De Tijdspiegel. Jaargang 70

[p. 206]

Tijdschriften.

Onze Eeuw. Maandschrift voor Staatkunde, Letteren, Wetenschap en Kunst, onder redactie van P.J. Blok, P.D. Chantepie de la Saussaye, G.F. Haspels, E.B. Kielstra, K. Kuiper en Jhr. H. Smissaert. Haarlem, de Erven F. Bohn.

De Januari-aflevering wordt geöpend met een artikel over Schoolhervorming door den heer C.F.A. Zernike. Een keurig prozaschetsje van Mevr. Logeman-Van der Willigen volgt onder den titel ‘Een Mirakel’. Mr. F.E. Posthumus Meijjes behandelt Gorter's laatste werk, Mej. Dr. C. Serrurier Charles Secrétan. Gustaaf van Eyken geeft een novelle Oud' Mieke. Balthazar Verhagen dicht een hymne aan Paan, gevolgd door verzen van Jacqueline van der Waals.

De Gids. Onder redactie van H.T. Colenbrander, C.Th. van Deventer, J.N. van Hall, A.A.W. Hubrecht, E.J. De Meester, W.L.P.A. Molengraaff en R.P.J. Tutein Nolthenius. Amsterdam, P.N. van Kampen & Zoon.

In de Januari-aflevering wijdt Prof. C. van Vollenhoven een studie aan Gijsbert Karel van Hogendorp. Dr. P.H. van Moerkerken begint een novelle ‘de ondergang van het dorp’. De heer E. Heldring betoogt dat juist Nederland niet tot bescherming moet overgaan. Dirk Coster wijdt een studie aan Adriaan van Oordt's Irmenlo. Dr. Frederik van Eeden vangt het Tweede Boek aan zijner legende Sirius en Siderius. Na sonnetten van Hélène Swarth en Tafelkout beschrijft Carel Schatten de nieuwe methode van bewaring ter plaatse van de schatten von Pompeji. Dezelfde auteur wijdt dan nog een essay aan het jubileum van Conscience.

De Nieuwe Gids, [mede nieuwe serie van de Twintigste Eeuw en het Tweemaandelijksch Tijdschrift], maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en wijsbegeerte, onder redactie van: Dr. A. Aletrino, Dr. H.J. Boeken, Lodewijk van Deyssel, Mr. Frans Erens, Willem Kloos, Jac. van Looy, Frans Netscher. Uitgegeven te 's Gravenhage door de N.V. Electr. Drukkerij ‘Luctor et Emergo’.

Van een tooneelspel Judas Ish-Karioth, door den heer J.L. Walch wordt in de Januari-aflevering het eerste bedrijf geplaatst. De heer J.F. de Wilde zegt een en ander over H.G. Wells. Cornelis Veth klaagt over schildersvereenigingenwee. De heer Frits van Raalte maakt een psychologische studie van een schoolklasse. De heer Felix Timmermans beschrijft het begin en 't einde van het feest. De heer H. van der Mandere ontvouwt het tegenwoordige internationale karakter der coöperatieve beweging. De heer H. Heijermans vervolgt zijn Berlijnschen roman. Dr. A. Aletrino begint een studie over de psychologie van Napoleon. De heer J.H. de Veer wijdt mooie gedichten aan St. Sylvester.

De Beweging, algemeen maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en staatkunde, onder redactie van H.P. Berlage Nz., T.J. de Boer, Albert Verwey, Is. P. de Vooys. Amsterdamsche Boekhandel, Amsterdam.

In de Januari-aflevering zet, na drie gedichten van Albert Verwey, de heer G.E.G. Meuleman zijn vertaling van Snorre's Edda voort. André Jolles dicht een Hellenistische Idylle. Albert Verwey peilt de richting van de hedendaagsche poëzie. Gedichten worden bijgedragen door Aart van der Leeuw en P.N. van Eyck. Dr. M.H.J. Schoenmakers geeft een zestal overdenkingen.

[p. 207]

Stemmen des Tijds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Onder redactie van Dr. W.J. Aalders, Mr. A. Anema, Mr. P.A. Diepenhorst, Dr. P.J. Kromsigt, Dr. J.C. De Moor, P.J. Molenaar, Dr. E.H. Renkema, Mr. V.H. Rutgers, Dr. J.R. Slotemaker de Bruine, Dr. J.Th. De Visser, Dr. B. Wielinga. Utrecht, G.J.A. Ruys.

In het Januarinummer schrijft Dr. J. de Zwaan een studie over Orientalisme, Keizeraanbidding en Christendom in het Romeinsche Rijk. Een fijngevoelde novelle van mej. H.S.S.K. draagt den titel ‘Een vrouw van Beteekenis’. Dr. H.A. Weststrate klaagt naar aanleiding van Dr. Colenbrander's Gids-artikel over gemis aan liberale humaniteit in zake onderwijs. Over de keuze onzer lectuur geeft Dr. A. Brummelkamp wenken. Dr. J. Riemens Jr. begint een studie over het monisme.

