De Tijdspiegel. Jaargang 70

[p. 398]

Tijdschriften.

Onze Eeuw. Maandschrift voor Staatkunde, Letteren, Wetenschap en Kunst, onder redactie van P.J. Blok, P.D. Chantepie de la Saussaye, G.F. Haspels, E.B. Kielstra, K. Kuiper en Jhr. H. Smissaert. Haarlem, de Erven F. Bohn.

De Maartaflevering wordt met een novelle ‘Vriendschap’ door G.F. Haspels geöpend. Mr. R.A. Fockema stelt de beteekenis van Savigny voor den tegenwoordigen tijd in het licht. Just Havelaar geeft een essay over Raphaäl. Jhr. Mr. H. Smissaert verhaalt van den strijd tusschen geneesheeren en verzekerden in Duitschland. Prof. Dr. P.D. Chantepie de la Saussaye vervolgt zijn beschouwingen over Christendom en cultuur. Marie Schmitz zingt verzen.

De Gids. Onder redactie van H.T. Colenbrander, C.Th. van Deventer, J.N. van Hall, A.A.W. Hubrecht, E.J. De Meester, W.L.P.A. Molengraaff en R.P.J. Tutein Nolthenius. Amsterdam, P.N. van Kampen & Zoon.

In de Maartaflevering plaatst de Ingenieur R.P.J. Tutein Nolthenius eene studie over het dalen van den Nederlandschen bodem. Dr. P.H. van Moerkerken besluit zijne novelle ‘De ondergang van het dorp.’ Dirk Coster vervolgt zijne studiën over Adriaan van Oordt. Prof. G. Kalff behandelt Huygen's ‘Trijntje Cornelis.’ De heer Joh. de Meester schrijft over kunsthandel en kunstreclame. Herman Baccaart geeft een novelle: de vrijage van Sinte Vadderik. ‘Deus Romae’ is een prachtige cyclus quatrynen, door Herman Middendorp aan Heliogabalus gewijd. A. Roland Holst dicht de belijdenis van die stilte. Prof. C. Snouck Hurgronje bespreekt de Verspreide Geschriften van Prof. Dr. H.G Wilken. Prof. A.A.W. Hubrecht bepleit met bewonderenswaardige volharding tijdseenheid voor geheel West-Europa.

De Nieuwe Gids, [mede nieuwe serie van de Twintigste Eeuw en het Tweemaandelijksch Tijdschrift], maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en wijsbegeerte, onder redactie van: Dr. H.J. Boeken, Lodewijk van Deyssel, Mr. Frans Erens, Willem Kloos, Jac. van Looy, Frans Netscher. Uitgegeven te 's Gravenhage door de N.V. Electr. Drukkerij ‘Luctor et Emergo’.

De Maart-aflevering wordt geöpend met een ‘sentimenteele geschiedenis’ door J. Steynen, getiteld ‘De Kus.’ Volgt een schets ‘De ander, die grijpt’, van Louis Carbin en ‘Een saterachtige Dag’ door Felix Timmermans. De heer Walch geeft indrukken weer van het tooneel te Parijs, Laurens van der Waals een paar brokjes ‘lyrische aardrijkskunde.’ Dr. A. Aletrino zet zijn overzicht van Napoleon-literatuur voort. De heer J. de Gruyter schrijft over Walter Savage Landor. Gedichten zijn opgenomen van Herman Poort, Jozef Cohen, Wilhelm von Scholz en Hein Boeken.

De Beweging, algemeen maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en staatkunde, onder redactie van H.P. Berlage Nz., T.J. de Boer, Albert Verwey, Is. P. de Vooys. Amsterdamsche Boekhandel, Amsterdam.

In de Maartaflevering pleit de heer J. de Gruyter tegen den oorlog maar voor de revolutie. De heer A.H. van der Feen plaatst een symbolische novelle ‘Orm en Hils’, Dr. M.H.J. Schoenmaekers overdenkingen over het kosmische kruis. De heeren Th. van Ameide en P.N. van Eyck handelen over rhetoriek in de dichtkunst. Na een paar versjes van André Jolles bezingt George Gonggrijp een dooden vulkaan.

[p. 399]

Stemmen des Tijds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Onder redactie van Dr. W.J. Aalders, Mr. A. Anema, Mr. P.A. Diepenhorst, Dr. P.J. Kromsigt, Dr. J.C. De Moor, P.J. Molenaar, Dr. E.H. Renkema, Mr. V.H. Rutgers, Dr. J.R. Slotemaker de Bruine, Dr. J.Th. De Visser, Dr. B. Wielinga. Utrecht, G.J.A. Ruys.

In de Maartaflevering bespreekt Dr. W.J. Aalders romaniseerende invloeden in heden en verleden. De heer J.A. Visscher vervolgt zijne novelle ‘Het Schemerdal’. Dr. J.R. Slotemaker de Bruine behandelt het Leidsche sociaaldemokratische program. Dr. M. Visser vervolgt zijne levensbeschrijving van Gladstone, Dr. J. de Zwaan zijn Oostersche reisherinneringen.

Ons Tijdschrift. Christelijk letterkundig maandblad onder redactie van L. Bückmann, C. Gerretson, J. Lens, G. Schrijver, Dr. J. van der Valk. 's Gravenhage, D.A. Daamen.

