mede om. - Op blz. 10. en door het geheele werk heen wordt Requesens van zijne zedelijke zijde zeer ongunstig voorgesteld. Zie eens von Corvin-Wiersbitzky, mij iemand van gezag, D.H. blz. 186 en 225. De Marchesa de Montenuantes moet eene intriguante heeten, en zij is open tot onbeschaamdheid en onbedachtzaamheid toe. Guinta, haar handlanger is hier en daar wat beter geteekend. Het jeugdige, opbruisende in Fredrik van Milgenborgh op blz. 45, de drift van den heer van Wervinskerke blz. 53, en meer zulke situaties worden voorgesteld op eene wijze die ons steeds doet denken aan den reus in het doolhof, of bij vader Claudius. - De tirades over de priesters blz. 84, zijn onhandige grepen, die ook bij menigte zijn op te merken in de aanraking en verhouding tusschen Spanjaarden en Nederlanders. De aanleiding om Parillos in de vergadering der gemeente onder het kruis in te leiden, is niet digne. Er zijn redenen opgegeven die hem tot het protestantsche geloof konden doen overhellen, doch dezer invloed als motieven is niet genoeg nagegaan en in het licht gesteld. Wij zien gaarne psychologisch gewerkt, de daad, het woord in derzelver kiem, wording en verloop aangewezen. Hoe geheel anders zou eene Toussaint die dingen hebben uitgewerkt, hier met kracht aanzettende, dáár latende zien, ginds verradende.
De tweede helft van den roman beviel ons beter dan de eerste. Daarin komen goede grepen. De voorstelling van den togt naar Schouwen is zoodanig als wij dien vermeld vinden bij onze geschiedschrijvers. Wij vroegen niettemin: waarom daarvan niet meer partij getrokken? Waarom niet in détails de positie, niet in gesprekken de gevoelens en gewaarwordingen van de handelenden geschetst? Men leest het alsof men eene beeldengalerij doorwandelt, of eene schilderij daarvan ziet.
Wij hebben onze voornaamste aanmerkingen medegedeeld, onpartijdig, gelijk wij hopen ons steeds te betoonen. Het zal ons aangenaam wezen, wanneer wij van dezelfde hand ontmoeten mogen wat in zijn geheel overeenkomt met het beste hier te vinden.