| |
| |
| |
Kronijk van den dag.
Maart.
Binnenland. - Ook in ons vaderland veroorzaakte de tijding der Fransche omwenteling eene diepe aandoening; maar bekommering voor onszelven had daarin de overhand. Nederland heeft behoefte aan rust en orde; wanorde, ja zelfs de vrees daarvoor, heeft oogenblikkelijk eenen heilloozen invloed op de middelen van bestaan van duizenden, en bij onzen financiëlen toestand zijn de gevolgen van staatsschokken onberekenbaar. Dit bleek terstond toen bij de heropening der beurs de effecten eene schrikkelijke daling ondergingen en een aantal groote bankroeten daardoor werd te weeg gebragt. Daarbij kon niemand zich ontveinzen, dat ook in den boezem onzer maatschappij de zaden van binnenlandsche onlusten lagen verscholen. De Regering had een voorstel tot Grondwets-herziening toegezegd, en de bekende gezindheid der Ministers deed voorzien, dat dit voorstel geenszins aan den wensch van de groote meerderheid des volks zou voldoen. Deze verwachting werd verwezenlijkt. Over den gezamenlijken inhoud der 27 wetsontwerpen, welke aan de Tweede Kamer werden gezonden, bestond slechts ééne stem; zelfs zij, wier beginselen niet met groote staatkundige hervormingen strookten, achtten die ontwerpen in den tegenwoordigen tijd geheel onvoldoende. Tot openbare uitbarstingen van misnoegdheid kwam het niet, maar dat deze in de toekomst dreigden was uit de algemeene ontevredenheid genoegzaam op te maken. Een maatregel, onmiddellijk van den Koning uitgaande, deed eensklaps de spanning wijken, de bekommering bedaren, en opende het uitzigt op eene meer gelukkige toekomst dan men zich anders had durven voorspellen. Z.M. gaf aan den voorzitter der Tweede Kamer mondeling te kennen, dat hij bereid was om tot eene ruimere herziening der Grondwet mede te werken en de gedachten der Kamer daarover wenschte te vernemen. Zeer spoedig werd aan het verlangen des Konings voldaan. De Tweede Kamer beantwoordde de koninklijke boodschap met een verslag, waarin de hoofdpunten
werden opgegeven, welke bij de herziening der Grondwet op den voorgrond zouden moeten gezet worden; terwijl zij het initiatief aan de Regering overliet. Wederom bestond over deze voordragt slechts ééne stem, die van hartelijke goedkeuring. Op een enkel punt mogt bij sommigen eenig verschil van meening bestaan, dit was toch niet gewigtig genoeg om zelfs in dit opzigt eene afkeuring te doen uitspreken. Terstond nadat Z.M. den bovengemelden stap had gedaan, namen al de Ministers hun ontslag, om slechts zoo lang in functie te blijven tot er een nieuw kabinet zou zijn benoemd. Vijf mannen van bekende libe- | |
| |
rale beginselen, de heeren Donker Curtius, de Kempenaer, Luzac, Storm en Thorbecke, werden daarop door Z.M. benoemd in eene commissie, om een volledig ontwerp van Grondwets-herziening voor te dragen en den Koning tevens hunne denkbeelden omtrent de zamenstelling van een nieuw ministerie mede te deelen. Dadelijk na het bekend worden van des Konings gewigtig besluit, legden de ingezetenen van onderscheidene steden hunne blijdschap daarover door illuminatiën en andere vreugdebetooningen aan den dag. In de residentie werden optogten met fakkels en vaandels gehouden, welke tot laat in den nacht eene verbazende menigte van menschen op de straten hielden. Bij velen ontstond daardoor bezorgdheid voor ongeregeldheden, waartoe, vooral des nachts, wanneer de duisternis zoo ligt verwarring veroorzaakt, bij zulk eenen toeloop, zelfs eene onschuldige toevalligheid aanleiding kan geven. Tot nog toe was echter de orde ongestoord gebleven, en de verdere publieke demonstratiën, waartoe nog het voornemen bestond, werden verhinderd door de tijding van het overlijden van prins Alexander, die zich tot herstel zijner gezondheid op Madera bevond. - De weg is aldus geopend om met behoud van rust en orde die verberingen in het Staatsbestuur tot stand te brengen, waaraan inderdaad behoefte bestaat, en die met den geest des tijds overeenstemmende
instellingen te verkrijgen, welke het volk verlangt. Moge Nederland daardoor bewaard blijven voor de treurige tooneelen van bloedstorting en verwoesting, waarvan zoo vele gewesten van Europa thans de schouwplaatsen zijn.
