| |
| |
| |
[Eerste deel]
Inhoud.
Godgeleerdheid. - Wijsbegeerte. - Staatkunde. - Opvoeding en onderwijs.
|
Blz. |
Mr. I. da Costa en de Groninger Hoogleeraren. |
1 |
Het ontwerp van wet betreffende de ondersteuning van behoeftigen, inzonderheid van het standpunt der Diakoniën beschouwd |
7 |
Schotland, een voorbeeld van 't geen een goed ingerigt Lager Onderwijs vermag |
19 |
Het Lager Onderwijs in Noord-Braband |
23 |
Een Vondeling op den Kansel, of eene Leerrede over Efez. IV.: 1-6, door B.T. Lublink Weddik |
81 |
Aphorismen over den tegenwoordigen en toekomenden toestand der Protestantsche Kerk |
85 |
Een Christelijk woord over Gevangenen |
94 |
Brief van A. Ruardo, lid der Evang. Luthersche Gemeente te Amsterdam, aan zijn' broeder D. Ruardo te 's Hage |
161 |
Een Christelijk woord over Gevangenen. (Vervolg en slot van blz. 101) |
163 |
Leerredenen door Abm. des Amorie van der Hoeven. (Tweede deel. Leeuwarden, G.T.N. Suringar 1847) |
241 |
Het Nederlandsch Zendelinggenootschap, en Mr. Groen van Prinsterer, als zijn aanklager |
248 |
Godsdienst en Godsvrucht.
Vergelijk tot nadere en diepere ontwikkeling: Jaarboeken voor wetenschappelijke Theologie. Deel V, bl. 431, van der Hoeven, Jr.: de Godsdienst het wezen van den mensch |
250 |
Kleine Amsterdamsche Synode in October 1847. (Ingezonden) |
321 |
De Christelijke Kerk en de heer Nicolaas Beets.
Een woord over de kenteekenen der ware kerk van Christus. Tekst met glossen |
327 |
De Groninger Hoogleeraar en Mr. I. Da Costa |
331 |
Gedachten over het verband der zedelijke en staatkundige beschaving |
335 |
Orde en vooruitgang |
342 |
Een Avondmaalstwist. Van Hengel tegen Doedes.
(De leer van het Avondmaal door Dr. J.I. Doedes. Beoordeeld en deze plegtigheid nader beschouwd door W.A. van Hengel) |
401 |
De leer des Bijbels tegenover de leer der Artikelen van eenheid der Hervormde Kerk, vervat in den Heidelbergschen Katechismus, de XXXVII Artikelen des Geloofs en de V Artikelen tegen de Remonstranten, welke hierbij zijn gevoegd |
407 |
Zedelijke Wijsbegeerte |
413 |
Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap.
(Leerrede door A. Coquerel, uitgesproken den 5 Maart) |
422 |
Stellingen van het ancien Régime, met aanteekeningen van een' vergeten' burger. Bijdrage tot verdediging van het voorstel van wet tot regeling van het Armwezen |
427 |
| |
| |
| |
Letterkunde.
|
Blz. |
Het Leesgezelschap te Diepenbeek, door P. van Limburg Brouwer. Groningen, bij W. van Boekeren |
26 |
Een reisavontuur en Professor J. Bosscha's Voorlezing, of de Duitschers en de Nederlanden |
38 |
De Pracht-Jaarboekjes
Aurora. Jaarboekje voor 1848. Uitgegeven door Mr. J.I.D. Nepveu.
Vergeet mij niet. Muzen-Almanak voor 1848. |
102 |
Christendom en slavernij |
110 |
Kosmos |
177 |
De Pracht-Jaarboekjes. (Vervolg en slot van bladz. 109)
Aurora. Jaarboekje voor 1848. Uitgegeven door Mr. J.I.D. Nepveu.
Vergeet mij niet. Muzen-Almanak voor 1848. |
183 |
Het Letterlievend Maandschrift en Aurora.
Een paar woorden over de beoordeeling van Mr. C.L. Schüller |
191 |
Een bedelbrief in den winter.
Dichtstukje van H. Tollens Cz. Uitgegeven ten voordeele van de armen te Rijswijk. |
194 |
Correspondentie van het Leesgezelschap te Diepenbeek.
(Een woord tot inleiding, aan de Redactie van den Tijdspiegel) |
255 |
Een huisgezin uit den fatsoenlijken stand, door M. Beckman. In twee deelen. Te Groningen bij H.R. Roelfsema, 1848 |
260 |
Onzen Koning. Een lied door S.J. van den Bergh. Uitgegeven bij A.C. Kruseman, te Haarlem |
262 |
Een woord tot inleiding |
363 |
|
I. Portret van Lamartine |
364 |
Eduard van Gelre, door Mr. J. van Lennep |
433 |
De Humaniteit in onze dagen
(Volksverlichting en beschaving, door den gepensioneerden Majoor der Artillerie L. Frankamp. - Aanprijzing der onthouding van Sterken Drank, in eene Leerrede over 1 Kor. IX:25, en eenige Dichtstukjes, door C.S. Adama van Scheltema. - Gedachten ten gunste der Planters en Lands-Ambtenaren te Suriname, door P.M.N.) |
437 |
Hoe men 't verst komt.
