Stemmen des Tijds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Onder redactie van Dr. W.J. Aalders, Mr. A. Anema, Mr. P.A. Diepenhorst, Dr. P.J. Kromsigt, Dr. J.C. De Moor, P.J. Molenaar, Dr. E.H. Renkema, Mr. V.H. Rutgers, Dr. J.R. Slotemaker de Bruine, Dr. J.Th. De Visser, Dr. B. Wielinga. Utrecht, G.J.A. Ruys.
In de Augustus-aflevering verhaalt Dr. E.C. Godée Molsbergen een en ander uit het leven van Adam Tas aan de Kaap. Mr. H. Verkouteren zingt den roem van het huis Oranje als grootste onder alle vorstenhuizen. Lic. Dr. F.M.Th. Böhl geeft relaas van nieuwe opgravingen in het land der Hittieten. De heer K. Brants bakent het standpunt der christelijke opvoeding uit ten opzichte van de moderne reform-paedagogische gedachten. Mr. D. de Gaay Fortman behandelt het Nederlandsche rijkstoezicht op zeeschepen.
Ons Tijdschrift. Christelijk letterkundig maandblad onder redactie van L. Bückmann, C. Gerretson, J. Lens, G. Schrijver, Dr. J. van der Valk. 's Gravenhage, D.A. Daamen.
In de aflevering van 15 Augustus bespreekt Prof. Dr. C. van Gelderen Dr. H.Th. Obbink's geschrift ‘de godsdienst van Israël’. Dr. H. Wagenvoort Jr. beschrijft de katakomben van Rome. G. Schrijver vervolgt zijn intermezzo of novelle ‘Vage Figuren’.
De Ploeg, geïllustreerd maandblad van de Wereld-bibliotheek. Redactie: L. Simons, directeur; Louis Landry, secretaris. Uitgaaf der Maatsch. voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam.
In het Augustusnummer zet de heer Edward B. Koster zijn beschouwingen over Milton voort. De heer J. Reddingius zingt in den tuin. Reimond Kimpe geeft in spannend verhaal de belijdenis van een schuldelooze. Na gedichten van Jules Schürmann, fantaseert mevrouw Van Gogh-Kaulbach over mensch en natuur.
De Witte Mier, Redacteur: J. Greshoff, Uitgever: C.M.B. Dixon, Apeldoorn, gedrukt bij Van der Wiel te Arnhem.
De Augustusaflevering wordt geopend door den heer Toussaint van Boelaere met de aanbeveling tot stichting eener vereeniging van vrienden van het moderne boek; de heer J. Greshoff pleit voor typografische studieclubs en verheffing van het typografenvak. Naar aanleiding van een gedichtje ‘Leise Sagen’ van Else Lasker-Schüler wordt de verhouding van couranten en rechters tot de literatuur besproken. De heer Nico Oosterbeek handelt over den Prix Goncourt 1912. Volgen aankondigingen, beoordeelingen en aanteekeningen over de uitvoering van buiten- en binnenlandsche boeken.
Onze Kunst, geïllustr. maandschrift voor beeldende kunst; hoofdredacteur Dr. P. Buschmann Jr.; rubriek Ambachts- en Nijverheidskunst onder redactie van de ‘Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst’, redactie-commissie S.H. de Roos, Jac. Ph. Wormser, H. Fels, Jac. van den Bosch, Marg. Verwey, secretaresse. Uitgave der naamlooze vennootschap ‘Onze Kunst’ Antwerpen, voor Nederland: L.J. Veen, Amsterdam.
De Juli-aflevering wordt geöpend met een studie van Aty Brunt over de etsen van W.B. Tholen, van welke er een groot aantal worden gereproduceerd in een weergave, die, vooral op de groote platen, aan hun karakter alle recht doet wedervaren. Pierre Bantier bespreekt drie in den tekst afgebeelde prachtige Vlaamsche Madonna's, door hem in Italië aangetroffen.
De heer Jos. Destrée geeft in het Augustusnummer een studie over den meester der Vlaamsche school Justus van Gent, vergeleken o.a. met Hubrecht en Jan van Eyck, geïllustreerd met een serie voortreffelijke reproducties. De beschrijving eener interessante periode uit het leven van Matthys Maris danken wij aan Dr. P. Haverkorn van Rijsewijk, nl. diens verblijf te Wolfheze en te Lausanne. Met warme bewondering zien wij uit de reproducties, hoe het genie van den schilder op ideëele wijze het romantische in landschap en stad heeft gezien en uitgedrukt.