Frankrijk. - Toen ons vorig nommer ter perse moest worden gelegd, hadden wij nog juist den tijd om eene toespeling in te voegen op den val van het ministerie Guizot. Wij - en wie niet met ons? - hielden deze gebeurtenis voor het einddoel der volksbeweging in Parijs. Maar nog voordat ons geschrift den lezers onder de oogen kwam, was er geschied wat niemand eenen dag vroeger kon verwachten, en sedert dien tijd hebben in geheel ons werelddeel de gebeurtenissen elkander als ware het verdrongen. De bedwelmende snelheid, waarmede zij elkander opvolgen, maakt het onmogelijk zich op een standpunt te plaatsen, van waar men het geheel kan overzien. Wij zullen slechts trachten een denkbeeld van den zamenhang te geven door de voornaamste punten aan te stippen. - De oppositie wilde hare krachten ten toon spreiden door eenen reformistischen maaltijd in de hoofdstad, en de ministers hadden eindelijk besloten om deze manifestatie voorshands toe te laten, toen het programma daarvan in het licht kwam en hen van besluit deed veranderen. Op het uiterste oogenblik zag de oppositie nu van haar voornemen af, maar te laat om daardoor eenen zamenvloed van menschen te voorkomen, die aan den optogt hadden willen deelnemen of dien bijwonen. Weldra kwam het tot opschuddingen en gevechten tusschen de municipale garde en de opgewondene menigte; de winkels van wapensmeden werden door het volk geplunderd, barricaden opgeworpen, bestormd en hernomen; maar op den avond van dezen eersten dag behield de militaire magt nog de overhand. De nacht werd echter door het volk besteed om zich tot een krachtiger strijd gereed te maken; met het aanbreken van den dag werd die hervat. Wederom zou de slecht gewapende volksmenigte het onderspit hebben gedolven, maar thans
| |
| |
verklaarde zich de nationale garde, die den vorigen dag niet in de wapenen was geweest, ter gunste der beweging, en vereenigde zich met de menigte om de afzetting der ministers en de verzekering der verlangde hervormingen te bekomen. De linietroepen wankelden en lieten zich op de meeste punten tot werkeloosheid bewegen. De Koning moest toegeven; en het berigt dat Guizot en zijne ambtgenooten verwijderd waren, en Molé met de zamenstelling van een nieuw kabinet was belast scheen de rust te zullen herstellen. Blijdschap verving de vijandige opgewondenheid; vele straten werden geillumineerd, en luidruchtig vrolijke volkstroepen trokken door de stad rond. Een ongelukkig voorval deed het vreugdegejuich wederom in een dreigend wraakgeschrei verkeeren. Een misverstand gaf aanleiding dat door de troepen, die het ministerie van Buitenlandsche Zaken nog bewaakten, op het volk geschoten werd. De gedachte aan opzettelijk verraad vatte dadelijk wortel; de menigte vloog op nieuw te wapen en werd thans versterkt door den aanhang der republikeinen, die bij de vernieuwing der volksbeweging de hoop opvatten om thans hunne, waarschijnlijk reeds lang in het geheim gekoesterde, ontwerpen te kunnen verwezenlijken. Door deze nieuwe strijders werden sommige wijken van Parijs gedurende den nacht in eene vesting van ontzaggelijke barricaden herschapen. Met den dageraad werden deze barricaden door de militairen bestormd; maar thans behield het volk de overhand. Andere volkstroepen vielen de wachtposten aan en ontwapenden de soldaten, die dit op vele plaatsen toelieten, maar in het Palais Royal eenen hardnekkigen tegenstand boden. Intusschen had de Koning tot nieuwe toegefelijkheid besloten en een ministerie uit de leden der voormalige oppositie benoemd. Dit kon echter thans niet meer baten. De dreigende menigte, welke de Tuileriën omringde, werd hoe langer hoe onstuimiger, en ‘weg met Lodewijk Filips!’ was thans de kreet geworden. De Koning deed
