De Tijdspiegel. Jaargang 11

(1854)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De– rechtenstatus

Het spionnetje.

Januarij-spionnetje.

Combustibiliteit - wetenschappelijk en praktisch ontwikkeld.

De akademie der wetenschappen is in December l.l. verrijkt geworden door eene voorlezing van den hoogbegaafden Prof. Mulder, over de ‘noodlottige zelfontbranding der ladingen, ook onzer schepen.’ - Ter zelfder ure en dage liep het kostbare schilderstuk van v.d. Helst, ‘de Schuttersmaaltijd,’ al te bekend, groot en dreigend gevaar eener kagchel-zelfontbranding - waarover, zoo als billijk was, in den Amsterdamschen gemeenteraad klagte is ingeleverd. - Uit dit merkwaardig conflict blijkt, ter eene zijde, het verschil tusschen theoretische, wetenschappelijke ontwikkeling, en ter andere zijde, het gevaar van bloot praktisch en niet theoretisch hevig kagchel gloeijen: - juist terwijl de schepen beveiligd werden voor brand - op 's redenaars lippen - werden de onbetaalbare schutters iets of wat - verzengd!

Accommodatie van een monarch - als leerzaam voorbeeld.

Czaar Nikolaas gaf aan een aantal Muzelmannen, die bij voorkeur en wegens goede redenen, liefst in de Russische gelederen medestreden tegen de broeders in den geloove - dan in hunne eigene - eene ridderorde. - Maar de Czaar heeft gelast dat, om geen aanstoot te geven, de afbeeldsels der Heiligen op die ridderorden voorzigtig werden weggelaten, - geomitteerd, en slechts de minder kerkelijke, meer neutrale, en zuiver militaire ‘Russische adelaar’ worde gezien. - Waaruit weder gezien wordt eene staatkundige rekbaarheid, om - een vogel in het knoopsgat te laten uitvliegen, zelfs ten praejudice van eenen Heilige der kerk. - Alles eene bijdrage tot de geschiedenis van Staat en Kerk in onze eeuw.

Gedenkteeken.

Voor wien? voor L. Coster, of iemand die kroon of schepter droeg? Nog niet, mijn waardste! maar een ‘monumentum aere perennius’ - (sterker dan metaal) - voor den onsterfelijken Barth. Schwartz, den uitvinder van het buskruid, in de 14^de eeuw - en wel te Freyburg in Baden. - Zal de grijze aartsbisschop van Freyburg, die mede ontvlambaar is, dit gedenkteeken behoorlijk kerkelijk in-wijden? Zullen de waarde Chinezen hun oud regt van uitvinding hier opgeven, en het monument kunnen goedkeuren en ongedeerd laten? Zal de waarde van het dierbare buskruid thans op nieuw aan den Donau, weldra in Perzië, Britsch-Indië niet tevens verheerlijkt moeten worden? - Moge ook weldra ergens, ter behoorlijke plaatse, de uitvinder van het ‘Arsenicum,’ en de ‘Aqua Tofana,’ en het

‘Berlijnsch blaauwzuur,’ - aan de vergetelheid ontrukt worden, - men sla handen aan het werk!

Kerkelijke bond- en strijdgenooten voor den staat.

A.	De Russische geestelijkheid heeft, tot tegemoetkoming der oorlogskosten tegen Turkije, aangeboden 20 millioenen roebels: - eigendom der kerk.
B.	De Ulema's, Mohammedaansche priesters, hebben, tot tegemoetkoming der oorlogskosten tegen Rusland, aangeboden aan den Divan de noodige fondsen uit de moskeën - voor te schieten: - eigendom der kerk.
C.	Zoo dat, hier en daar, het oorlogstooneel behoorlijk zal gestoffeerd en verlevendigd blijven - uit de kerkelijke reserve-kassen. - Gelukkig dat er voor de popes en ulema's nog geen ‘wet op het armbestuur’ in de maak of op zigt is, zoo als ten onzent.

Een schouwburg-voorhangsel.

