| |
| |
| |
[Eerste deel]
Inhoud.
Godgeleerdheid. - Wijsbegeerte. - Staatkunde. - Opvoeding en onderwijs.
|
Blz. |
De grenzen des Tijds. |
|
Een woord ter inleiding bij den nieuwen Jaarkring aan de lezers van den Tijdspiegel |
1 |
De Priester in en buiten de kerk. |
|
Twijfeling en overtuiging. - A.H. Albert. |
5 |
Oosterzee's Leerredenen. |
|
Een paar woorden, en geene beoordeeling. |
10 |
Afschaffing van de doodstraf wegens misdaad tegen den Staat |
15 |
De eigendom en het Socialismus. |
|
Een woord aan den heer Mr. W.R. Boer. |
21 |
De Groninger School en hare betrekkingen tot de theologische wetenschap en de Hervormde Kerk in Nederland |
81 |
Een Hervormd Predikant en de Formulieren. |
|
J.A.M. Mensinga, predikant te Sybecarspel: De zaak der formulieren van eenigheid in de Nederlandsche Hervormde Kerk, aan een kalm, naauwkeurig en onpartijdig onderzoek onderworpen, tot bevordering van den vrede en de eer der Kerk |
93 en 161 |
Neander, geschiedenis der Christelijke Godsdienst en Kerk. Uit het Hoogduitsch vertaald door W.C. Mauve, Predikant te Haarlem. Eerste en Tweede aflevering |
99 |
Over het eigenaardige van de Europesche omwenteling van 1848, en in hoever die tot de zedelijke en staatkundige beschaving heeft bijgedragen |
102 |
De vernietiging eener Hoogeschool |
110 |
Het gerevideerd algemeen reglement voor het bestuur der Hervormde Kerk in het Koningrijk der Nederlanden |
166 |
Da Costa niet Gereformeerd! |
170 |
Het Communisme |
175 |
Welke is de kracht van het Christendom in dezen tijd? Door C.H. van Herwerden, C. Hz. Theol. Doctor en Pred. te Groningen. |
186 |
Wijsbegeerte en Christendom |
191 |
Een Koning sterft. 17 Maart 1848 |
241 |
Wenken over de Wenken, aangaande den toestand der uitwendige Eerdienst, door den heer J. van Lennep |
244 |
Eenige bedenkingen omtrent het geschrift van den Hoogleeraar Mulder: Verval van Nederland |
251 |
Een miskend Wijsgeer in zijne eer hersteld. |
|
Fragment eener voorlezing in een philosophisch kransje van niet-philosophen |
258 |
De opvoeding des menschdoms ter voorbereiding voor de komst van Christus, geschetst door L.S.P. Meijboom, Th. Dr. en Predikant te Nijmegen, ten gebruike bij de kerkelijke geschiedenis van Leipoldt |
264 |
Eene kleine teregtwijzing over het gebruik van den titel Moeder Gods door de Protestanten |
268 |
Het Christendom en onze tijd. |
|
Eene stem uit Parijs |
321 |
Eensgezindheid en eenzijdigheid. |
| |
| |
|
Blz. |
|
Enkele gedachten in verband tot de Brochure No. IV van Mr. Groen van Prinsterer. (Donker Curtius. - Guizot. - Het Nederlandsche volk) |
325 |
De volksopvoeding, beschouwd als grondslag van Nederlands toekomstige staatsregeling, door C.L. van Woelderen (Vervolg en slot van blz. 434, II, 1848) |
330 |
Het hooger Onderwijs. |
|
Is bezuiniging op het Onderwijs, vooral door opheffing eener Hoogeschool, aan te raden? door P. Hofstede de Groot, Hoogleeraar en Schoolopziener te Groningen. Iets over Hooger Onderwijs, door D. Burger Jr. |
343 |
Wat wil de heer Groen? |
|
Drie meesters in het regt: de heeren den Tex, de Bosch Kemper en Groen van Prinsterer. Nederlandsche Jaarboeken voor Regtsgeleerdheid en Wetgeving, enz. Elfde deel 1849, No. 1, en aldaar:
Boekbeoordeeling. Mr. G. Groen van Prinsterer, Ongeloof en Revolutie, enz. door Jhr. Mr. J. de Bosch Kemper, blz. 181.
