| |
| |
| |
Tijdschriften.
Onze Eeuw. Maandschrift voor Staatkunde, Letteren, Wetenschap en Kunst, onder redactie van P.J. Blok, P.D. Chantepie de la Saussaye, G.F. Haspels, E.B. Kielstra, K. Kuiper, Jhr. H. Smissaert en J.D. van der Waals Jr. Haarlem, de Erven F. Bohn.
In de Juni-aflevering houdt Prof. Dr. P.D. Chantepie de la Saussaye een terugblik over de vorige verkiezingen. Dr. E.B. Kielstra behandelt de ontwikkeling van Noord-Borneo. Prof. K. Kuiper besluit zijn studie over den ontwikkelingsgang der Grieksche tragedie. Prof. Dr. F.J.L. Krämer schetst de verhouding tusschen het Jong-Turken-Comité en den Balkanbond. Verzen worden bijgedragen door Henk Mulder, Balthazar Verhagen en Jules Schürmann.
| |
De Gids. Onder redactie van D. van Blom, H.T. Colenbrander, C.Th. van Deventer, J.N. van Hall, A.A.W. Hubrecht, E.J. De Meester, W.L.P.A. Molengraaff en R.P.J. Tutein Nolthenius. Amsterdam, P.N. van Kampen & Zoon.
In de Juni-aflevering vervolgt Dr. P.P.H. van Moerkerken zijn roman ‘De bevrijders.’ Frans Bastiaanse geeft verzen uit ‘Een Zomerdroom.’ Prof. J.J. Salverda de Grave behandelt het Roelandslied en de theorie van Prof. Bédier. De heer A.W. Weismann bespreekt de eischen van het verkeer te Amsterdam in verband met ontworpen of ondernomen doorbraken. Dr. A.W. van Renterghem geeft zijn oordeel over de vrije uitoefening der geneeskunst. De heer R.N. Roland Holst critiseert Nederlandsche overheidskunst. Dr. N.H. Swellengrebel bespreekt het vraagstuk der pestbestrijding. De heer C. Pekelharing kondigt de laatste (!) hypothese over het wezen van het schoone aan. Dr. Jan Veth verhaalt van Oud-Hollandsche kunst in den vreemde. François Pauwels geeft zeven gedichten.
| |
De Nieuwe Gids, [mede nieuwe serie van de Twintigste Eeuw en het Tweemaandelijksch Tijdschrift], maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en wijsbegeerte, onder redactie van: Dr. H.J. Boeken, Lodewijk van Deyssel, Mr. Frans Erens, Willem Kloos, Jac. van Looy, Frans Netscher. Uitgegeven te 's Gravenhage door de N.V. Electr. Drukkerij ‘Luctor et Emergo’.
De Juni-aflevering bevat den eersten van een cyclus van vier één-acters door Frans Mijnssen onder den titel ‘Ida Wahl.’ Gustaaf Vermeersch geeft een novelle ‘Vergeefsche Verwachting.’ G. van Hulzen vervolgt zijn roman ‘Aan 't Lichtende Strand’, Dr. A. Aletrino zijn studies rondom Napoleon. Dr. H.A. Naber geeft een levendige en hoogst belangwekkende beschouwing over de meetkundige kennis en het meetkundige gevoel der oude Egyptenaren (gulden snede als grondslag der pyramiden.) Gedichten worden gegeven door Victor E. van Vriesland, François Pauwels, Jules Schürmann. Corn. Veth pruttelt ook nog wat over den Rotterdamschen stadhuisbouw.
| |
De Beweging, algemeen maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en staatkunde, onder redactie van H.P. Berlage Nz., T.J. de Boer, Albert Verwey, Is. P. de Vooys. Amsterdamsche Boekhandel, Amsterdam.
De Juni-aflevering bevat een novelle ‘Heerk Walling’ van Nine van der Schaaf. De heer H.P. Berlage Nzn. plaatst de vierde en laatste zijner lezingen over Stedenbouw. De heer J.I. de Haan deelt een verhaal mede uit Russische
| |
| |
gevangenissen. Gedichten worden bijgedragen door Käthe Mussche, J. Berkel, N. v. Bygaarden en A. van Leiden. Aert van der Leeuw geeft een schets: Straatmuziek.
| |
Stemmen des Tijds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Onder redactie van Dr. W.J. Aalders, Mr. A. Anema, H. Colijn, Mr. P.A. Diepenhorst, Dr. P.J. Kromsigt, P.J. Molenaar, Dr. J.C. De Moor, Dr. E.H. Renkema, Mr. V.H. Rutgers, Dr. J.R. Slotemaker de Bruine, Dr. J.Th. De Visser, Dr. B. Wielinga. Utrecht, G.J.A. Ruys.
