Prinses Charmian. Uit het Engelsch door Mina. Vertaald onder toezicht van M.C. Frank. Sneek, H. Pijttersen Tz.
Op de vraag, of de Nederlandsche lezers veel verloren zouden hebben, als dit boek onvertaald gebleven ware, meenen we ontkennend te moeten antwoorden. In een roman van degelijke strekking zou aan Charmian Dacre en Suze Conventry als excentrieke, wufte, weekhartige en sentimenteele figuren misschien eene ondergeschikte plaats kunnen ingeruimd worden, maar toch nooit zouden zij zoovele bladzijden mogen innemen, als in dit boek eraan gewijd worden.
De geschiedenis der heldin in dit verhaal, Charmian, wegens hare uiterlijke bevalligheden prinses genoemd, en het portret, van haar geleverd, deden ons denken aan het atelier van een schilder of beeldhouwer, waarin de kunstenaar aan zijn beeld telkens en telkens opnieuw iets verandert of bijwerkt, om zijne schepping volkomener te maken, maar waarin het hem niet gelukt, die edele trekken te voorschijn te roepen, die aan zijn werk waarde moeten geven, waarom hij eindelijk wanhopig een grooten verfkwast of den hamer in de hand neemt, om de beeltenis of het beeld te vernietigen.
Voor de zeventienjarige Suze, die op haar leeftijd reeds in meer dan één liefdesgeschiedenis gewikkeld wordt, zouden we nog eenige sympathie kunnen hebben, maar overigens komen hier geene karakters voor, die eenige aantrekkelijkheid bezitten, of het zou eene zeer ondergeschikte persoon, Pleasant Owens, de oude kindermeid van Suze, moeten zijn, die in hare bezorgdheid voor hare jeugdige meesteres nog de verstandigste toont te zijn.
Naar het ons voorkomt, had het toezicht van M.C. Frank zich wel mogen uitstrekken tot de zorg, dat de vele poëtische citaten in de Engelsche taal voor de lezers, die die taal niet machtig zijn, waren vertolkt geworden.
H.