Proeve van taalkennis onzer dagbladen.
Zijt meester van de taal.
bilderdijk.
In hoever het zijne nuttigheid kan hebben, dat ook in de couranten van de bewegingen op het gebied der kerk met meer of minder uitvoerigheid gewaagd wordt, en of daardoor de belangstelling meer algemeen opgewekt en verhoogd, dan wel eene onverstandige beschouwing bevorderd, en wederzijdsche verbittering aangekweekt worden, - willen wij op deze enkele bladzijde niet onderzoeken. Genoeg, dat de berigten deswege zelven de onmiskenbaarste blijken opleveren van de verregaande onkunde, en daardoor van de volstrekte onbevoegdheid der respectieve courantenredacteurs om zich met soortgelijke onderwerpen in te laten. Zóó lezen wij in het algemeen circulerend Algemeen Handelsblad, dat dikwerf zeer algemeen, en zeer oppervlakkig, de dingen beschouwt, het navolgende: ‘De Lichtvrienden verklaren de ten tijde van luther daargestelde zinnebeelden (symbolen) als niet bindende voor de leden der Protestantsche kerk; zij treden met woorden en geschriften zeer nadrukkelijk en tegenwoordig zelfs met talrijke prostestatien op tegen het pietismus, hetwelk volgens hun zeggen de vrijheden der Protestantsche kerk zou pogen te vernietigen.’ (Zie Handelsblad 19 Aug. 1845.)
Ieder begrijpt, dat door die ‘zinnebeelden’ de Symbolische boeken of Belijdenisschriften bedoeld worden. O Handelsblad! Handelsblad! Et tu, mi brute!