afstand; de Graaf van Parijs, onder het regentschap der Hertogin van Orleans, zou zijn opvolger zijn. Maar nog bedaarde het volk niet; het geweervuur in het Palais Royal deed het in woede toenemen; het beproefde reeds door de hekken der Tuileriën door te breken, en Lodewijk Filips, thans voor zijn leven vreezende, nam de vlugt. Eenige dagen was het onbekend waar hij eene wijkplaats had gevonden; het stormige weder hield hem zoo lang in eene zeeplaats op, vanwaar hij vervolgens naar Engeland overstak. Terwijl de Koning vlugtte en het volk de Tuileriën, welke door de troepen werden ontruimd, overmeesterde en plunderde, begaf de Hertogin van Orleans zich met hare kinderen in de vergadering der Gedeputeerden. Nog verhieven zich wel verscheidene stemmen ter gunste van het regentschap, maar nu deden de republikeinen zich gelden; eene gewapende volksmenigte, de zaal binnengedrongen, riep om de republiek; Lamartine, die thans als ware het tot den held des volks werd verheven, ondersteunde dit verlangen, en onder eene opschudding en verwarring, grooter dan misschien ooit eene wetgevende vergadering heeft aanschouwd, werd het regentschap verworpen en eene provisioneele Regering benoemd. Deze Regering, bestaande uit, Dupont, Lamartine, Crémieux, Arago, Ledru-Rollin, Garnier Pagès en Marie, met de secretarissen Marrast, Louis Blanc, Flocon, en Albert, proclameerde terstond de republiek en kondigde de bijeenroeping eener Nationale Vergadering aan,
| |
| |
waarin over den regeringsvorm zou worden beslist. In alle departementen werd deze proclamatie verspreid, en de republiek erkend, in sommige steden niet zonder geweldige opschuddingen, waarbij wraakzucht en baldadigheid de menigte tot verwoestingen en plunderingen dreef, waarvan ook Parijs en deszelfs omtrek in de eerste dagen het tooneel waren. Er kwam echter spoedig een einde aan deze buitensporigheden, en de provisionele regering begon hare moeijelijke taak om de grondslagen van een geheel nieuw staatsbestuur te leggen. Van den aanvang af werd zij zeer bemoeijelijkt door de eischen der communistische partij, of door de met den geest dier partij doortrokkene arbeidende klasse van Parijs, die terstond de heilrijke gevolgen der revolutie in de verbetering van haren toestand wenschte te ondervinden. Het was een eerste misslag der provisionele regering deze klasse gerust te willen stellen met de verklaring dat zij den arbeid waarborgde; maar de onmogelijkheid om deze belofte gestand te doen moest iedereen in het oog vallen. Vergaderingen van eene commissie van werklieden onder het voorzitterschap van Louis Blanc hebben tot nog toe geen ander gevolg gehad dan een besluit om de werkuren te verkorten, over welks nut de gevoelens zeer verdeeld zijn, en verder de moeijelijkheden van het vraagstuk meer en meer te doen uitkomen. Sommige klassen, zoo als straatmakers en voerlieden van omnibussen, die zich onmisbaar konden achten, lieten reeds terstond hunne aanspraken op hooger loon gelden; werklieden aan de spoorwegen weigerden allen arbeid uit wangunst op de gebezigde buitenlanders. Duizende personen, die meenden zich bij de omwenteling verdienstelijk te hebben gemaakt, maakten nu aanspraak op winstgevende betrekkingen, en het plaatsen van sommigen deed reeds dadelijk door anderen de klagt aanheffen, dat de provisionele regering even als de vorige hare gunstelingen voortrok.
