der Leeuw, Prof. Is.P. de Vooys, W. van Doorn, H. Labberton-Drabbe en M.S. Roetman. Albert Verwey kondigt H.P. Bremmer's werk over Vincent van Gogh aan, Frans Berding's Nederlandsche bewerking van de Edda, Maurice Gauchez's ‘Images de Holiande’ en critiseert fel Dr. H.F. Wirth's ‘Untergang des Niederländischen Volksliedes’.
Stemmen des Tijds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Onder redactie van Dr. W.J. Aalders, Mr. A. Anema, Mr. P.A. Diepenhorst, Dr. P.J. Kromsigt, Dr. J.C. De Moor, P.J. Molenaar, Dr. E.H. Renkema, Mr. V.H. Rutgers, Dr. J.R. Slotemaker de Bruine, Dr. J.Th. De Visser, Dr. B. Wielinga. Utrecht, G.J.A. Ruys.
Met een artikel ter gedachtenis van Charles Dickens opent de heer P.J. Molenaar het Februarinummer. Dr. W.H. Nieuwhuis bespreekt de onzekerheid van het ontstaan van den mensch in het tertiaire tijdvak. De bekende schrijver L.E. begint een roman ‘In de generaliteitslanden’. Dr. P.J. Kromsigt bespreekt het boek van Dr. C.B. Hylkema over Oud en Nieuw Calvinisme. Mooie verzen zijn er van Willem de Merode en I.I. Brants. De heldere oeconomische kroniek is van Prof. P.A. Diepenhorst.
Ons Tijdschrift. Christelijk letterkundig maandblad onder redactie van L. Bückmann, C. Gerretson, J. Lens, G. Schrijver, Dr. J. van der Valk. 's Gravenhage, D.A. Daamen.
Het Februarinummer wordt geöpend met een interessant artikel van Dr. H. van Loon over de vraag of de beweging van '80 een nationale beweging geweest is, welke vraag door den schrijver ontkennend wordt beantwoord. Verzen volgen van Willem de Mérode. Dr. J.F. Beerens bespreekt de ‘Pensées’ van Pascal. De heer J. Lens stelt de vraag: schoolgemeenschap of zelfregeering? Verzen volgen van Heinrich Petermeyer.
Groot Nederland, letterkundig maandschrift voor den Nederlandschen stam onder redactie van Cyriel Buysse, Louis Couperus en W.G. van Nouhuys. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf.
Met verzen van Hélène Swarth wordt het Februarinummer geöpend, waarna Top Naeff haar roman voortzet, die getiteld is ‘Voor de Poort’. Louis Couperus geeft een dichterlijk essay over Florence. Ina Boudier-Bakker draagt een schets bij, getiteld ‘Een Leugen’, Cyriel Buysse ‘wintervizioenen uit Engadin’. Na twee ‘avondliedjes’ van A.J. Barnouw kondigt Dr. J.L. Walch een vijftal werken over Nederlandsche philologie aan, onder welke hij de beteekenis van Dr. H.F. Wirth's bekend boek over 't geheel met sympathie doet uitkomen.
De Ploeg, geïllustreerd maandblad van de Wereld-bibliotheek. Redactie: L. Simons, directeur; Louis Landry, secretaris. Uitgaaf der Maatsch. voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam.
In het Februarinummer schrijft Cornelis Veth eene met reproducties geillustreerde verhandeling over Dickens' voornaamste illustratoren. Van een gedicht van Karel van de Woestijne, ‘de Terugtocht’ wordt het eerste gedeelte opgenomen. L.S. bespreekt de Jubilea van Mevr. v.d. Horst, Mevr. Holtrop en Willem Royaards en eenige nieuwe tooneelstukken, waaronder Schürmann's Violiers.
Onze Kunst, geïllustr. maandschrift voor beeldende kunst; hoofdredacteur Dr. P. Buschmann Jr.; rubriek Ambachts- en Nijverheidskunst onder redactie van de ‘Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst’, redactie-commissie S.H. de Roos, Jac. Ph. Wormser, H. Fels, Jac. van den Bosch, Marg. Verwey, secretaresse. Uitgave der naamlooze vennootschap ‘Onze Kunst’ Antwerpen, voor Nederland: L.J. Veen, Amsterdam.
Dr. Jan Veth bespreekt in het Februarinummer een zelfde compositie bij Josef Israëls en bij Millet, nl. een kind dat, door de moeder geleid, de eerste schreden