| |
| |
| |
Tijdschriften.
Onze Eeuw. Maandschrift voor Staatkunde, Letteren, Wetenschap en Kunst, onder redactie van P.J. Blok, P.D. Chantepie de la Saussaye, G.F. Haspels, E.B. Kielstra, K. Kuiper, Jhr. H. Smissaert en J.D. van der Waals Jr. Haarlem, de Erven F. Bohn.
In het Octobernummer vervolgt de heer Gerard van Eckeren de geschiedenis der familie Van Beemster. Dr. E.B. Kielstra handelt over de afdeeling Indragiri. Jacqueline van der Waals plaatst haar voordracht over Ibsen's Brand. Johanna W.A. Naber besluit haar relaas van de reis van Augusta van Westenhage de Mist door de Binnenlanden van Zuid-Afrika. Martin Permys zingt verzen.
| |
Stemmen des Tijds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Onder redactie van Dr. W.J. Aalders, Mr. A. Anema, H. Colijn, Mr. P.A. Diepenhorst, Dr. P.J. Kromsigt, P.J. Molenaar, Dr. J.C. De Moor, Dr. E.H. Renkema, Mr. V.H. Rutgers, Dr. J.R. Slotemaker de Bruine, Dr. J.Th. De Visser, Dr. B. Wielinga. Utrecht, G.J.A. Ruys.
Over Christendom en Staat handelt Dr. J.R. Slotemaker de Bruine in de October-aflevering. Mej. H.S.S.K. geeft een keur van stafrijmen in spreekwoorden en zegswijzen. De heer G.F. Gezelle Meerburg handelt over Lichaam en Ziel. Willem de Mérode en Elise Berends brengen gedichten. Dr. M. Visser licht Milton's geestelijk en dichterlijk bestaan in het laatste tijdperk van zijn leven toe.
| |
De Gids. Onder redactie van D. van Blom, H.T. Colenbrander, C.Th. van Deventer, J.N. van Hall, E.J. De Meester, Jan Veth en R.P.J. Tutein Nolthenius. Amsterdam, P.N. van Kampen & Zoon.
In de Oetober-aflevering zet de heer J. de Meester zijne vertelling ‘Carmen’ voort. Hélène Swarth wijdt tien sonnetten aan de liefde. Dr. M.C. Valeton handelt over bronnen en samenstelling der Ilias, de heer P. Valkhoff over den stijl van Anatole France. De heer Van Outhoorn schrijft nog iets over Karl Lamprecht. M. Scharten - Antink schetst een vrouw met een pruik. Dr. Ch.M. van Deventer behandelt Kant's brochure over den eeuwigen vrede. De heer J. van Rossem wijdt een gedicht ‘als aan een doode’.
| |
De Nieuwe Gids, [mede nieuwe serie van de Twintigste Eeuw en het Tweemaandelijksch Tijdschrift], maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en wijsbegeerte, onder redactie van: Dr. H.J. Boeken, Lodewijk van Deyssel, Mr. Frans Erens, Willem Kloos, Jac. van Looy, Frans Netscher. Uitgegeven te 's Gravenhage door de N.V. Electr. Drukkerij ‘Luctor et Emergo’.
Een bijzonder fijn en dichterlijk romantisch spel, ‘Clarinde’ wordt door Herman Middendorp aan de October-aflevering geschonken. De heer G. van Hulzen vervolgt zijn roman aan 't lichtende strand. De heer Frans Smits schetst ‘een Weezeken’, Jac. van Looy een verjaardag. De heer Frits van Raalte doet onderzoekingen naar de verhouding tusschen geheugen en verstand. André de Ridder beschrijft het salon van Ninon de l'Enclos. Corn. Veth behandelt Max Beerbohm's caricaturen. Van den jonggestorven dichter J. Philip van Goethem is een gedicht ‘de schoone stem’ opgenomen.
| |
| |
| |
De Beweging, algemeen maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en staatkunde, onder redactie van H.P. Berlage Nz., Albert Verwey, Is. P. de Vooys. Amsterdamsche Boekhandel, Amsterdam.
In het Octobernummer geeft de heer Maurits Uylders een verhandeling over Gustav Mahler's ‘Lied von der Erde.’ Gerda van Beveren zingt van een zeevisioen. De heer J. Koopmans handelt over Jan Vos en het Amsterdamsche Maecenaat.
| |
Onze Kunst, geïllustr. maandschrift voor beeldende kunst; bestuurder: Dr. P. Buschmann; Uitgave der naamlooze vennootschap ‘Onze Kunst’, L.J. Veen, uitgever, Amsterdam, Keizersgracht, 485.
In de rijk geïllustreerde aflevering van November-December 1914 wijden Paul Lambotte en Erasme een verzorgde studie aan de nagedachtenis van den grooten Vlaamschen schilder Eugène Smits, van wiens werk 18 illustraties een denkbeeld geven. Jacques Mesnil komt op voor het aandeel dat Henry van de Velde had in den bouw van het ‘Théâtre des Champs Elysées’ te Parijs, dat, naar uit een twaalftal gereproduceerde teekeningen blijkt door de architecten-aannemers A. & G. Perret minder gelukkig werd uitgevoerd.
Het fraai geïllustreerde nummer van Juli 1915 is geheel aan Jan Toorop gewijd, wiens werk in een uitvoerig essay door Miek Janssen gewaardeerd wordt.
| |
De Levende Natuur, opgericht door E. Heimans, J. Jaspers Jr. en Jac. P. Thijsse, redactie: J. Heimans, Amsterdam, Jac. P. Thijsse, Bloemendaal.
In het nummer van 1 October bespreekt de heer Jac. P.Th. het huislook. Dr. W.G.N. van der Sleen houdt een verhandeling over de mollusken aan het strand. De heer J. Heimans toont de bacterie van den plantenkanker als gevaarlijken ziekteverwekker bij den mensch. Van een badgelegenheid voor vogels verhaalt F.B.
In het nummer van 16 Öctober geeft de heer Jac. P.Th. een interessante verhandeling over de noodzakelijke onaantastbaarheid van natuurmonumenten. De heer B.E. Bouwman beschrijft de wegwespen en hun parasiet, de heer G.A. Posthuma zoetwatersponzen. Ph.A.M. vertelt van de misvormingen, die de kruisbloemen van Herderstaschje en Hongaarsche raket door het wierzwam Crystopus candidus ondergaan.
| |
De Hollandsche Revue, geredigeerd door Frans Netscher en uitgegeven door Vincent Loosjes te Haarlem.
In het nummer van 25 September wordt het karakter geschetst van Mej. E.C. Knappert, oud-directrice van het Volkshuis te Leiden.
|
|