| |
| |
| |
Tijdschriften.
Onze Eeuw. Maandschrift voor Staatkunde, Letteren, Wetenschap en Kunst, onder redactie van P.J. Blok, P.D. Chantepie de la Saussaye, G.F. Haspels, E.B. Kielstra, K. Kuiper, Jhr. H. Smissaert en J.D. van der Waals Jr. Haarlem, de Erven F. Bohn.
De Februari-aflevering wordt geöpend met een novelle ‘Sancta Simplicitas’, door Esjee. De heer A.W. Stellwagen behandelt Bismarck's dagen van strijd met zijn Koning. Dr. J.E. Enklaar verklaart den bouw der stof. Dr. Theodoor Metz geeft eene inleiding tot het begrip der spoorwegpolitiek. Verzen worden gezongen door I.I. Brants en Jacqueline E. van der Waals.
| |
De Gids. Onder redactie van D. van Blom, H.T. Colenbrander, C.Th. van Deventer, J.N. van Hall, A.A.W. Hubrecht, E.J. De Meester, W.L.P.A. Molengraaff en R.P.J. Tutein Nolthenius. Amsterdam, P.N. van Kampen & Zoon.
In de Februari-aflevering vervolgt Prof. R.C. Boer zijn reisdagboek uit IJsland. Aangrijpend schildert de heer J. Rietema de tragedie van een ouden man, wegens de woningwet uit zijn eigendom gezet. Prof. G. Kalff behandelt schilderkunst en tooneelvertooningen op het einde van de Middeleeuwen. Hélène Swarth vertaalt Portugeesche sonnetten uit het Engelsch. Dr. A.S. van Oven zegt in de wetsvoorstellen uit het rapport der Aaneenschakelingscommissie gemaakt, reactie op onderwijsgebied te bespeuren. Dr. Jan Kalf beoordeelt de Geschiedenis der Nederlandsche Bouwkunst, beschreven door den heer A.W. Weismann. Dr. Jan Veth houdt eene beschouwing over Rembrandt's Lucretia, Prof. H. Kern over de Hollanders op Formosa, Dr. A. Hulshof over den ontdekten biograaf van Jacoba van Beieren. Dr. Ch.M. van Deventer beoordeelt de verrichtingen van het Genootschap voor Zuivere Rede. Dr. Jan Veth dicht twee gloedvolle sonnetten.
| |
De Nieuwe Gids, [mede nieuwe serie van de Twintigste Eeuw en het Tweemaandelijksch Tijdschrift], maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en wijsbegeerte, onder redactie van: Dr. H.J. Boeken, Lodewijk van Deyssel, Mr. Frans Erens, Willem Kloos, Jac. van Looy, Frans Netscher. Uitgegeven te 's Gravenhage door de N.V. Electr. Drukkerij ‘Luctor et Emergo’.
De Februari-aflevering begint met een berijmd verhaal door Jac. van Looy, getiteld ‘de Ar’. De heer Felix Timmermans betitelt zijn Vlaamsche zomerzonneschets den ‘Horen van Overvloed’. Herman Poort beschrijft novellistisch een gang naar Arosa. Dr. Nelly Geerts beoordeelt het proza van Isolde Kurtz. De heer Kees Meyer brengt een zeer belangwekkend verband tusschen Kant's ruimteleer en ons leven na den dood. De heer Victor E. van Vriesland toont het nationale of rassige in de Joodsche Kunst. De heer Cornelis Veth beschrijft Londensche Musea. Gedichten van wijlen J.Ph. van Goethem worden voorafgegaan door een wijgedicht tot hem van Agnes Ortt.
| |
De Beweging, algemeen maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en staatkunde, onder redactie van H.P. Berlage Nz., T.J. de Boer, Albert Verwey, Is. P. de Vooys. Amsterdamsche Boekhandel, Amsterdam.
