bereiken en het dichtbij gelegen Neukirch, 't hoogste dorp op het Westerwald.
Het laagste terras omringt het middelste in verschillende breedte en is, evenals het hoogste, tamelijk vlak en minder boschachtig. De bekoorlijkste landschappen worden gevormd door de menigvuldige kronkelingen van de Nister, den Gelbach en andere kleine waterstroomen, die zich in den Rijn uitstorten. Van verrassende schoonheid zijn de romaneske dalen - reeds beroemd - het Saynthal en het Brixthal.
De bevolking van het Westerwald is eerlijk, braaf, vlijtig en, zooals de eenzame streek het medebrengt, ernstig en min vriendelijk van aard. Ze herinnert nog aan de onbedorven Chatten, wier dapperheid den Romeinen, en later op menig slagveld den Franschen, vrees aanjoeg. Hunne vaderlandsliefde en Keizervereering zijn diep ingeworteld. In de armoedigste hut ziet men 's Keizers portret. Akkerbouw en veeteelt - runders, varkens en schapen - zijn hunne voornaamste bezigheid. Ze bebouwen hunne velden met koeien; de rijkere grondbezitters gebruiken daarvoor ossen. De vruchtbaarste bodem is in 't Elbthal en in den omtrek van Hadamar. Hier groeit de weit weelderig. In de overige streken zijn de voornaamste veldvruchten: haver, gerst en aardappelen.
Ooft gelukt op het Westerwald slecht. 't Klimaat is in den winter bar; de zomer laat zich gewoonlijk lang wachten; van weldadige kracht betoont zich echter het warme jaargetijde voor zenuwzieken en zwakken, wijl ook bij de grootste hitte de lucht frisch blijft.
Aan behoorlijk ingerichte hotels is 't Westerwald nog arm. Tot dusverre genoot de logementhouder te weinig voordeel van zijne gasten, om voor hen in voornaamheid te willen onderdoen. Hij leeft op voet van gelijkheid met de ingezetenen van zijne woonplaats en schiet daardoor te kort in plichtplegingen, ook jegens den vreemden bezoeker. De matige pensionsprijzen, 3-5 mark, de gezonde lucht en de liefelijke natuur wegen echter ruim op tegen dit euvel, dat trouwens door den speculatiegeest van hotelondernemers, meer doordrongen van den eisch des tijds, reeds aan 't afnemen is.
't Meest bezienswaardige gedeelte van 't Westerwald is in weinig dagen te bezoeken met een rondreisbiljet van Coblenz of Ems over Hadamar - Dornburg - Westerburg - Hachenburg naar Altenkirchen; vandaar met den sneltrein (2½ uur) over Au, door het vriendelijk Siegthal, naar Deutz (Keulen).
Geen natuurliefhebber zal van dit uitstapje onbevredigd terugkeeren. Belangwekkend voor den natuurvorscher is bovendien Dornburg, een basaltberg, door de ijsvorming, die zich in den zomer aan de Zuidzijde acht minuten diep en twintig minuten lang uitstrekt. Naarmate de hitte buiten toeneemt, vermeerdert het saamgeperste ijs en de ijzige koude van den luchtstroom, - 0 tot 4 + R. - die uit de tusschenruimten dringt der stroomsteenen. Zelfs bij 26° R. van de buitenlucht blijft het ijs. Aan den voet van den berg ontspringen vele en groote