Milton's herwonnen paradijs voort. Eug. De Bock geeft kleine schetsen, mej. Nine van der Schaaf een gedicht, ‘de Pelgrims’, de heer M. Wenke enkele vertellingen, George Gonggrijp liedjes, Nico van Suchtelen sonetten en Albert Verwey analyseert Karel van de Woestyne's ‘Paarden van Diomedes’. Willem van Doorn zingt een idylle van 't Hollandsche Strand. ‘Sleeprymer’ ironiseert in ouderwetschen verstrant het tegenwoordige jongemeisjesgeslacht.
Stemmen des Tijds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Onder redactie van Dr. W.J. Aalders, Mr. A. Anema, Mr. P.A. Diepenhorst, Dr. P.J. Kromsigt, Dr. J.C. De Moor, P.J. Molenaar, Dr. E.H. Renkema, Mr. V.H. Rutgers, Dr. J.R. Slotemaker de Bruine, Dr. J.Th. De Visser, Dr. B. Wielinga. Utrecht, G.J.A. Ruys.
In de Juni-aflevering vervolgt Prof. Dr. H.H. Kuyper zijn onderzoek naar de geboortestonde der reformatie. De heer P.J. Molenaar behandelt de Fransche literatuur onder het eerste Keizerrijk. Wilma geeft een novelle: ‘de Zonen der Jeugd’. Mr. J. Domela Nieuwenhuis handelt over gevangenen en ontslagen gevangenen.
Ons Tijdschrift. Christelijk letterkundig maandblad onder redactie van L. Bückmann, C. Gerretson, J. Lens, G. Schrijver, Dr. J. van der Valk. 's Gravenhage, D.A. Daamen.
In het nummer van 15 Juni analyseert Dr. J. van der Valk Bilderdijk's persoonlijkheid. Jhr. Mr. W.H. de Savornin Lohman vervolgt zijn studie over huwelijk en echtscheiding. Gerard's Hooft draagt een novelle bij: ‘Hoe Hermance een oude vrijster werd’. De heer L. van Outhoorn geeft een studie ‘Frankrijk aan den Driesprong’. In den terugblik wordt nog kort saamgevat, waarom men voor rechts en tegen links moet stemmen.
De Ploeg, geïllustreerd maandblad van de Wereld-bibliotheek. Redactie: L. Simons, directeur; Louis Landry, secretaris. Uitgaaf der Maatsch. voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam.
In het Juninummer schrijft de heer R. Casimir over kindkunde en paedagogiek. Dr. Léon Polak vervolgt zijn studie over Fr. Hebbel's Kunst- en Levensbeschouwing. Albert de Vries geeft een éénakter: ‘de Baddokter’.
De Witte Mier, Redacteur: J. Greshoff, Uitgever: C.M.B. Dixon, Apeldoorn, gedrukt bij Van der Wiel te Arnhem.
De Juni-aflevering wordt geöpend met een gedicht van Emile Verhaeren, getiteld ‘Vers les Fleurs’. De heer J. Greshoff geeft een essay over André Rouveyre's ‘Visages des Contemporains’. Over boekkunst schrijft de heer J. van Royen, over Miguel Manara ‘een letterlievend journalist’. Volgt een overzicht van buitenlandsche tijdschriften.
Onze Kunst, geïllustr. maandschrift voor beeldende kunst; hoofdredacteur Dr. P. Buschmann Jr.; rubriek Ambachts- en Nijverheidskunst onder redactie van de ‘Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst’, redactie-commissie S.H. de Roos, Jac. Ph. Wormser, H. Fels, Jac. van den Bosch, Marg. Verwey, secretaresse. Uitgave der naamlooze vennootschap ‘Onze Kunst’ Antwerpen, voor Nederland: L.J. Veen, Amsterdam.
In de Juni-aflevering wijdt de heer G.H. Marius een studie aan den schilder Alexander van Rappard, door afbeeldingen van twaalf van diens werken opgeluisterd. De heer C. de Lorm kondigt nieuw werk van Corn. van der Sluys aan, kasten, stoelen en tafels, waarvan een zevental gereproduceerd worden.