| |
| |
| |
Tijdschriften.
Onze Eeuw. Maandschrift voor Staatkunde, Letteren, Wetenschap en Kunst, onder redactie van P.J. Blok, P.D. Chantepie de la Saussaye, G.F. Haspels, E.B. Kielstra, K. Kuiper, Jhr. H. Smissaert en J.D. van der Waals Jr. Haarlem, de Erven F. Bohn.
In de Mei-aflevering besluit de heer P. Raëskin zijne novelle ‘Nonneke’. Prof. K. Kuiper vervolgt den ontwikkelingsgang der Grieksche tragedie. Dr. A.G. van Hamel geeft Iersche indrukken. De heer D.J. van der Ven behandelt de volkspoëzie der spinneweken. Dr. J. de Jong verhaalt de loopbaan van Lilly Lehmann. Verzen volgen van C.A.B. van Herwerden.
| |
De Gids. Onder redactie van D. van Blom, H.T. Colenbrander, C.Th. van Deventer, J.N. van Hall, A.A.W. Hubrecht, E.J. De Meester, W.L.P.A. Molengraaff en R.P.J. Tutein Nolthenius. Amsterdam, P.N. van Kampen & Zoon.
In de Mei-aflevering begint een roman van Dr. P.H. van Moerkerken, getiteld ‘De Bevrijders’. Over Anatole France schrijft de heer P. Valkhoff. Mr. P. Otten zingt eene ballade ‘Isenbele’. De heer H.J. Westerling verhaalt een stukje Middeleeuwsche Jodengeschiedenis. Johan Wesselink dicht een novelle uit de groote stad. Dirk Coster behandelt Carry van Bruggen's Heleen, Prof. C. van Vollenhoven den strijd om het adatrecht, Prof. J.G. Sleeswijk pest en pestbestrijding.
| |
De Nieuwe Gids, [mede nieuwe serie van de Twintigste Eeuw en het Tweemaandelijksch Tijdschrift], maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en wijsbegeerte, onder redactie van: Dr. H.J. Boeken, Lodewijk van Deyssel, Mr. Frans Erens, Willem Kloos, Jac. van Looy, Frans Netscher. Uitgegeven te 's Gravenhage door de N.V. Electr. Drukkerij ‘Luctor et Emergo’.
In de Mei-aflevering vervolgt de heer G. van Hulzen zijn roman ‘Aan 't lichtende strand’. Jac. van Looy geeft een ‘Uitvaart’, Aleida van Pellecom een schets ‘Oud’ en Felix Timmermans drie krachtig schoone herfst- en winterstemmingen uit zijn serie Vlaamsche natuurtafereelen. De heer J.R. van Stuwe Hzn. vervolgt zijn verhandeling over John Masefield, Dr. A. Aletrino zijn studies rondom Napoleon. Mej. Mien Vermeulen geeft een gedicht. Ten slotte worden drie nieuw ontdekte verzen van Keats gepubliceerd.
| |
De Beweging, algemeen maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en staatkunde, onder redactie van H.P. Berlage Nz., T.J. de Boer, Albert Verwey, Is. P. de Vooys. Amsterdamsche Boekhandel, Amsterdam.
In het Meinummer vangt Prof. T.J. de Boer een studie over psychanalyse aan. Aan Shelley is een nagelaten gedicht van Alex. Gutteling gewijd. De heer H.P. Berlage Nzn. plaatst zijn derde lezing over Stedebouw. De heer Jacob Israël de Haan bezingt den bloemendag van het Joodsche nationale fonds. Giza Rischl, J.G. Danser en Joosken den Beer Poortugael zingen liederen.
| |
| |
| |
Stemmen des Tijds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Onder redactie van Dr. W.J. Aalders, Mr. A. Anema, H. Colijn, Mr. P.A. Diepenhorst, Dr. P.J. Kromsigt, P.J. Molenaar, Dr. J.C. De Moor, Dr. E.H. Renkema, Mr. V.H. Rutgers, Dr. J.R. Slotemaker de Bruine, Dr. J.Th. De Visser, Dr. B. Wielinga. Utrecht, G.J.A. Ruys.
De Mei-aflevering wordt geopend met onderhoudende brieven van den oud-minister Z. Exc. Colijn van zijn reis naar China. Dr. H.T. Oberman behandelt Rabindranath Tagore. ‘Als 't vertrouwen sterft’ is de titel eener novelle door Bernarda. Dr. D. Plooy vervolgt zijn beschouwingen over de grenzen van Antike en Christendom.
| |
Ons Tijdschrift. Christelijk letterkundig maandblad onder redactie van L. Bückmann, C. Gerretson, J. Lens, G. Schrijver, Dr. J. van der Valk. 's Gravenhage, D.A. Daamen.
