De Witte Mier, Redacteur: J. Greshoff, Uitgever: C.M.B. Dixon, Apeldoorn, gedrukt bij Van der Wiel te Arnhem.
De November-aflevering is nu gedrukt met een Holandsche Mediaeval, die sierlijk is, maar lang niet zoo gemakkelijk leesbaar als de Nordische Antiqua. (Vgl. de Fransche mediaeval op een der bijlagen). Er is een ‘modern’ (!) omslag door Walter van Diedenhoven als bijlage aan toegevoegd, benevens een paar papiermonsters van G.H. Bührmann. De heer L. Ronner betreurt de weinige gelegenheid, die bestaat voor opleiding in de typographie. Mr. J.F. van Royen bespreekt den Deenschen drukker-kunstenaar Kristian Kongstad. Over oude en nieuwe Italiaansche papiernijverheid te Fabriano worden mededeelingen gedaan. De heer J. Greshoff wijst op de depreciatie der boeken door de onderneming der wereldbibliotheek. De heer Antoine Barkey bespreekt twee kinderboeken: Sneeuwwitje en Asschepoester, de heer J.C. Bloem Emile Verhaeren's ‘spel van Helena’, Dr. H. van Loon de essays van Rivière.
Onze Kunst, geïllustr. maandschrift voor beeldende kunst; hoofdredacteur Dr. P. Buschmann Jr.; rubriek Ambachts- en Nijverheidskunst onder redactie van de ‘Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst’, redactie-commissie S.H. de Roos, Jac. Ph. Wormser, H. Fels, Jac. van den Bosch, Marg. Verwey, secretaresse. Uitgave der naamlooze vennootschap ‘Onze Kunst’ Antwerpen, voor Nederland: L.J. Veen, Amsterdam.
In het Novembernummer zet de heer N. Beets eene reeds vroeger door hem aangevangen studie voort over den Amsterdamschen schilder Dirick Jacobsz. Vellert, tijdgenoot ongeveer van Albrecht Dürer, geïllustreerd met een reeks teekeningen uit de Apocalypse en andere allegorieën en Bijbelsche onderwerpen. De heer Pierre Bauthier behandelt twee allegorische portretten van Vorstinnen uit het Huis van Medici door Suttermans. De heer Corn. van der Sluys besluit zijn studie over hedendaagsche meubels, waarbij afbeeldingen van verschillende stukken van L. Zwiers, C.W. Nijhoff, J.A. Visser, Jac. van den Bosch e.a.
Het Huis, Oud en Nieuw, maandelijksch prentenboek, gewijd aan huisinrichting, bouw- en sierkunst. Uitgave van Ed. Cuypers, arch., Amsterdam.
In de Novemberaflevering is de heer F.A. Hoefer aan zijn achtste wandeling door Oud-Zwolle genaderd. De heer J.G. Sinia beschrijft de merkwaardige hoeve Gageldonk in de Baronie van Breda. De redactie laat gevel en interieur van de Hongkong-bank te Batavia zien.
De Natuur, populair geïllustreerd maandblad, gewijd aan de natuurkundige wetenschappen en hare toepassing, onder redactie van Dr. Z.P. Bouman. Utrecht, J.G. Broese.
In het nummer van 15 November beschrijft de heer N.J. Kollewijn lichte teansport-automobielen. De heer A. de Haas verklaart hoe grondboringen geschieden. De heer A.B. Wigman verhaalt van de kluit, het strandvogeltje, waarmede men in het riet pleegt gestuurd te worden, en geeft daar zeer mooie photografieën van; de heer H.E. Kuylman verhaalt van den bastaard-nachtegaal; en Dr. B.G. Rijkens gaat dan weer over tot de constructie van het microscoop-objectief. De administratieve en hygiënische maatregelen bij het graven van het Panamakanaal worden door den heer J.H.F. Rückert beschreven, ventilatie in woningen door den heer J. van der Breggen C.-I., de textile sierkunst door den heer D. Stavorinus. De heer D.J. van de Ven geeft eene berkenmonografie.
De Levende Natuur, onder redactie van E. Heimans en Jac. P. Thijsse, uitgave van W. Versluys te Amsterdam.
In het nummer van 1 November besluit Dr. J.J. Tesch de beschrijving der krabben van onze kust. Dr. B.E. Bouwman, Utrecht, heeft een nieuwen truffel gevonden. De heer H.R. Hoogenraad handelt nog eens over de heidespin en