| |
| |
| |
Tijdschriften.
Onze Eeuw. Maandschrift voor Staatkunde, Letteren, Wetenschap en Kunst, onder redactie van P.J. Blok, P.D. Chantepie de la Saussaye, G.F. Haspels, E.B. Kielstra, K. Kuiper, Jhr. H. Smissaert en J.D. van der Waals Jr. Haarlem, de Erven F. Bohn.
In de Januari-aflevering beschrijft Dr. G.F. Haspels eene visite in den Staringkoepel. Dr. E.B. Kielstra doet mededeelingen uit de geschiedenis der Nederlandsch-Indische Spoorwegmaatschappij. De heer S.J. van Zuylen van Nijevelt doet de Anglicaansche kerk in het licht eener nationale kerk zien. Prof. Dr. J.D. van der Waals Jr. huldigt Prof. Kamerlingh Onnes als verkrijger van den Nobelprijs voor natuurkunde in 1913. Mevr. D. Logeman - Van der Willigen geeft een schets uit Hardanger. Jhr. Mr. H. Smissaert behandelt tien jaren praktijk der ongevallenwet. Frank Gericke draagt verzen bij.
| |
De Gids. Onder redactie van D. van Blom, H.T. Colenbrander, C.Th. van Deventer, J.N. van Hall, A.A.W. Hubrecht, E.J. De Meester, W.L.P.A. Molengraaff en R.P.J. Tutein Nolthenius. Amsterdam, P.N. van Kampen &. Zoon.
De Januari-aflevering wordt geöpend met een novelle van Marcellus Emants, ‘Onze hel.’ Hélène Swarth bezingt de liefde. De heer M.H. van Campen beoordeelt mevr. Roland Holsts ‘Rousseau.’ Dr. H.P.W. Muller beschrijft een reis naar Malakka. Prof. J.D. van der Waals huldigt Prof. Kamerlingh Onnes als bekroonde met den Nobelprijs. De heer Peter Spaan beschouwt de ‘verwikkeling der behandeling’ in de opera als een principieele fout, in strijd met den geest der muziek. De heer Karel van de Woestijne bezingt het gelaat des dichters.
| |
De Nieuwe Gids, [mede nieuwe serie van de Twintigste Eeuw en het Tweemaandelijksch Tijdschrift], maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en wijsbegeerte, onder redactie van: Dr. H.J. Boeken, Lodewijk van Deyssel, Mr. Frans Erens, Willem Kloos, Jac. van Looy, Frans Netscher. Uitgegeven te 's Gravenhage door de N.V. Electr. Drukkerij ‘Luctor et Emergo’.
In de Januari-aflevering geeft de heer Nico van Suchtelen een tragisch minnespel in één bedrijf onder den titel ‘Siegminne en Floriaan. Nieuwe Bijlagen worden bijgedragen door den heer Jac. van Looy, de heer Just Havelaar beschrijft de suggestie van Italië en de heer Marius Brinkgreve Horatius' levenswijsheid. De heer J.R. van Stuwe Hzn. behandelt den Engelschen dichter John Masefield. De heer J.C. Hol wijdt een herinneringswoord aan Friedrich Nietzsche. De heer A.E. Thierens behandelt het wezen der vrijmetselarij en hare taak in den komenden tijd. Gedichten volgen van A. Roland Holst en Hein Boeken.
| |
De Beweging, algemeen maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en staatkunde, onder redactie van H.P. Berlage Nz., T.J. de Boer, Albert Verwey, Is. P. de Vooys. Amsterdamsche Boekhandel, Amsterdam.
In het Januarinummer behandelt Albert Verweij de herinneringen van Mr. H.P.G. Quack. Aert van der Leeuw zingt gedichten. In peëtisch proza zingen Herman Heijenbroek het lied van de aarde en Anastasta Ismailowna de muziek der Octobernacht. Maurits Uyldert heft twee gedichten aan. Prof. T.J. de Boer
| |
| |
schrijft tegen het Artsenmonopolie en Prof. I.P. de Vooys tegen kinderarbeid in de industrie. Jooske den Beer Poortugael en Nine van der Schaaf zingen mooie gedichten. De heer P.N. van Eyck behandelt Maeterlincks Marie Magdeleine.
| |
Stemmen des Tijds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Onder redactie van Dr. W.J. Aalders, Mr. A. Anema, H. Colijn, Mr. P.A. Diepenhorst, Dr. P.J. Kromsigt, P.J. Molenaar, Dr. J.C. De Moor, Dr. E.H. Renkema, Mr. V.H. Rutgers, Dr. J.R. Slotemaker de Bruine, Dr. J.Th. De Visser, Dr. B. Wielinga. Utrecht, G.J.A. Ruys.
Het Januarinummer wordt geöpend met een herinnering aan het voor vier eeuwen voor het eerst gedrukte Grieksche Nieuwe Testament. Mr. J. Domela Nieuwenhuis geeft herinneringen uit den tijd der Aprilbeweging van 1853. ‘Gebleven’ is de titel eener novelle door A. Wapenaar. Mr. B. de Gaay Fortman behandelt den oeconomischen en financieelen toestand der kolonie Curaçao, Dr. P.J. Molenaar Mevrouw Bosboom's brieven aan Potgieter. Verzen worden bijgedragen door Joh. van Hulzen en A. Wapenaar.
| |
Ons Tijdschrift. Christelijk letterkundig maandblad onder redactie van L. Bückmann, C. Gerretson, J. Lens, G. Schrijver, Dr. J. van der Valk. 's Gravenhage, D.A. Daamen.