Van het grootste gewigt was de staatkundige rigting, welke de republiek ten aanzien van het buitenland zou inslaan: een zeer uitgebreid manifest door Lamartine uitgevaardigd, van zulk eene vredelievende strekking, als in deze omstandigheden slechts mogelijk was, stelde in dit opzigt de gemoederen eenigzins gerust. De goedkeuring, welke de revolutie aanvankelijk bij de geestelijkheid vond, scheen een gunstig teeken te zijn voor de eendragt binnenslands; een besluit van den commissaris in het departement der Rhone, waarbij alle niet bij de wet veroorloofde congregatiën worden ontbonden, zal echter, wanneer de provisionele regering hetzelve handhaaft, dien bijval wel in heftige afkeuring doen veranderen.
De financiële toestand der jonge republiek geeft grond tot zeer ernstige bekommeringen. Ondanks de geruststellende verzekeringen der provisionele regering bleek het vertrouwen eenen zeer hevigen schok te hebben bekomen. Bij de wederopening der beurs, die verscheidene dagen gesloten was gebleven, ondergingen de staatspapieren eene ontzettende daling, verscheidene voorname kantoren waren genoodzaakt hunne betalingen te staken, en de terugwerking dezer omstandigheid op de handelswereld had overal eenen hoogst ongunstigen invloed. De hoop der provisionele regering, dat de geldmiddelen vooreerst geene bijzondere voorzieningen zouden behoeven, verwezenlijkte zich niet. De ontdekking eener vlottende schuld van ontzettend bedrag (870 millioen) verspreidde nieuwen schrik. Beperking der teruggaaf van het in de spaarbanken
| |
| |
gedeponeerde, eene zoogenaamde nationale leening van 100 millioenen, de gelijkstelling der bankbiljetten met klinkende munt, 43 opcenten op de vier directe belastingen, eene conversie of uitstelling der schatkistbiljetten, en de aanwijzing van 60 millioenen ter oprigting van disconto-kantoren om den kleinhandel te ondersteunen, waren de maatregelen, waartoe men aanvankelijk de toevlugt moest nemen om het staatscrediet te ondersteunen, en die ook inderdaad het vertrouwen eenigzins schenen te herstellen.
De eensgezindheid der provisionele regering en der bevolking, zoowel onderling als wederzijds, in de eerste dagen na de omwenteling hoog geroemd, is reeds onderscheidene malen op het punt geweest om in verdeeldheid te veranderen. Verschillende regeringsmaatregelen worden door sommige dagbladen met weinig minder vinnigheid gegispt, dan alsof zij nog van Lodewijk Filips afkomstig waren. Vooral was dit het geval met eene aanschrijving van Ledru-Rollin aan de prefecten, waarin deze werden opgewekt om hunnen invloed op de verkiezingen aan te wenden, ten einde geene anderen dan echte republikeinen zouden benoemd worden. Dit stuk wekte zulk eene algemeene ontevredenheid op, dat er een prcolamatie door de gezamenlijke regering werd afgevaardigd, waarin dit stelsel van invloed op de verkiezingen uit te oefenen geheel werd verworpen, en verklaringen en verzekeringen werden gegeven, die berekend waren om alle ingezetenen, welke staatkundige denkwijs zij ook waren toegedaan, gerust te stellen. De republikeinen zelven splitsen zich reeds in twee partijen, de heftigen, die de beginselen der omwenteling tot het uiterste willen drijven, en de meer gematigden. De eerste partij heeft reeds een aantal clubs opgerigt, die den gang der regering niet weinig dreigen te bemoeijelijken, hoewel