| |
| |
| |
Tijdschriften.
Onze Eeuw. Maandschrift voor Staatkunde, Letteren, Wetenschap en Kunst, onder redactie van P.J. Blok, P.D. Chantepie de la Saussaye, G.F. Haspels, E.B. Kielstra, K. Kuiper, Jhr. H. Smissaert en J.D. van der Waals Jr. Haarlem, de Erven F. Bohn.
In de April-aflevering vervolgt de heer P. Raëskin zijn novelle ‘Nonneke.’ Dr. Th. Bussemaker besluit zijn studie over John Bright. Prof. K. Kuiper schetst den ontwikkelingsgang der Grieksche tragedie. Jhr. Mr. H. Smissaert bespreekt wettelijke regeling van het levensverzekeringsbedrijf. Herman Middendorp zingt verzen. De heer C.K. Elout bezingt het ministerie-Cort-van-der-Linden.
| |
De Gids. Onder redactie van D. van Blom, H.T. Colenbrander, C.Th. van Deventer, J.N. van Hall, A.A.W. Hubrecht, E.J. De Meester, W.L.P.A. Molengraaff en R.P.J. Tutein Nolthenius. Amsterdam, P.N. van Kampen &. Zoon.
De April-aflevering heft aan met eene novelle van M. Scharten - Antink: de Vogelaars, gevolgd door een mythologisch gedicht van Karel van de Woestyne: de Stierendief. Dr. Ch.M. van Deventer haalt uit ‘de rommelkamer der wetenschap’ allerlei oude ontdekkingen te voorschijn. De heer Th.M. Roest van Limburg geeft sociologische fragmenten uit het leven der volksmassa. Mr. C.Th. van Deventer duidt een weg aan naar den Indischen schoolvrede. Hélène Swarth bezingt in negen sonnetten de liefde. De heer J.A. Loeber Jr. prijst den Duitschen Werkbond en Dr. H.T. Colenbrander den minister Cort van der Linden.
| |
De Nieuwe Gids, [mede nieuwe serie van de Twintigste Eeuw en het Tweemaandelijksch Tijdschrift], maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en wijsbegeerte, onder redactie van: Dr. H.J. Boeken, Lodewijk van Deyssel, Mr. Frans Erens, Willem Kloos, Jac. van Looy, Frans Netscher. Uitgegeven te 's Gravenhage door de N.V. Electr. Drukkerij ‘Luctor et Emergo’.
In het Aprilnummer vervolgt de heer G. van Hulzen zijne novelle ‘Aan 't lichtende strand.’ Van den roman ‘Het gevloekte geslacht’ van Jozef Cohen verschijnt een fragment. De heer Leo Polak plaatst zijn openbare les ter intrede als privaatdocent over ‘Het kritische probleem’. Josephine Giese bespreekt Ernest Hello; Frans Erens schrijft over de Odyssea. Dr. A. Aletrino vervolgt zijn studies rondom Napoleon. Jac. van Looy zingt een Lentelied, Joannes Reddingius bezingt het morgenrood, en Hein Boeken dicht een in memoriam voor Frederic Mistral.
| |
De Beweging, algemeen maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en staatkunde, onder redactie van H.P. Berlage Nz., T.J. de Boer, Albert Verwey, Is. P. de Vooys. Amsterdamsche Boekhandel, Amsterdam.
In het nummer van 1 April plaatst de heer Berlage de tweede zijner lezingen over Stedebouw. De heer E. van Maareyk geeft een treurspel in drie bedrijven, getiteld ‘De Zuster.’
| |
| |
| |
Stemmen des Tijds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Onder redactie van Dr. W.J. Aalders, Mr. A. Anema, H. Colijn, Mr. P.A. Diepenhorst, Dr. P.J. Kromsigt, P.J. Molenaar, Dr. J.C. De Moor, Dr. E.H. Renkema, Mr. V.H. Rutgers, Dr. J.R. Slotemaker de Bruine, Dr. J.Th. De Visser, Dr. B. Wielinga. Utrecht, G.J.A. Ruys.