Prins Metternich heeft gezegd - en prinsen zijn niet zuinig op zoogenaamde ‘bon mots’ (vorstelijke en doorluchtige kostbare hof-bonbons), - toen men aanmerkte ‘een belangrijk tijdperk te beleven’ - ‘dat als in den schouwburg de vijf minuten vóór het ophalen van de gordijn belangrijk konden worden beschouwd, het gezegde niet ongegrond ware.’ - Maar de prins heeft er niet bijgevoegd, dat hij en welligt anderen, te voren wisten en beraamd hadden wat er dan zal vertoond worden, als tooneelmeesters, die eerst achter de schermen stonden, en als alles gereed is, zich met een leuk en onschuldig schapengezigt, onder het volk, dat toekijkt, plaatsen - zeggende: ‘jongens, als we nu maar wisten wat er al gezien zal worden.’ O drommelsche heeren tooneelmeesters-prinsen-ministers!!

Souvereiniteit.

Waarom hebben verschillende dagbladen juist thans (onlangs) medegedeeld een catalogus (maar nog volstrekt geen beredeneerde catalogus) der Souvereinen op de wereld? b.v. 6 Keizers - met Faustinus er bij - 16 Koningen - met dien der Mosquito's - 5 Koninginnen (waarbij Renavalena van Madagascar, en vorstin Pomaré - 10 Presidenten - 10 regerende Vorsten en Vorst-jes - 7 Groothertogen - 10 simpele Hertogen - slechts 1 Paus en 1 Onderkoning van Egypte - 1 Schah van Perzië, - 1 Iman, 1 Emir, 1 Bey van Tunis en een paar Sultans (Turkije en Borneo) - 1 paartje Gouverneurs (Amerika). - Ziedaar de staalkaart - nu vragen wij, of, onder zoovele vormen, het monarchisme en de souvereiniteit nog wel eenig gevaar loopen -? er zijn wel niet veel presidenten à prendre, maar de koningen en vorsten, eerste en tweede klasse, zijn, den Hemel zij dank! talrijker. - Gij hebt maar te kiezen, heeren en dames! volken en onderdanen - als ge maar gediend wilt zijn -! Geldt ook hier de spreuk: ‘één is noodig?’ dan naar de éénlingen -! b.v. de Paus, of de Bey, of de Schah? welnu?

Vleeschspijze.

Luidens latere berigten is men in Oostenrijk met het gebruik van het paardenvleesch verzoend, en in Groningen met dito vleesch en kattenvleesch - een staatkundig verschijnsel, dat in verband zoude gebragt kunnen worden met de onlangs geopperde en ter Kamer gebragte ‘vleeschquaestie.’ - Men is ons het bewijs immers schuldig gebleven, dat de zoogenaamde gemeene, arme nederlandsche mensch ook geen paarden- of kattenvleesch behoeft, wat het ossen- en kalfsvleesch betreft, en de verminderde belasting op die weelde, - daarover was men het eens aan de eene zijde - daarom vertrouwen wij, dat bij eene tweede voordragt der afgesprongene wet, billijkerwijze, de attentie van hooggeplaatste lieden ook op onze paarden en katten, na hunnen tijdelijken dood, worde gevestigd.

IJsportret.

Er is nog eene andere kunst gezien, dan de Daguerre of de photograaph - zinnebeeldig en rijk in toepassing -: op den nieuwjaarsdag is te London, op een der vijvers, ter bane gekomen een portretschilder met de voeten - een schaatsenrijder per excellentiam, Pitcher, die het zeer welgelijkend portret van prins Albert op het gladde ijs heeft getrokken.-

Toepassing -: koningen- en vorsten-portretten - kunnen ligtelijk ontdooijen, - en als men ze op de rolle der geschiedenis, op glad ijs, met scherp ijzer getrokken, aanschouwt, - rilt de nakomeling van koude, als hij die gelaatstrekken herkent of aanroert - ook barst het ijs zoo ligtelijk, en hij, die het portret eens trok, kan zeer ligtelijk vallen enz. enz.

asmodeus.