift voor beeldende kunst; bestuurder: Dr. P. Buschmann; Uitgave der naamlooze vennootschap ‘Onze Kunst’, L.J. Veen, uitgever, Amsterdam, Keizersgracht, 485.
In de aflevering van Augustus 1915 behandelt de heer Jacques Mesnil de tentoonstelling van oude Kunst in het Musée des Beaux Arts de la Ville de Paris. De heer J.G. Veldheer handelt over grafische kunst in de samenleving. De heer W. Steenhoff wijdt een opstel aan de nagedachtenis van H.W. Mesdag.
De aflevering van September 1815 is grootendeels gewijd aan eene met talrijke afbeeldingen toegelichte beschouwing van den heer G.D. Gratama, over de belangrijke tentoonstelling van Oude Kunst in het bezit van bewoners van Haarlem en omstreken, gehouden in het Frans-Hals-museum aldaar.
Nog behelst deze aflevering een open brief van den heer Jac. Mesmil aan Prof. Dr. Paul Clemen.
| |
De Levende Natuur, opgericht door E. Heimans, J. Jaspers Jr. en Jac. P. Thijsse, redactie: J. Heimans, Amsterdam, Jac. P. Thijsse, Bloemendaal.
In het nummer van 1 November besluit de heer B.E. Bouwman zijn studie over de wegwespen en hun parasiet. De troskers of wilde sering wordt door den heer Leonard A. Springer beschreven. De heer G.A. Posthuma gaat voort ons verschillende lagere zoetwaterbewoners voor te stellen. Dezelfde beschrijft een aardig avontuur met een wezeltje. I.M. vertelt onderhoudend van allerlei mooie planten tusschen de voegen der kademuren te Rotterdam.
In het nummer van 16 November beschrijft de heer L. Dorsman Czn. een prachtige daphnia: het glaskreeftje of Leptodora hyatina. Een nieuwe slak voor de Nederlandsche fanna, vitrina diaphana, de zwartmantelige glasslak heeft de heer J. Den Doop gevonden. De salamanders van Nederland worden door den heer C. Willemse in systeem gebracht. De heer Jac. P.Th. determineert een reuzenvorm van den paddestoel Pholiota squarrosa. De heer J. Heimans geeft een referaat van een verhandeling van den heer W.W. Schipper over de verspreiding van de donzige klis in verband met den aard van den bodem. De heer Bolleman van der Veen pleit opnieuw voor natuurbescherming.
| |
De Hollandsche Revue, geredigeerd door Frans Netscher en uitgegeven door Vincent Loosjes te Haarlem.
In het nummer van 25 October wordt het karakter geschetst der Zaandamsche uitgevers P. Out en G.J. Honig.
|
|