Stemmen des Tijds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Onder redactie van Dr. W.J. Aalders, Mr. A. Anema, Mr. P.A. Diepenhorst, Dr. P.J. Kromsigt, Dr. J.C. De Moor, P.J. Molenaar, Dr. E.H. Renkema, Mr. V.H. Rutgers, Dr. J.R. Slotemaker de Bruine, Dr. J.Th. De Visser, Dr. B. Wielinga. Utrecht, G.J.A. Ruys.
In de Meiaflevering geeft Dr. B. Wielenga eene verhandeling over Calvinisme en Spinozisme. Dr. A.A. Rutgers eene over het Landbouw-Departement in Nederlandsch-Indië. Dr. J.R. Slotemaker de Bruine eene over Wetenschap en Wereldbeschouwing. Dr. J.C. de Moor eene over Van Eeden's Ellen. Prof. Diepenhorst wijdt de Economische Kroniek aan de Engelsche mijnwerkersstaking.
Ons Tijdschrift. Christelijk letterkundig maandblad onder redactie van L. Bückmann, C. Gerretson, J. Lens, G. Schrijver, Dr. J. van der Valk. 's Gravenhage, D.A. Daamen.
Naar aanleiding van de werken van Prof. Speyer over Hindoesche vroomheid (Indische theosophie), van Prof. Hartman over Grieksche vroomheid (Plutarchus) en van Prof. Chantepie de la Saussaye over ‘Het Christelijk Leven’ handelt Mr. G.J. Grashuis in het Meinummer over Christelijke vroomheid. Willem de Mérode dicht een viertal intiem-gevoelige verzen en Aldo Small bezingt het suizen van de zachte stilte. Dr. J.H. Gunning JHzn. besluit zijn studie over het Protestantisme op Madera. De liturgie-beweging in onzen tijd wordt door den heer A. Dorst besproken. Mr. H. Verkouteren geeft een essay over eerlijkheid in de politiek. Op eerlijkheid in de politiek wordt ook in den ‘Terugblik’ gezinspeeld.
De Ploeg, geïllustreerd maandblad van de Wereld-bibliotheek. Redactie: L. Simons, directeur; Louis Landry, secretaris. Uitgaaf der Maatsch. voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam.
In het Meinummer bespreekt Is. Querido Jacobus van Looy. H.P. Berlage Nz.'s indrukken over de architectonische cultuur in Amerika worden samengevat en geïllustreerd. W. Sibmacher Zynen stelt ouden en nieuwen stijl in de muziek tegenover elkander.
De Witte Mier, Redacteur: J. Greshoff, Uitgever: C.M.B. Dixon, Apeldoorn, gedrukt bij Van der Wiel te Arnhem,
waarvan het eerste nummer in Mei 1912 verscheen, is een smaakvol klein maandschrift, hoofdzakelijk aan de aesthetiek van het boek als kunsthandwerk gewijd. De titel, de tekst en de advertenties zijn zorgvuldig saamgestelde modellen van goeden smaak; alleen schijnt ons het bezigen van briefhoofden als advertentie een dwaling. Mr. J.K. van Royen geeft een model van landsdrukwerk hoe het is en hoe het zou moeten en kunnen zijn, als wij hier niet in een parlementair geregeerd land waren; het lijkt een grap en toch levert de schrijver het afdoende bewijs hoe het parlementaire stelsel zelfs op 's lands drukwerk noodlottig werkt. De heer A. van Doorn wekt de auteurs op om mede voor het uiterlijk hunner boeken te waken. De heer Charles Dixon roert het groote aesthetische probleem der gulden snede aan en wijst op de rol die deze beroemde verhouding in het boek speelt. Aty Brunt bespreekt de tentoonstelling ‘Kind, Kunst, School’. Verder vult de heer Fr. A. Beunke deze aflevering met een literaire studie over Goethe's brieven aan.
Onze Kunst, geïllustr. maandschrift voor beeldende kunst; hoofdredacteur Dr. P. Buschmann Jr.; rubriek Ambachts- en Nijverheidskunst onder redactie van de ‘Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst’, redactie-commissie S.H. de Roos, Jac. Ph. Wormser, H. Fels, Jac. van den Bosch, Marg. Verwey, secretaresse. Uitgave der naamlooze vennootschap ‘Onze Kunst’ Antwerpen, voor Nederland: L.J. Veen, Amsterdam.
Het Meinummer wijdt een In Memoriam aan den heer Henry Hymans, professor in de kunstgeschiedenis en aesthetica aan de Kon. Academie van Schoone Kunsten te Antwerpen, vergezeld van een voortreffelijk portret van den ontslapene