Ons Tijdschrift. Christelijk letterkundig maandblad onder redactie van L. Bückmann, C. Gerretson, J. Lens, G. Schrijver, Dr. J. van der Valk. 's Gravenhage, D.A. Daamen.

Het nummer van 15 Januari wordt geöpend met een novelle ‘Het Allerliefste’ door Wilma. De heer W. Coenraad geeft een studie over nieuwe Paulus-literatuur. Dr. J. Jac. Thomson vergelijkt dichterschap en profetisme. Willem de Mérode bezingt in een sonnet den Arabier. Over ‘de tallooze partijtjes, die zich aan Neerlands bloed bedrinken’ handelt de degelijke ‘Terugblik’.

De Ploeg, geïllustreerd maandblad van de Wereld-bibliotheek. Redactie: L. Simons, directeur; Louis Landry, secretaris. Uitgaaf der Maatsch. voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam.

In het Januarinummer geeft Augusta De Wit twee Indische schetsen ‘Langs den Bergweg’. Constant van Wessem wekt op tot de bestudeering van Goethe. De heer Free Hart vertaalt een ruwe novelle van Guy de Maupassant.

De Witte Mier, Redacteur: J. Greshoff, Uitgever: C.M.B. Dixon, Apeldoorn, gedrukt bij Van der Wiel te Arnhem.

In het nummer van 15 Januari behandelt de heer R.W.P. De Vries Jr. het jaarboek van den Duitschen Werkhond, de heer Fr. A. Beunke het Beethovenboek van de Antwerpsche schrijfster M.E. Belpaire. De heer A. Saalborn maakt aanteekeningen over de jongste Russische letterkunde, Dr. H. van Loon bespreekt ‘L'Amphisbène’ van Henri de Régnier. Als ‘ekelhaft’ beoordeelt Annie Salomons terecht Karel Michaëlis' ‘Treu wie Gold’.

Onze Kunst, geïllustr. maandschrift voor beeldende kunst; hoofdredacteur Dr. P. Buschmann Jr.; rubriek Ambachts- en Nijverheidskunst onder redactie van de ‘Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst’, redactie-commissie S.H. de Roos, Jac. Ph. Wormser, H. Fels, Jac. van den Bosch, Marg. Verwey, secretaresse. Uitgave der naamlooze vennootschap ‘Onze Kunst’ Antwerpen, voor Nederland: L.J. Veen, Amsterdam.

In het Januarinummer betoogt de heer A. Dubruele, dat het prachtige ligbeeld van den overledenen graaf Karel II van Lalaing, dat in het museum te Dowaai bewaard wordt en in dit nummer is afgebeeld, toegeschreven moet worden aan den meester Jacques du Broeucq, die in de tweede helft der 16e eeuw te Bergen in Henegouwen leefde. De heer Fierens - Gevaart geeft een verhandeling over de Hollandsch-Belgische afdeeling der tentoonstelling van modern-godsdienstige kunst te Brussel, overvloedig geïllustreerd. De vertegenwoordiging van Nederland op de Idaal-Home Exbition te Londen met interieurs, rietstoelen, borduursel, potterij en derg. wordt door den heer C.W. Nijhoff beschreven.

[p. 208]

De Levende Natuur, onder redactie van E. Heimans en Jac. P. Thijsse, uitgave van W. Versluys te Amsterdam.

In het nummer van 1 Januari geeft de heer Jac. P. Thijsse een onderhoudend verhaal over fazanten. Dr. J.J. Tesch beschrijft garnalen van onze kust. De heer H. Vrijman zet, naar aanwijzingen van Prof. Eug. Dubois het ontstaan der ‘klappersteenen’ uiteen, d.z. stukken kalksteen, die zich in ijzerhoudend water in een korst van ijzersteen oplossen. Dr. W. Docters van Leeuwen geeft aardige bijzonderheden uit het leven der Javaansche boomkikvorschen. De heer W.C. van Heurn stelt het onderscheid vast tusschen onze twee soorten van moerashoornslakken.

In het nummer van 15 Januari vervolgt Dr. J.J. Tesch zijne beschrijving van garnalen van onze kust. Over eenige in ons land waargenomen grassen schrijven Dr. L. Posthumus en de heer J.Th. Henrard. Een rijk vogelplekje bij Rotterdam wordt door K. beschreven. Over fossielen en de methode om ze uit steenen te slaan handelt Ph. A.M. De heer B. ter Brugge deelt iets mede over de vogelwereld van Meppel en omstreken. Over de strenge winterdagen 16-18 Januari 1911 op Texel doet de heer S. Drijver mededeelingen. De heer W.H.J. van der Beek beschrijft een vergroende koekoeksbloem.

De Hollandsche Revue, geredigeerd door Frans Netscher en uitgegeven door Vincent Loosjes te Haarlem.

Tegenover de eerste bladzijde van het nummer van 25 December staat een voortreffelijke amateurfotografie van den heer A.S. Weinberg te Groningen, voorstellende een oude vrouw. Het karakter wordt geschetst van den grootsten tabakshandelaar te Amsterdam, den heer E.R. Harkema.