sommigen hare pogingen als geheel magteloos bespotten. De nationale garde is met eene zoogenaamde mobile nationale garde vergroot, die betaling ontvangt en in kasernen gehuisvest wordt, en waarin iedereen wordt opgenomen die zich aanmeldt. In Parijs zou deze mobile nationale reeds 150,000 man tellen. De eigenlijke nationale garde, wier tusschenkomst het volk op den tweeden dag der omwenteling heeft beschermd, begint door deze gewapende volksmagt reeds op den achtergrond te worden geschoven; en hare demonstratie om de zoogenaamde keurcompagniën voorloopig in stand te houden, had, als een bewijs van trotschheid en ijdelheid aangemerkt, door tegenkanting des volks reeds bijna een gevecht doen
ontstaan. Onder deze omstandigheden is de provisionele regering waarschijnlijk volkomen opregt, wanneer zij in hare proclamatie zegt: Wij branden van verlangen om de republiek in handen der natie te stellen. Hunne verantwoordelijkheid is zeker de moeijelijkste, waarmede een bewind ooit beladen is geweest, en eerst de beslissing der nationale vergadering kan tot eenen meer gevestigden toestand voeren. Deze constitueerende vergadering was aanvankelijk tegen den 20sten April bijeengeroepen. De verkiezingen zouden den 9den dier maand beginnen. Alle Franschen, die den ouderdom van 21 jaren hebben bereikt, zijn kiezers; de afgevaardigden zullen naar den maatstaf der bevolking, namelijk een afgevaardigde op de 40,000 inwoners, worden benoemd, zoo dat het geheele getal 885 zal zijn.
Duitsche Staten. Door geheel Duitschland heeft de Fransche omwenteling de volksbeweging tot eenen verbazenden trap doen stijgen. Allerwege eischen de
| |
| |
volken vrije instellingen en dwingen, waar de regeringen de vervulling van het algemeene verlangen weigeren, dezelve met geweld af. Zelfs de stevigste bolwerken van het absolutisme zijn aan het wankelen gebragt. Hier en daar is ook de wensch levendig geworden om Duitschland eene meer vaste en krachtige staatkundige eenheid te geven. Aan dezen wensch en aan het verlangen naar meerdere vrijheid heeft zelfs de Bondsvergadering, dat uiterst conservatieve ligchaam, eenigzins toegegeven, door de vergunning aan de Bondstaten om vrijheid van drukpers in te voeren; zij toonde zich ook gezind om tot eene herziening der Bondsacte te komen en voortaan eene vertegenwoordiging niet alleen der vorsten maar ook der volken tot stand te brengen, maar de gebeurtenissen zijn den gang der diplomatie ver vooruitgesneld en hebben hare pogingen om de beweging te stillen of te leiden verijdeld.
De verzekeringen der Oostenrijksche regering van het geluk en de tevredenheid der bevolking zijn op het beslissende oogenblik gelogenstraft door het uitbarsten van eenen opstand te Weenen, die den Keizer heeft genoodzaakt om Metternich te verwijderen en eene vrijzinnige hervorming te beloven. Wel verre dat Metternich de genegenheid van de bewoners der keizerstad zou hebben bezeten, legde de menigte thans zulk eenen wraakzuchtigen haat tegen hem aan den dag, dat zij schreeuwde, hem levend of dood in handen te willen hebben, zijn buitenverblijf geheel verwoestte en voor zijne woning in de stad eene galg plaatste om hem in beeldtenis op te hangen. - Ook in Boheme en Hongarije wordt luide om vrijzinnige hervormingen geroepen, en heerscht eene spanning, welke ieder oogenblik met eene geweldige uitbarsting dreigt.