In de aflevering van 15 Maart schrijft de heer J. Hensel over Jong-Turkije. Nellie wijdt gedichten aan Gethsemané, de heer H.J. van der Munnik eene beschouwing aan Beethoven en het Christelijke kunstleven. Mooi in den toon zijn Willem de Merode's liederen van Perceval. De terugblik handelt over onze parlementaire verwording en politieke vooruitzichten.

De Ploeg, geïllustreerd maandblad van de Wereld-bibliotheek. Redactie: L. Simons, directeur; Louis Landry, secretaris. Uitgaaf der Maatsch. voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam.

In het Maartnummer geeft de heer W. Sibmacher Zynen een overzicht van het Nederlandsche muziekleven in de 19e eeuw. Verzen zijn van A. Roland Holst en Laurens van der Waals. De heer W. Steenhoff verdedigt schilderijen zonder voorstelling.

De Witte Mier, Redacteur: J. Greshoff, Uitgever: C.M.B. Dixon, Apeldoorn, gedrukt bij Van der Wiel te Arnhem.

Uit het weekblad voor den Boekdrukker neemt het Maartnummer een artikel over van den heer L. Ronner over Kunstenaar en Vakman in de typografie. Mej. Aty Brunt bespreekt twee boekjes met reproducties naar teekeningen van Jessie M. King. De heer François Pauwels geeft eene beoordeeling van Heyms nagelaten werk. Dr. H. van Loon maakt kantteekeningen op het tekstboek der danskunst van Grete Wiesenthal, op eene uitgave der ‘Pensées’ van Henry Bataille, op ‘Kokoro’, de ziel van Japan, door Lafcadio Hearn. Jo Klein-Backer bespreekt de jubileum-uitgaven van Schnitzlers werken, de heer R.W.P. de Vries Jr. de tentoonstelling van goed en slecht drukwerk in het stedelijke Museum te Amsterdam.

Onze Kunst, geïllustr. maandschrift voor beeldende kunst; hoofdredacteur Dr. P. Buschmann Jr.; rubriek Ambachts- en Nijverheidskunst onder redactie van de ‘Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst’, redactie-commissie S.H. de Roos, Jac. Ph. Wormser, H. Fels, Jac. van den Bosch, Marg. Verwey, secretaresse. Uitgave der naamlooze vennootschap ‘Onze Kunst’ Antwerpen, voor Nederland: L.J. Veen, Amsterdam.

Het Maartnunmer brengt eene herinnering aan de hulde, den Antwerpschen schilder en Schepen van schoone kunsten Frans van Kuyck op 20 Oct. 1912 toegebracht. Een prachtig portret van Van Kuyck door Hendrik Luyten en een gedenkpenning ter eere van hem door Jozuë Dupon gaan aan de feestrede, door Max Rooses uitgesproken vooraf, welke verder door tafreelen uit de door Van Kuyck 1894 gedichte wijk Oud-Antwerpen, naar illustraties van hemzelven en reproducties zijner schilderijen op voortreffelijke wijze wordt opgeluisterd. De heer Jac. van den Bosch draagt een, evenzeer ruim geillustreerde studie over den schoorsteen bij: de moderne gewrochten doen ons maar al te innig naar de rustige harmonie van verdeeling en constructie der XVe tot XVIIIe-eeuwsche vormen terug verlangen

[p. 400]

De Natuur, populair geïllustreerd maandblad, gewijd aan de natuurkundige wetenschappen en hare toepassing, onder redactie van Dr. Z.P. Bouman. Utrecht, J.G. Broese.

In het nummer van 25 Maart beschrijft de heer P.E.W. Kok eene kleigroeve in Midden-Limburg en de heer J.P. Bolten den monorail. Dr. A.J.C. Snijders verklaart het maken van kunstmatige edelgesteenten. Over kachels handelt de heer D. Stavorinus. De heer T.E. Bouma over het Boomkruipertje.

De Levende Natuur, onder redactie van E. Heimans en Jac. P. Thijsse, uitgave van W. Versluys te Amsterdam.

In het nummer van 1 Maart beschrijft de heer J. van Baren het eiland Griend in 1912. Mej. Catharina Cool handelt over de sporenkieming en het kweeken van paddestoelen, Dr. A.J.M. Garjeanne over een merkwaardig mos. Mevr. A. den Tex-Boissevain beschrijft de indringersmethoden van een jongen koekoek. De heer Jac. P.Th. doet verslag over den Brandaris in 1912.

In het nummer van 15 Maart doen ten besluite drie deelnemers, Dr. W.G.N. van der Sleen, Dr. D. Mac Gillavry en de heer M. Wiegersma, verslag van hun bevindingen bij den onder leiding van den heer Thijsse ondernomen tocht naar het eiland Griend. Mej. Catharina Cool vervolgt haar mededeelingen over sporenkieming en het kweeken van paddestoelen. De heer A.B. Wigman beschrijft zijne waarnemingen van grutto's, de heer W.J. Dijk eene winterwandeling en de heer M. bezïngt de lente.

De Hollandsche Revue, geredigeerd door Frans Netscher en uitgegeven door Vincent Loosjes te Haarlem.

Tegenover de eerste bladzijde staat het portret van Mevrouw Gusta De Vos-Poolman. Het karakter wordt geschetst van den schilder G.J. Roermeester.