De Januari-aflevering wordt geöpend met een schoon gedicht door Geerten Gossaert, getiteld ‘De Moeder’. Mr. H. Verkouteren wijdt een beschouwing aan Karel de Groote. Gerard 't Hooft schrijft een novelle: ‘de ontgoochelingen van Mijnheer Heuvelinck’. Willem de Mérode dicht stemmingsvolle gewijde poëzie. De heer J.M.J. Schepper verklaart art. 171 der Grondwet. De sociale kroniek van den heer C. Gerretson houdt zich met Minister Treub bezig, de Terugblik ziet ook uit naar ‘wat de toekomst verbergt.’
| |
Onze Kunst, geïllustr. maandschrift voor beeldende kunst; bestuurder: Dr. P. Buschmann Jr.; Uitgave der naamlooze vennootschap ‘Onze Kunst’ Antwerpen, - voor Nederland: L.J. Veen, Amsterdam, - voor Duitschland: F. Völckmar, Leipzig.
Het Januarinummer bevat eene studie van den heer F. Schmidt - Degener over portretten door Rembrandt. De heer Maurits Sabbe behandelt den schilder Albert Gewdens, van wien vele intime gezichten op Oud-Mechelen en eenige vazig-mysterieus gehouden intérieurs worden gereproduceerd. De heer E. Siewertsz van Reesema prijst de opleving der Textiel-kunst.
| |
De Natuur, populair geïllustreerd maandblad, gewijd aan de natuurkundige wetenschappen en hare toepassing, onder redactie van Dr. Z.P. Bouman. Utrecht, J.G. Broese.
Het Januarinummer is in een nieuw kleed verschenen en ook tijdiger dan voorheen het geval placht te zijn. De symbolische omslagteekening is ontworpen en uitgevoerd door André Vlaanderen; het papier is van betere qualiteit dan vroeger en geglansd, zoodat illustraties en tekst er veel beter op uitkomen dan te voren. De tekst is in de niet onverdienstelijke Hollandsche Mediaeval van S.H. De Roos gedrukt.
Als bijlage is bij dit nummer door de Clichéfabriek ‘Utrecht’ eene vergrooting van een driekleurendruk-cliché gevoegd in geel, karmijn, geel en karmijn, indigo en alle drie deze kleuren, waardoor dit procédé voor hen, die er nog onbekend mee zijn, duidelijker wordt dan met een lange beschrijving mogelijk ware.
De volgorde (?) der artikelen is nog steeds even verward.
De heer Dr. D. van Gulik schrijft over de toepassing der draadlooze telegrafie. Het goudhaantje wordt ons door den heer H.E. Kuijlman voorgesteld, moderne toepassingen van samengeperste lucht door den heer M. v.d. Boon beschreven. Uit het Soerabajaasch Handelsblad wordt een artikel over den eetbaren cactus
| |
| |
overgenomen, met cliché's naar prachtige photografien, door den heer J.M. Maronier te Bandoeng ter beschikking van ‘De Natuur’ gesteld. Een nieuw middel om mijngasontploffingen te voorkomen, wordt door D.S.S. vermeld. Raillooze trammen worden beschreven door den heer E.K.L.A. Beijen, E. 1. De heer A. Slingervoet Ramondt zegt nog iets over reproductie-techniek in aansluiting aan de bijlage. De heer L. Dorsman Czn. beschrijft tulpenafwijkingen, de heer D. Stavorinus de machinale kunstmatige ademhalng bij verstikkingen, de heer Z.P. Bouwman een dam door de Mississippi.
| |
De Levende Natuur, onder redactie van E. Heimans en Jac. P. Thijsse, uitgave van W. Versluys te Amsterdam.
In het nummer van 1 Januari vertelt de heer B.E. Bouwman interessante bijzonderheden uit het leven van kakkerlakken en wespen, de heer M. Pinkhof een en ander over huisspinnen. Bij het trawler-visschen heeft de heer Metzelaar Eupagurus-kreeften gevonden, caprellen of spookkreeftjes, zeespinnen of pantopoden en nog een en ander, waarvan hij op boeiende wijze bijzonderheden mededeelt. Mej. Marie Gijsen doet een pakkend relaas van de faits et gestes van den jongen ekster Gerrit. De verzakking bij Hopster en het Zijen-Veen worden door W.H.D. verklaard.
In het nummer van 15 Januari verhaalt de heer Jac. P. Thijsse op boeiende wijze van den ransuil, de heer W.J.D. van ‘kienhout’ en andere natuurhistorische bijzonderheden der Waalhaven. Levensschetsen van eencellige dieren, Paulinella chromatophora, worden door den heer H.R. Hoogenraad gegeven. Mej. H.E. Heimans beschrijft een reis naar Bellagio en Lago di Como. De heer H.M. Kuyper hervat zijne nachtelijke excursies.
| |
De Hollandsche Revue, geredigeerd door Frans Netscher en uitgegeven door Vincent Loosjes te Haarlem.
Tegenover de eerste bladzijde staat een kijkje in een der bureaux waar op 9 December jl. aan zeventigjarigen de eerste uitkeering krachtens artikel 369 der Invaliditeitswet plaats had.
|
|