Met een gedicht, Nieuwjaarsmorgen, opent Albert Verwey de Februari-aflevering. De heer Eug. de Bock geeft een novelle, ‘Een Huis in het Veld’. De heeren Jacob Israël De Haan en Maurits Uyldert geven gedichten en Albert Verwey vertaalt eenige van Wordsworth.
| |
| |
| |
Stemmen des Tijds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Onder redactie van Dr. W.J. Aalders, Mr. A. Anema, H. Colijn, Mr. P.A. Diepenhorst, Dr. P.J. Kromsigt, P.J. Molenaar, Dr. J.C. De Moor, Dr. E.H. Renkema, Mr. V.H. Rutgers, Dr. J.R. Slotemaker de Bruine, Dr. J.Th. De Visser, Dr. B. Wielinga. Utrecht, G.J.A. Ruys.
Het eerste artikel der Februari-aflevering wordt door Dr. J.Th. De Visser gewijd aan Carmen Sylva. De heer Joh. A. Nederbragt houdt eenige beschouwingen over onze Grondwet. Dr. J. de Zwaan geeft Oostersche legenden en verhalen weer. Mr. B. de Gaay Fortman besluit zijne beschouwingen over den oeconomischen en den financieelen toestand der kolonie Curaçao.
| |
Onze Kunst, geïllustr. maandschrift voor beeldende kunst; bestuurder: Dr. P. Buschmann Jr.; Uitgave der naamlooze vennootschap ‘Onze Kunst’ Antwerpen, - voor Nederland: L.J. Veen, Amsterdam, - voor Duitschland: F. Völckmar, Leipzig.
De Februari-aflevering bevat het eerste gedeelte van een artikel door Dr. N. Beets over de Tentoonstelling van Noord-Nederlandsche Schilder- en Beeldhouwkunst voor 1575, benevens een studie van den heer Sander Pierron over den Belgischen schilder Edouard Huberti.
| |
De Natuur, populair geïllustreerd maandblad, gewijd aan de natuurkundige wetenschappen en hare toepassing, onder redactie van Dr. Z.P. Bouman. Utrecht, J.G. Broese.
Het nummer van 15 Februari bevat een woord ter nagedachtenis aan den grooten botanicus Paul Ascherson. De heer E.K.L.A. Beyen geeft een beschrijving der ontwikkeling van raillooze trammen. Dr. A.J.C. Snijders beschrijft een nieuwe inrichting ter bestrijding van rook en schadelijke gassen, de heer W.M. Micras het onderzoek van goud en zilver. De beschrijving van den stuwdam in de Mississippi wordt door Dr. Z.P. Bouwman beëindigd. Dr. J.G. van Deventer bepleit slaapkamerverwarming. De heer C. Vreedenburgh Jr. handelt over lijkverbranding, de heer G. Feenstra Kuiper over Amerikaansche sterrenwachten en de heer J.M. Burgers Jr. over het polarisatie-microscoop.
| |
De Levende Natuur, onder redactie van E. Heimans en Jac. P. Thijsse, uitgave van W. Versluys te Amsterdam.
In het nummer van 1 Februari besluit de heer Jac. P. Thijsse zijn pakkend verhaal over den ransuil. De heer H.R. Hoogenraad vervolgt zijn levensschetsen van eencellige dieren. Mej. H.E. Heimans besluit hare beschrijving van Bellagio en Lago di Como. De heer H.F.D. Monné bezingt den winter. De heer C.A. van der Gen geeft wenken voor het kweeken van vlinders. Pestvogels worden door den heer H.E. Kuylman beschreven.
In het nummer van 15 Februari waarschuwt de heer E. Heimans tegen gevaarlijke parasieten, die door mosselen in het aquarium kunnen worden gebracht. De heer M. Pinkhof besluit zijn prettige studie over de huisspinnen. De heer Leon. A. Springer beschrijft een reisje in den Vulkanischen Eifel. De heer D.L. Uyttenboogaart doet verslag van de tien smaragd-hagedissen, die door hem in zijn tuin werden losgelaten en allengs vriendschap sloten met des schrijvers Echtgenoote en hem zelven. De heer H.A. Kuyper vertelt nog iets over slangen en tijgers in Deli.
| |
De Hollandsche Revue, geredigeerd door Frans Netscher en uitgegeven door Vincent Loosjes te Haarlem.
In het nummer van 25 Januari wordt een essay gewijd aan Eduard Verkade. Eene mooie, in den Gevaart-wedstrijd bekroonde photographie siert het begin van den tekst.
|
|