huismeester is nog flink, al werd hij er niet jonger op, en hij wordt waarlijk minder taai: voor uw teekenmeester zelfs kan hij nu een paar dubbeltjes missen. Praten kan de administrateur van uw buitenplaats wel niet best; maar hij meent het goed met de boeren; luister naar hem, als hij u aan 't verstand wil brengen, dat ze daar toch ook menschen zijn en nog een andere bestemming hebben dan te zwoegen hun leven lang om u een lekkere kop koffij te bezorgen. Uw lijfhuzaar moet de knevels niet zoo opstrijken en den sabel wat minder laten kletteren; men lacht den bullebak uit, die in uw keuken voor blankofficier spelen wil. Hun ziel hebben uw dienaars u niet verhuurd.
Als grijze en voorzigtige raadslieden u waarschuwen, denk aan Salomo's zoon, meidlief, maar vergeet ook niet, dat die oude wijzen zwegen, zoolang zij met den vader van Salomo's zoon brasten van het zweet en bloed des volks, waarvoor straks hun harten o! zoo warm kloppen.
Hoor en wederhoor, maar bedenk, dat er iets kostelijker is dan de kostelijke rijkdaalders. - Een goede conscientie wil ook wat zeggen, kind.
Goten en waterleidingen gaat ge verbeteren, kamers doorslaan om meer ruimte te krijgen, nieuwe paden aanleggen in uw tuin: 't is wel. Maar er is beter.
Huisselijk moet ge blijven, maar nooit vergeten, dat er nog wat anders te doen valt dan trappen schuren en zuurkool inmaken: den geest ontwikkelen, den smaak zuiveren, uw kennis verrijken, uw hart vormen, regt en geregtigheid oefenen tegenover groot en klein, deugd en vaderlandsliefde wat minder beredevoeren en wat meer beoefenen - 't geeft wel niet veel in de kas, maar 't geeft iets anders. En dan - 't klinkt wel wat ouderwetsch, maar 't moet er toch uit: een beetje, al is 't maar een heel klein beetje - religie. Ziet ge, 't is althans goed voor uw dienstboden, en misschien voor u zelve ook nog wel, b.v. als er eens kwade dagen komen.