| |
| |
| |
Tijdschriften.
Onze Eeuw. Maandschrift voor Staatkunde, Letteren, Wetenschap en Kunst, onder redactie van P.J. Blok, P.D. Chantepie de la Saussaye, G.F. Haspels, E.B. Kielstra, K. Kuiper, Jhr. H. Smissaert en J.D. van der Waals Jr. Haarlem, de Erven F. Bohn.
De aflevering van Februari wordt ingeleid met eene novelle ‘Petite Marquise’ door Mevr. P.C.J. Smissaert - Boogaert. Prof. Dr. F.J.L. Krämer deelt onmisbare retroacta tot den oorlog mede. De heer P. Raëskin vervolgt zijn roman ‘Oue Jane’. Dr. G.J. Heering besluit zijn onderzoek naar de psychanalyse en het geestesleven. ‘Iemand’ springt weder zeer sierlijk van den hak op den tak. Ellen bezingt Gouden Poorten. De schrijver van het ‘Buitenland’ oordeelt óók dat ‘Gross ist die Zeit und gewaltig’ en beveelt óók aan, dat Nederland zich sterker wapene ‘opdat niet bij de vredesonderhandelingen ons land, niet zijn rijke koloniën, als een partij oud goud in den smeltkroes worde geworpen.’....
| |
De Gids. Onder redactie van D. van Blom, H.T. Colenbrander, C.Th. van Deventer, J.N. van Hall, A.A.W. Hubrecht, E.J. De Meester, W.L.P.A. Molengraaff en R.P.J. Tutein Nolthenius. Amsterdam, P.N. van Kampen & Zoon.
Het Februarinummer wordt geopend met verzen van oorlog en vrede door Hélène Swarth. Marcellus Emants vervolgt zijn roman ‘Liefdeleven’ en Dr. J. Prinsen J. Lzn. vervolgt zijn beschouwing over het sentimenteele bij Feith, Wolff-Deken en Poot. Dr. Jan Veth behandelt de verhouding van Andreas Vesalius tot de Kunst. Prof. D. van Blom stelt nogmaals leening of heffing in eens tegenover elkander. Prof. H. Krabbe bepleit meer zeggenschap van het parlement in de buitenlandsche politiek. Dr. W.G.C. Byvanck vervolgt zijn beschouwingen over den oeconomischen oorlog. Dr. H.T. Colenbrander bespreekt meerdere oorlogsliteratuur. Dr. P.C. Boutens zingt een klaagzang op de te vroeg gestorvenen.
| |
Stemmen des Tijds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Onder redactie van Dr. W.J. Aalders, Mr. A. Anema, H. Colijn, Mr. P.A. Diepenhorst, Dr. P.J. Kromsigt, P.J. Molenaar, Dr. J.C. De Moor, Dr. E.H. Renkema, Mr. V.H. Rutgers, Dr. J.R. Slotemaker de Bruine, Dr. J.Th. De Visser, Dr. B. Wielinga. Utrecht, G.J.A. Ruys.
In de Februari-aflevering zet de oud-minister H. Colijn zijne belangrijke beschouwingen over den volkerenkrijg voort, eindigende met een zakelijk en helder verweer tegen de aanvallen, die de heeren De Beaufort en De Savomin Lohman tegen hem richtten. De heer P.J. Molenaar bespreekt het Ie deel van Kloos' Literatuurgeschiedenis, de heer M. Lindenborn den rechtstoestand der Inlandsche Christenen. ‘Naar het Huis’ is de titel eener novelle door den heer O. Ruysch. Verzen zijn er van Soera Rama, J.A. Rispens, Elise Berends en van G.
| |
| |
| |
De Nieuwe Gids, [mede nieuwe serie van de Twintigste Eeuw en het Tweemaandelijksch Tijdschrift], maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en wijsbegeerte, onder redactie van: Dr. H.J. Boeken, Lodewijk van Deyssel, Mr. Frans Erens, Willem Kloos, Jac. van Looy, Frans Netscher. Uitgegeven te 's Gravenhage door de N.V. Electr. Drukkerij ‘Luctor et Emergo’.
Met een novelle van Jac. van Looy wordt de Februari-aflevering geopend. De heer G. van Hulzen vervolgt zijn roman ‘Aan 't lichtende strand.’ De heer Frans Erens deelt iets mede uit het dagboek van een grensbewoner, Dr. Robert Foncke een dagboek over het bombardement te Mechelen. De heer Henri van der Mandere geeft zijn opvatting van de diplomatieke voorgeschiedenis van het Europeesche statenconflict. De heer J.A. Bientjes gaat voort, Dr. J. van Vloten als goed vaderlander te herdenken. Dr. J. de Jong bespreekt fantasie en werkelijkheid in het kunstenaarsleven. De heer J. Brouwer huldigt Kathleen Parlow. Cornelis Veth behandelt Nederlandsche grafische kunst. De heer Joh. W. Broedelet maakt eene tooneel-notitie. Gedichten worden gezongen door Hein Boeken, Joannes Reddingius en Jules Schürmann.
| |
De Beweging, algemeen maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en staatkunde, onder redactie van H.P. Berlage Nz., T.J. de Boer, Albert Verwey, Is. P. de Vooys. Amsterdamsche Boekhandel, Amsterdam.
In de Februari-aflevering bezingt Albert Verwey den strijd in de loopgraven. Eng. de Bock geeft Antwerpsche schetsen van voor den oorlog. Jacob Israël de Haan zingt Joodsche liederen en zet zijn polemiek tegen Duitsche rechtsgeleerden voort. P.N. van Eyck en Else Bukowsky zingen liederen. De heer G.C.G. Meuleman vertaalt de Hamlet-sage van Saxo grammaticus.
| |
De Levende Natuur, opgericht door E. Heimans, J. Jaspers Jr. en Jac. P. Thijsse, redactie: J. Heimans, Amsterdam, Jac. P. Thijsse, Bloemendaal.
In het nummer van 1 Februari besluit Dr. J.V. Suringar zijne beschrijving van het arboretum der Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Boschbouwschool te Wageningen. De heer J. Botke besluit zijn onderzoek naar molleheuvels. Over den velduil houdt de heer J. Drijver een aardige causerie. De heer D.L. Uyttenboogaart doet verdere interessante mededeelingen over zijn tamme smaragdhagedissen. Jan Verwey geeft een aardig uittreksel uit zijn dagboek over den grauwen klauwier.
In het nummer van 15 Februari geeft de heer A.B. van Deinse te Rotterdam een belangwekkend verslag over de vier vinvisschen (walvischachtigen), die in November 1914 aan onze kust spoelden. De heer G. Wolde geeft een overzicht van de 1913-1914 op Oranje-Nassau-Oord bereikte resultaten met de cultuur van in 't wild levende vogels. De heer Jac. P. Thijsse deelt nog een en ander mede over de vogelbeweging aan den vuurtoorn Brandaris op Terschelling.
| |
De Hollandsche Revue, geredigeerd door Frans Netscher en uitgegeven door Vincent Loosjes te Haarlem.
In het nummer van 25 Januari wordt na behandeling van de Apeldoornsche papierindustrie, het behoud van Natuurmonumenten en meubels van het Binnenhuis, het karakter geschetst van den industrieel W.J. Stokvis.
|
|