Suum cuique.
Nieuwe uitgaven.
Camera Obscura van Hildebrand. Geïllustreerd door F. Carl Sierig. Afl. 1-6. Haarlem, Erven F. Bohn, 1875-76.
Romantische Werken van Mr. J. van Lennep. Nieuwe volksuitgave, compleet in 13 deeltjes. 1ste en 2de d., 's Gravenhage en Leiden, M. Nijhoff, D.A. Thieme, A.W. Sijthoff, 1876.
Twee uitgaven, die een bloote aankondiging vragen: wie er nu een beoordeeling van gaf, kwam veel te laat of veel te vroeg. Voor het tegenwoordig geslacht veel te laat: wie van onze tijdgenooten zou durven bekennen, dat hij Hildebrand en Van Lennep niet kende? En eerst een volgend geslacht zal kunnen beslissen welke plaats aan beiden toekomt in de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde.
Een aankondiging alleen: Van Lennep verschijnt in eene eenvoudige maar nette volksuitgave, wier 13 deeltjes al de Romantische Werken zullen bevatten, welke vroeger in de bekende 23 blauwe bandjes verschenen. De prijs is zeer matig, zoodat deze uitgave wel in de handen des volks zal komen, en het volk zal er niet minder op worden, wanneer het Van Lennep's romans en verhalen leest en verstaat. Onder onze beste prozaïsten neemt hij een eereplaats in.
Wanneer Professor Beets lang vergeten zal zijn, zal Hildebrand's Camera nog het lievelingsboek blijven van oud en jong. De uitgevers zeggen niet te veel, wanneer zij de Camera Obscura het meest populaire boek onzer letterkunde noemen. Tal van uitgaven heeft het beleefd, ook een zoogenaamde prachtuitgave; maar de rechte prachtuitgave is nu eerst ondernomen: flink formaat, keurige druk, en daarbij menigte van illustraties, allen van ééne hand. Men heeft op enkele van die illustraties aanmerking gemaakt; kind des volks, durven we hier geen beslissend oordeel vellen. Maar als kind des volks, en van der jeugd aan innig vertrouwd met de Camera Obscura, durven wij gerust de verklaring der uitgevers overnemen, dat de kunstenaar geheel in den geest van het werk is doorgedrongen. En dat is hier wel de hoofdzaak: men moet de gestalten, door Hildebrand's phantasie geschapen, voor zich zien, zelf getuige zijn van de tooneelen, door zijne meesterhand geschetst. Dat achten wij den eisch der illustratie, en met een dankbaren blik hebben wij gepeinsd bij menige plaat, waarop wij een ouden bekende meenden te ontmoeten.
De uitgevers der volksuitgave van Van Lennep, der prachteditie van Hildebrand hebben aanspraak op den dank van het Nederlandsche volk.