Beschouwingen, enz. Over revolutionair en anti-revolutionair Staatsregt, door Mr. C.A. den Tex, blz. 221 |
401 |
De eerste Noord-Hollandsche Predikantenvergadering, te Amsterdam, den 3 Mei l.l. |
410 |
Pauperisme |
417 |
| |
Letterkunde.
Een Dichtbundel voor mijn Vaderland, door S.J. van den Bergh |
24 |
Balthazar Bekker in Franeker. Een portret uit de zeventiende eeuw |
26 |
Angela, door de schrijfster van Mont Sorel, Emilia Wijndham, enz. Uit het Engelsch vertaald door P. van Os |
29 |
Aangename herinneringen van Holland en zijne inwoners, door F.W. Dethmar, predikant te Anholt. Uit het Hoogduitsch vertaald. Twee deelen |
31 |
Onderteekend of Anonym? |
34 |
Mejufvrouw Toussaint's Fantasien in December 1848 |
113 |
Uiterlijke welsprekendheid. |
|
De declamatie, of de kunst van declameren of reciteren en van de mondelijke voordragt of uiterlijke welsprekendheid in het algemeen, door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar. (ten gebruike voor studenten en voor elk een' die in het openbaar lezen of spreken moet) |
117 |
Ganganelli (Paus Clemens XIV) in zijn leven en karakter geschetst, door J.P. Sprenger van Eijk |
121 |
Christelijke letterkunde. |
|
De waarheid in het leven. Verhalen van Victor Strausz. Naar het Hoogduitsch. Twee deelen |
203 |
Een woord over de thans heerschende volksziekte. |
|
Bijdrage tot de juiste kennis en behandeling van de Cholera in 1847 en 1848. Door Dr. H.L. von Guttceit, praktisch geneesheer te Orel. Naar het Hoogduitsch. |
205 |
Rafaël, door A. de Lamartine (Briefsgewijze). |
271 |
Iets over den zielkundigen of wijsgeerigen Roman: |
|
Ziel en Lichaem, door P.F. van Kerckhoven |
277 |
Jaarboekje van Wetenschappen en Kunsten, door S. Bleekrode, Hoogleeraar in de Natuur- en Wiskundige Wetenschappen aan de Koninklijke Akademie te Delft, enz., Tweede Jaargang, 1847-1848, met houtsneêfiguren |
283 |
De lessen der geschiedenis |
347 |
Eene Boekverkoopers-onvoorzigtigheid |
354 |
Proza-brief over het dichterlijk proza in ‘de Gids’ van den dichter Kneppelhout, op den Hemelschen Berg, over den dichter van den Bergh in de Schoolstraat te 's Hage |
359 |
Poëzij, Proza en Rijmelarij bij den dood des Konings |
362 |
| |
| |
|
Blz. |
Koenraad van Beuningen. |
|
(H.J. van der Heim, Dissertatio historicopolitica de Legationibus a Conrado Beuningio gestis, usque ad annum 1672.) |
423 |
De geschiedenis der Kerkhervorming in tafereelen. |
|
Een leesboek ter bevestiging der Protestanten in hun Christelijk geloof, bekroond door 't Haagsch Genootschap tot verdediging der Christelijke Godsdienst, door B. ter Haar, Theol. Dr. en pred. te Amsterdam, 2 dln. Vierde vermeerderde druk |
436 |
De beproevingen van Emilia Wijndham. - Schuld en Boete. - Beide uit het Engelsch, van Mistress March |
442 |
| |
Mengelwerk.