In Pruissen shceen de hervorming eenen meer vreedzamen weg te zullen bewandelen. De Koning ontbond de commissiën van den Landdag, in eene bedarende aanspraak kennis gevende van zijn besluit om den Landdag zelven op bepaalde tijden te doen vergaderen, en hief terstond daarop de censuur op. Evenwel bleef men in Berlijn petitiën teekenen, waarin op nog meer hervormingen werd aangedrongen, en staatkundige vergaderingen houden, die weldra door de regering gestreng verboden werden. Nu verliet de beweging des volks haren vreedzamen weg, en kwam het te Berlijn tot bloedige gevechten tusschen de militaire magt en de burgers, en tot eenen geheelen omkeer van zaken, welker gevolgen voor geheel Duitschland onafzienbaar zijn.
De hoofdstad van Beijeren is gedurig de schouwplaats van oproerige tooneelen: ten laatste heeft de koning afstand gedaan van den troon.
In Wurtemberg, waar zich reeds in het laatst van Februarij dreigende volksbewegingen vertoonden, en vervolgens door vele steden petitiën aan de regering werden gezonden, daarna een nieuw benoemd ministerie nog denzelfden dag voor den volkskreet had moeten wijken, en de Koning alle wenschen des volks had ingewilligd, zoodat de bevolking der steden met deze verandering der zaken voldaan scheen te zijn, borst in de landgewesten een boerenopstand uit, waarbij plundering, verwoesting, en wraak over geledene onderdrukking de drijfveren waren, en die de welvaart des lands ernstig bedreigt.
De Koning van Hanover bleef lang stand houden tegenover de ook in dat land bestaande dreigende spanning, die eindelijk door ééne geweldige uitbarsting hem noodzaakte om alle eischen des volks in te willigen.
| |
| |
Het koningrijk Saksen blijft tot nog toe tamelijk rustig door de bijeenroeping van eenen buitengewonen Landdag en de opheffing der censuur.
In onderscheidene Duitsche Staten van minderen rang is de regering door volksbewegingen genoodzaakt om den weg eener staatkundige hervorming in te slaan. In sommige heeft zij daarbij eenigermate den schijn van vrijwilligheid bewaard, in andere zich eerst door geweld laten dwingen. Dit laatste is inzonderheid in het Keurvorstendom Hessen het geval geweest; eerst nadat zich te Hanau eene provisionele regering had gevormd en eene gewapende magt verzameld om naar Kassel te trekken, heeft de Keurvorst eene toezegging gedaan, waarvoor hij later, belagchelijk genoeg, op de eer van bereidwilligheid aanspraak maakte.
In Hamburg heeft de senaat de dreigende beweging moeten bedaren door de afschaffing der censuur en het doen van zeer uitgestrekte inwilligingen, die echter niet hebben verhoed dat deze beweging zich later heeft herhaald en het zelfs tot een gevecht is gekomen. De bevolking van Frankfort, de zetel der bondsvergadering, heeft hare regering insgelijks tot opheffing der censuur en inwilligingen genoodzaakt, daar de ontwikkeling eener geduchte militaire magt niet voldoende bleek te zijn om haar vrees in te boezemen.
Deze bewegingen hebben doorgaans eene staatkundige kleur, maar het ontbreekt ook niet aan zeer bedenkelijke verschijnselen; die op eene vijandige houding van de ongegoede volksklasse tegen den gezeten burgerstand en de hoogere kringen der maatschappij wijzen, en die met eenen vernielings oorlog van fabriekarbeiders en landlieden dreigen tegen al wat naar hunne meening hunne belangen in den weg staat. De plunderingen door de boeren in Wurtemberg en de verwoestingen door de arbeiders in de fabriekstad Solingen aangerigt zijn onrustbarende verschijnselen van zulk eene verblinde vijandschap.