Een blik op het leven en de maatschappij in onzen tijd, door I.F. Bosdijk |
442 |
| |
Mengelwerk.
Het Poenitentiair Congres, te Brussel |
48 |
De Censor.
Belooningen |
53 |
De Speelbank te Aken |
60 |
Betsy |
64 |
Teekenen des Tijds. |
|
|
I. Fuhri's Prentenboeken. |
68 |
|
II. Heldring's Almanak voor Tijd en Eeuwigheid |
71 |
Bladvulling |
72 |
Een roman zonder intrigue |
114 |
Brievenbus. |
|
|
I. Brief aan den Hoofdredacteur van den Tijdspiegel, van een' zijner medearbeiders |
126 |
|
II. Brief aan eene Utrechtsche freule, over het ‘Leesgezelschap te Diepenbeek’ |
128 |
|
III. Antwoord op vorenstaanden brief |
132 |
|
IV. Brief aan professor X. te L., over den bloei der Rederijkerskamer te Amsterdam |
135 |
|
V. Brief van een' Instituteur te R., aan den Hoog Wel Geb. Heer baron de X., te 's H. |
136 |
|
VI. Voorloopig antwoord op Philomathes' brief: over den bloei der Rederijkerskamer te Amsterdam, door een' huisvriend van Professor X. |
222 |
|
VII. Brief van Jaantje, dienstbaar bij den |
|
| |
| |
|
heer Q., voornaam koopman te Amsterdam, aan hare petemoei te Ankeveen |
223 |
|
VIII. Brief over een opterigten standbeeld voor de Gebroeders de Witt |
226 |
|
IX. Brief van een meisje op het land aan hare vriendin in de stad, over standbeelden voor vrouwen |
228 |
|
X. Brief over Hervormingen, nog vóór den 13den Maart geschreven |
306 |
|
XI. Brief ter handhaving van Mr. Da Costa's Dichter-Vorstelijke waardigheid tegen den emeritus-predikant J.S. |
309 |
|
XII. Brief met vrome wenschen over het tijdig betalen van rekeningen |
388 |
|
XIII. Brief van den buitenman aan den corrector van den Tijdspiegel: over ons postwezen, als vatbaar voor eenige verbetering |
391 |
|
XIV. Brief van een' Predikant aan een' Staatsman, over een artikel in het Ontwerp van Grondwet. |
466 |
|
XV. Nog een brief van den Emeritus Jan Salie aan zijnen vriend Pruik, bijgenaamd de Oude, over den Grooten Zanger |
469 |
Zie hoe ongelijk een lot.
Een paar bladzijden uit het dagboek van den hulpprediker |
138 |
Manifest of verklaring van de Rederijkkamer de Olijftak |
149 |
De Generaal Dufour |
151 |
De Censor.
Over Volksfeesten |
196 |
Des Censor's collega |
204 |
Armen-Congres |
212 |
Abdera en de Abderiten |
215 |
Lexicon Manuale: of Handwoordenboek voor den Tijdspiegel
Huis. - Ja. - Jaar. - Jeugd. - IJzer. - Ik. - Indië. - Kaart. - Kamer. - Kerk. - Ketter. - Kind. - Koning. - Kruis. - |
219, 278, 370. |
Punch en de Franschen in Londen |
220 |
Invallen en opmerkingen |
231 |
Het Legaat |
266 |
.........? |
275 |
Het oogenblik |
284 |
De Laster. Proeve eener voorlezing van een buitenman |
287 |
De Concept-wet betreffende de ondersteuning der behoeftigen, en haar bestrijder. (J. van Leeuwen, Bedenkingen op het ontwerp van wet tot ondersteuning van behoeftigen. Te Middelburg, bij E. Hendrikse, 1846. - J. van Leeuwen, het ontwerp van wet ter ondersteuning van behoeftigen, getoetst aan regt en heil. Te Middelburg, bij E. Hendrikse, 1847.) |
299 |
Nachtmijmeringen op den Missisippi |
301 |
Aan Lamartine |
312 |
De Censor aan Nederland |
377 |
Over den adel en de adellijken onder ons |
383 |
Eene episode uit den oorlog in Kaukasië |
445 |
Correspondentie van het Leesgezelschap te Diepenbeek. (Vervolg van bladz. 255) |
455 |
Het Legaat. (Vervolg van bladz. 275) |
457 |
KRONIJK VAN DEN DAG |
73, 154, 232, 313, 393, 473. |
|
|