Het Aprilnummer wordt geopend met eene novelle ‘Jong Vrouwtje’ door mevr. J.M. Westerbrink - Wirtz. Mr. P.H. Ritter Jr. houdt beschouwingen over proza en poëzie. H. van Meerenveldt geeft een schets: ‘De oude Man’. Willem de Mérode bezingt Eroos, den Tuin en Pieta. R. Tharod geeft mede eene novelle: ‘Verjaardag’.
| |
Onze Kunst, geïllustr. maandschrift voor beeldende kunst; bestuurder: Dr. P. Buschmann Jr.; Uitgave der naamlooze vennootschap ‘Onze Kunst’ Antwerpen, - voor Nederland: L.J. Veen, Amsterdam, - voor Duitschland: F. Völckmar, Leipzig.
In de Mei-aflevering betoogt Dr. J. Six, dat de Rommelpotspeler van Genève moet toegeschreven worden aan Aert de Gelder. De heer Ary Delen behandelt de kunst van heden in de Antwerpsche tentoonstelling van dit jaar, o.a. Vincent van Gogh, Jacob Smits, James Ensor, Rik Wouters. De heer J.D. Kronig den dusver onbekenden Rembrandt ‘Ariadne en Bacchus op Naxos’.
| |
De Natuur, populair geïllustreerd maandblad, gewijd aan de natuurkundige wetenschappen en hare toepassing, onder redactie van Dr. Z.P. Bouman. Utrecht, J.G. Broese.
In het nummer van 15 Mei deelt de heer G.M. Claus iets mede over vervoerbare stations voor draadlooze telegrafie, de heer W.M. Mieras iets over het onderzoek van goud en zilver, en Mimosa iets over hagedisachtige dieren. Dr. G.J.D. Mounier bepleit, in overeenstemming met onze ‘christelijke’ jaartelling, voortaan alle klokken op de wereld naar die van Bethlehem te regelen, zoodat de tijd van Bethlehem op de geheele wereld uniform de eenige officieele zou zijn. Dr. D. Knuttel besluit zijn beschouwingen over photoluminiscentie. Dr. D. van Gulik stelt eene beveiliging van ontvangtoestellen voor draadlooze telegrafie tegen den bliksem voor. Dr. Calkoen beschrijft den invloed van uiterst geringe hoeveelheden van sommige bodembestanddeelen op den plantengroei. Dr. A.J.C. Snijders berekent de verbrandingswaarde der steenkool. De heer E.K.L.A. Beyen E.I. beschrijft den toekomstsakkumulator van Prof. Dr. H.J. Hannover.
| |
De Levende Natuur, onder redactie van E. Heimans en Jac. P. Thijsse, uitgave van W. Versluys te Amsterdam.
In het nummer van 1 Mei handelt de heer Jac. P. Thijsse over stofzaad. De heer J. Drijver verhaalt van den grutto, de heer J. Vijverberg van kievit, kraai en tureluur, beiden met opnamen van vogels en nesten. De heer A.B. Wigman beschrijft een excursie in koude Aprildagen, waarin sneeuw de bergen bedekte, naar Bingen en omgeving. De heer W.L.M.E. van Leeuwen schetst Bussums lage landen. Mej. Marie Gijsen vertelt aardig van de ganzen, die zij door een Minorca liet uitbroeden. Nog deelt de heer J. Drijver zijn ervaringen mede van het wielrijden met licht over donkere landwegen en de heer J. Kohnhorst de zijne van eene lentewandeling.
| |
| |
In het nummer van 15 Mei behandelt de heer E. Heimans den oorsprong van de Geulflora, terwijl de heeren Jansen en Wachter Zuid-Limburgsche grassen beschrijven. ‘Vrouwke’ vertelt van een zwaluwnest binnenskamers in den huiselijken kring. Beschreven wordt een tocht naar de Betuwe. De heer W.L.M.E. van Leeuwen bespreekt Bussums hooge landen. De heer D. Woltman verhaalt van enkele vogels op Schiermonnikoog.
| |
De Hollandsche Revue, geredigeerd door Frans Netscher en uitgegeven door Vincent Loosjes te Haarlem.
Het nummer van 25 April bevat de karakterschets van Herman Heyenbrock, den schilder der groot-industrie.
|
|