Italiaansche staten. - Terwijl de Oostenrijksche regering in den zetel van haar gezag door eenen opstand werd verrast, bleef in hare Italiaansche Staten, waar men als terugwerking der gebeurtenissen te Parijs bijna zeker eene schrikkelijke uitbarsting te gemoet zag, de bevolking nog eene poos bedwongen onder de vrees der krijgswet, welke het bestuur terstond deed afkondigen; later evenwel is ook Lombardije in opstand gekomen, en de magt van Oostenrijk schijnt aldaar haar einde nabij te zijn.
Te Rome heeft de tijding der Fransche onwenteling de menigte in beweging gebragt en den senaat bij den paus op het onmiddellijk verleenen eener constitutie doen aandringen, aan welken eisch de paus dralend heeft voldaan.
Engeland. - In Ierland, Schotland, ja zelfs in Londen hebben, na het ontvangen der berigten uit Frankrijk, opschuddingen plaats gehad, waaraan de ministeriële dagbladen geene staatkundige kleur of beteekenis willen toeschrijven, maar die niettemin van eenen zeer bedenkelijken aard zijn. Te Glasgow, Manchester, Hull en Leith waren het grootendeels ledigloopende werklieden, die, in woeling gebragt door de voorstelling dat zij door het voorbeeld der Franschen te volgen, volop werk en goedkoop brood zouden bekomen, gelijk zij zich verbeelden dat de arbeiders te Parijs reeds hadden verkregen, te hoop liepen, en winkels plunderden, maar door de policiemagt, versterkt door de vrijwillige hulp der gezeten burgers, werden bedwongen. In
| |
| |
Londen was het insgelijks meer een groot straatrumoer dan een opstand. Evenwel is er onder de laagste klassen der bevolking eene gevaarlijke vonk geworpen. Zoo heeft kort na de oploopen, waarvan Trafalgar-square in Londen het tooneel was, zekere Reynolds in eene vooraf aangekondigde volksvergadering op Kensington-Common de menigte willen betoogen, dat de Engelschen het voorbeeld der Franschen moesten volgen, het kostbare monarchale bestuur afschaffen, en eene goedkoope republikeinsche regering tot stand brengen; ook in de vroeger opgenoemde steden was de kreet der moeitemakers ‘weg met de Koningin,’ een zeldzaam verschijnsel in Engeland, waar de onschendbaarheid des Konings anders een in den geest der geheele bevolking vast geworteld begrip was, en, welke staatkundige woelingen er ook mogten plaats grijpen, niemand eene onverwerping der geheele constitutie op den voorgrond durfde plaatsen. - De toestand van Ierland is zeer verontrustend. - Onder deze bedenkelijke omstandigheden heeft het Parlement de wet tot voortduring der belasting op de inkomsten met eene zeer groote meerderheid aangenomen.
Zwitserland. - De commissie tot herziening der constitutie van het Zwitsersche eedgenootschap moet tot het gewigtige besluit zijn gekomen om de vertegenwoordiging der kantons niet op dien grondslag te behouden als bij de Bondsacte van 1815 is bepaald, maar den Landdag op zulk eene wijs te doen benoemen, dat daardoor de overdreven invloed van den kantonnalen geest worde tegenwerkt, terwijl door eene andere instelling de belangen der afzonderlijke kantons behoorlijk zouden verzekerd worden. - Neufchatel heeft de gehoorzaamheid aan Pruissen geheel opgezegd, en het schijnt dat de Koning van Pruissen zoowel ongenegen als in de tegenwoordige omstandigheden onvermogend is om zijn gezag over dit gewest te handhaven.
België. - De toestand der financiën heeft de regering genoodzaakt om tot eene gedwongene leening te besluiten. De bevolking schijnt echter meer gezind om het tegenwoordige bestuur te behouden en te ondersteunen, dan om zich in de armen van Frankrijk te werpen of op eigene hand eene republiek te stichten. In Gent hebben wel opschuddingen plaats gehad, maar deze schenen hoofdzakelijk door de vijandschap der menigte tegen de Jezuïeten verwekt te zijn. Intusschen is deze oogenschijnlijke rust niet geheel te vertrouwen.
|
|