In de Juni-aflevering herdenkt Dr. L.C. Schuller tot Peursum het eeuwfeest van het Nederlandsche Bijbelgenootschap. Dr. E.H. Raukema voegt zich bij het koor van hen, die tegen de lyceumplannen waarschuwen. Bernarda vervolgt hare novelle ‘Als 't vertrouwen sterft.’ De heer H.J. van Wijlen bepleit een oplossing van den schoolstrijd op 't gebied van 't lager onderwijs.
| |
Ons Tijdschrift. Christelijk letterkundig maandblad onder redactie van L. Bückmann, C. Gerretson, J. Lens, G. Schrijver, Dr. J. van der Valk. 's Gravenhage, D.A. Daamen.
In het Meinummer vervolgt mevr. J.M. Westenbrink - Wurtz haar roman ‘Jong Vrouwtje.’ Dr. P. Blaauw behandelt de vrijzinnig-demokratische circulaire ten gunste van vermenging van godsdienst en politiek. De heer H.J. Tollig bezingt het bloeien der seringen. Mevr. H.C. Gunning - De Vries bepleit aan de hand van twee Fransche romans huwelijkstrouw tegenover vrije liefde.
| |
Onze Kunst, geïllustr. maandschrift voor beeldende kunst; bestuurder: Dr. P. Buschmann Jr.; Uitgave der naamlooze vennootschap ‘Onze Kunst’ Antwerpen, - voor Nederland: L.J. Veen, Amsterdam, - voor Duitschland: F. Völckmar, Leipzig.
In de Juni-aflevering behandelt de heer Jos. Destrée een verloren origineel van Hugo van der Goes, waarvan drie verschillende copieën, in deze aflevering gereproduceerd, getuigenis afleggen.
De heer Arnold Goffin behandelt den modernen somber-romantischen schilder William Degouve de Nuncques, wiens picturaal zwaarmoedig expressie-vermogen door vele illustraties aanschouwelijk wordt gemaakt.
| |
De Natuur, populair geïllustreerd maandblad, gewijd aan de natuurkundige wetenschappen en hare toepassing, onder redactie van Dr. Z.P. Bouman. Utrecht, J.G. Broese.
In het nummer van 15 Juni geeft de heer F.E. Alsberg eenige bijzonderheden van het Amerikaansche spoorwegwezen. De heer W.C. van der Winden beschrijft den projectie-lantaarn als polarisatie-apparaat. De heer E.K.L.A. Beyen besluit zijn beschrijving van den toekomst-accumulator van Prof. Dr. H.J. Hannover. De heer G.J.J. v.d. Lubbe betoogt, dat de doos van den metaalbarometer niet luchtledig is. D.S.S. beschrijft een verbetering in den Kinematograaf, P.E.W. Kok het pottenbakken, Dr. D. van Gulik de draadlooze berichten van den Eifeltoren en H.E. Kuylman twee tapuiten. De heer J.M. Steffelaar W.E.T. geeft een indruk van de Berninabaan.
| |
De Levende Natuur, onder redactie van E. Heimans en Jac. P. Thijsse, uitgave van W. Versluys te Amsterdam.
In het nummer van 1 Juni beschrijft de heer J.v.S. het maken van rupsenkasten. De heer C. Eykman handelt over Hollandsche buizerden. Aardig wordt een tocht naar den Brocken beschreven. De heeren Jansen en Wachter vervolgen hun studie over Zuid-Limburgsche grassen. Mevr. J.L. Maris - Fransen van de Putte keuvelt over schelpen aan de Noord-Hollandsche kust.
In het nummer van 15 Juni schrijft de heer Jac. P.Th. over jonge vogels en de heer S. over een Tjif-tjaf-huishouden. De heer W.J. Dijk beschrijft een ruwe, wreedaardige otterjacht. De heer J.v.d. Veen handelt over den Plataan en de
| |
| |
heer G.J. Meinen over de waterviolier. De heer K. Boedijn neemt een kijkje in het Amsterdamsche aquarium. Dr. W.G.N. van der Sleen deelt een vacantie-herinnering mede en de heer P.J. Bolleman van der Veen pleit voor betere natuurbescherming.
| |
De Hollandsche Revue, geredigeerd door Frans Netscher en uitgegeven door Vincent Loosjes te Haarlem.
De aflevering van 25 Mei vervolgt de schets van leven en werk van den groot-industrie-schilder Herman Heijenbroek.
|
|