Aan het Hof - en op het Land |
37 en 124 |
Eene vraag van den Hersteld Evangelisch Lutherschen Predikant J.A. Helper Sesbrugger beantwoord |
47 |
Brievenbus. |
|
I. Brief over eene Predikanten vergadering om invloed uit te oefenen op de verkiezingen |
49 |
|
II. Ongevraagd antwoord op een' verdwaalden brief |
52 |
|
III. Brief aan den heer Jan Vos, over het oudste der Vaderlandsche Tijdschriften |
54 |
|
IV. Brief over eene jonge dame, die door transponeren wil recenseren. |
55 |
|
V. Brief aan de redactie van den Tijdspiegel, over het optreden van Mr. I. Da Costa, als spreker in de Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen. |
57 |
|
VI. Brief van een Gelderschman over de Gemeente-lasten in zijne provincie. |
59 |
|
VII. Brief aan den heer Mastigoon over eene dame, die als dilettant-recensente is opgetreden |
139 |
|
VIII. Brief van den emeritus predikant Jan Salie aan zijn vriend Pruik, bijgenaamd de oude, over de politische poëzij, en andere fraaije zaken |
141 |
|
IX. Bijdragen tot de Literatuur der Botervliegen |
144 |
|
X. Brief van een' Drentschen boer over 't uitveenen van den Zuid- en een gedeelte aan den Keverdijkschen polder onder Muiden |
146 |
|
XI. Brief van een' plattelandschen kiezer aan een Amsterdamschen collega verloren geraakt, maar, gelukkig, teregt gekomen |
148 |
|
XII. Brief over een paar dwaasheden in het ‘Leeskabinet,’ droevig om te lezen voor jong en oud, die iets van poëzij weet |
227 |
|
XIII. Nog een brief over predikanten-invloed op de Verkiezingen |
229 |
|
XIV. De eer der Indische dames, tegen de Warnasarie, gehandhaafd |
304 |
|
XV. Ongevraagd antwoord op den brief van een Gelderschman over de gemeente-lasten in zijne provincie |
306 |
|
XVI. Brief aan den Tijdspiegel, naar aanleiding der Brochure: de Nederlandsche Staats-Courant, door J. Tideman, Adjunct-Redacteur der Nederlandsche Staats-Courant |
308 |
|
XVII. Brief aan den redacteur van den Tijdspiegel van een' zijner medearbeiders, over blaam uit onreinen mond. |
383 |
|
XVIII. Brief van een diep ontroerd Proponent aan een broeder Proponent, over een hartroerende advertentie en ‘inventatie,’ in de Haarlemsche Courant, Zaturdag 14 April dezes jaars. |
385 |
|
XIX. Den heer J.A.M. Mensinga, minzaam antwoord op heusche teregtwijzing. |
387 |
|
XX. Brief over twistende laatsten, die gaarne eersten zouden zijn |
388 |
|
XXI. Nog eene bijdrage tot de Literatuur der Botervliegen |
390 |
| |
| |
|
Blz. |
Verkiezingen tot leden van den Stedelijken Raad te Amsterdam |
61 |
De ‘laatste oogenblikken van Egmond’ |
63 |
Lexicon Manuale: of Handwoordenboek voor den Tijdspiegel |
64, 230, 311, 391 |
|
Land. - Latijn. - Leen. - Leer. - Leger. - Letter. - Leven. - Maag. - Magt. - Makelaar. - Man. - Meester. - |
|
De toekomst der dichters |
70 |
Teekenen des Tijds. |
|
I. Couranten-lezen |
131 |
|
II. Presidenten |
133 |
|
III. De Paus |
135 |
|
IV. De staat van beleg |
136 |
|
V. Profeten-dichters |
137 |
|
VI. Goud |
138 |
Eene nieuwerwetsche Parabel van den schrijver der Fransche Wespen |
149 |
Een bezoek bij den Radja van Beliling op het eiland Bali in 1845 |
213 |
Een morgen op een Atelier van Eleves |
285 |
Een paar bladen uit mijn Dagboek. (Meêdeelingen uit de Rhijnpfalz) |
296 en 372 |
Wat er al gebeurt als er een Koning is gestorven? Vraag en antwoord |
369 |
Mijne eerste liefde |
376 |
Mr. Isaac Da Costa's laatst gehouden Voorlezingen over 't laatste boek des Bijbels |
445 |
De Bankroetiers-dochter. Naar het Engelsch |
451 |
Cornelius Nepos en de publieke eerbewijzen. (Tekst met eene Glosse) |
468 |
Afgeluisterd Boerenpraatje bij gelegenheid der bezigtiging van de gedecoreerde Nieuwe Kerk te Amsterdam (14 Mei) |
471 |
|
KRONIJK VAN DEN DAG |
73, 153, 233, 313, 391, 473. |
|
|