In de April-aflevering wijdt Dr. P.J. Molenaar een studie aan Frederik den Groote. Dr. J.R. Slotemaker de Bruine leidt de Fransche christelijk-sociale beweging voor de lezers in. De heer O. Ruysch besluit zijne novelle ‘Roeping’. Dr. D. Plooy handelt over den Octavius van Minucius Felix en den overgangstijd tusschen de antieke wereld en het Christendom. Verzen volgen van P. Minderaa, Heinrich Petermeyer en v. G.
| |
Ons Tijdschrift. Christelijk letterkundig maandblad onder redactie van L. Bückmann, C. Gerretson, J. Lens, G. Schrijver, Dr. J. van der Valk. 's Gravenhage, D.A. Daamen.
In de Maart-aflevering geeft de heer Jhr. Mr. W.H. de Savornin Lohman het IIe deel der geschiedenis van Groen's jeugd. Balthasar Verhagen geeft een krachtige, welgeslaagde proeve van epische poëzie in het verhaal van een gevecht tusschen Spanjaarden en Geuzen op het ijs van het IJ. Eene kindernovelle, ‘Een van deze kleinen,’ wordt door den heer J.L.F. de Liefde bijgedragen. De sociale kroniek van den heer C. Gerretson werpt een helder licht op minister Treubs zwakke positie, de Terugblik geeft ditmaal vooral een inzicht in politieke verhoudingen aan anti-revolutionaire zijde.
| |
Onze Kunst, geïllustr. maandschrift voor beeldende kunst; bestuurder: Dr. P. Buschmann Jr.; Uitgave der naamlooze vennootschap ‘Onze Kunst’ Antwerpen, - voor Nederland: L.J. Veen, Amsterdam, - voor Duitschland: F. Völckmar, Leipzig.
In het Aprilnummer beschrijft de heer Jacques Mesnil het museum Jacquemart-André te Parijs, waarin in deze aflevering afgebeelde prachtige stukken voorkomen van oude Vlaamsche en Hollandsche meesters, van D. van Dijck, Rembrandt, Frans Hals, Jan de Bray e.a. De heer Sander Pierron besluit zijn studie over den Brusselschen meester Edouard Huberti, van wien eenige stemmingsvolle landschappen in afbeelding worden weergegeven.
| |
De Natuur, populair geïllustreerd maandblad, gewijd aan de natuurkundige wetenschappen en hare toepassing, onder redactie van Dr. Z.P. Bouman. Utrecht, J.G. Broese.
Het nummer van 25 Maart bevat de portretten van Dr. Frederik van Eeden, luit-gen. Van Daalen en Jan Ligthart, alsmede een karakterschets van den heer J.R.A. Schouten, redacteur van ‘Lux.’
In het nummer van 15 April beschrijft de heer P. Haverhorst merkwaardige insectenspinsels, de heer J.P. Bouwman de Nitralamp. De heer J. Vijverberg besluit de reeks zijner interessante vogelopnamen uit het duingebied van Schouwen. De heer G.M. Claus verhaalt iets over de vervoerbare stations voor draadlooze telegrafie en Dr. D. Knuttel een en ander over photoluminescantie. De heer B.J. Kerkhof behandelt de beweging van het water in rivieren en de berekening van den afvoer, de heer v. E. de wichelroede.
| |
De Levende Natuur, onder redactie van E. Heimans en Jac. P. Thijsse, uitgave van W. Versluys te Amsterdam.
In het nummer van 1 April geeft de heer J. Vijverberg een paar opnamen van een ijsvogel, door hem met veel geduld verkregen, blijkens het bijschrift. De heer Jozef Bols, leeraar in 't St. Romboutscollege, heeft een woekerwesp op Nebria Brericollis F. bestudeerd. De heer P.E.W. Kok beschrijft sneeuwdagen op de heide en in het bosch. De heer H. Koperberg besluit zijn studie over huidmondjes. De heer J.B. Barnink bracht een geologisch bezoek aan Gronau.
| |
| |
In het nummer van 15 April verhaalt de heer Jac. P. Thijsse van de vogelfauna in het aan de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten behoorende gebied der Oisterwijksche Vennen. De heer A.F.J. Portielje verhaalt van de kamaeleons in Artis. De heer E. Heimans verklaart enkele mineralen voor dagelijksch gebruik. Dr. A.J.M. Garjeanne verklaart eene nabootsing van moenkraters in een regenton. De heer B. Stoffel handelt over Dieren- en Plantenbescherming. De heer J.B. Bernink besluit zijn verslag der geologische excursie naar Gronau. De heer J. Drijver doet mededeelingen omtrent nut en schade van telegraafdraden voor vogels.
|
|