Tijd en Mens. Tijdschrift van de Nieuwe Generatie. Jaargang 2
(1950-1951)– [tijdschrift] Tijd en Mens– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 241]
| |
[Tijd en Mens 1950][Nummer 1]Remy C. Van de KerckhoveJannie en de zeevoor Georg de grote ruime zee
de kleine tengere Jannie
kleine
reine menselijke schelp
menselijke roze schelp
tussen het witte schuivend schuim
en het scherpe blauwe zand
en de groene oneindigheid
zijt gij Jannie
een eeuwigheid
Neem de zee
mee Jannie
neem gans de zee
mee Jannie
neem gans de diepe zee
mee Jannie
de schelpen de koralen
de vissen de meerminnen
de haaien de kwallen
de inktvissen de verre stranden
de scheve chinesen
transvaal engeland brazilië
JANNIE
NEEM ALLES MEE
neem de zee mee Jannie
| |
[pagina 242]
| |
Het erfdeelDe eerste man
De eerste vrouw
De eerste erotiek
voor duizelige eeuwen blind als jonge dieren
tastend elkanders naamloze naaktheid
Uit het niets
de aardloze zee
uit de aardloze zee
de waterloze woestijn
uit de waterloze woestijn
de vruchtbare aarde
En dan de dorpen de steden
het huis de kamer de muren
het puistige puin
Onder de verkoolde bomen
ontvangt de mens in alle eenzaamheid
de nagelaten naaktheid
als een eerst bezit
een laatst bezit
De laatste mens in de Europese vlakte
met zijn allerlaatste bezit
de nauwe navelstreng
om duizelig op te dansen
't onevenwichtig ogenblik.
Hij hoort het lachen van de dood
| |
[pagina 243]
| |
Art poétiqueBloedloze aderlating geestelijke pijn herademen diep duizelig
langzaam zo langzaam dat het bewuste leven niet meer
voelend afhankelijk is van het rhythme doch verglijdt
in een eeuwige bewegingloosheid
Bewegingloosheid die de beweging bevrucht
Leven de woorden
Vuur aan het papier en in de zwarte rook krullen de mythologische
letters naar de betekenisloosheid van het
geheim
In de chaotische hersenen spookt het woord
de zin
de betekenis
de dolende daad verder
Ga naar voetnoot(1)‘Gisteren sneeuwde het bommen’ b.v. iedereen weet (ook de
gevangenen van de democratie) dat gisteren bommen
VIELEN
Ik alleen en zij die mijn zin lazen (uit doodsgevaar reizen mijn
lezers incognito) weten dat het bommen ‘SNEEUWDE’
hoe ook de mythologische letters (vrijheid dronken horizon bv.)
verbrandden in het vuur van een burgerlijke haard
Zij echter die deze woorden lazen (zij zijn gegroet in hun reis
naar het beloofde land) weten voor eeuwig dat het bommen
‘SNEEUWDE’.
En eeuwig is een onaantastbaar begrip
De woorden leven onaantastbaar
| |
[pagina 244]
| |
Een kleine ruïne muziekvoor Jan Walravens in de grote stad Brussel. I
de ruïnes warschau amsterdam londen
berlijn en nog veel meer
de ruïnes ideologieën bloed veroveringen
in de verte in de diepte in de breedte
maar TOEN de spankracht kraakte stortte
de Marsmuziek inéén
tot de ruïnes
warschau amsterdam londen
berlijn en nog veel meer
er zijn grijze ruïnes
er zijn rode ruïnes
en gele
de regenboog nabij van de ondergang
de menselijke ruïnes
de demonische ruïnes
de engelachtige ruïne maar MIJN hemel is zo blauw
zo blauw was MIJN hemel nooit
want onder het blauwe van MIJN hemel
glimt het blauwe tederblauwe
van mijn
DOOD
en dat ik leef nu en éénmaal tot de doden zal behoren
tot het wazige Rijk der schimmen dat zo fel geprezen is
leven tussen de brokkelige ruïnes
leven tussen waarheid en leugen
de troosteloze leugen
van het menselijke woord
| |
[pagina 245]
| |
de waarheid van het NIET dat aan het niet gepaard
de positieve waarde baart van
NIETS kom o kom o lichaam o mond
verhitte lenden
verhitte mond
verhitte handen
verhit begeren
kom o kom mijn troosteloos hunkeren
mijn vormloos hunkeren
mijn beweging is te broos
te broos
zo broos als de ruïnes
als de ruïnes zo broos
zo broos als de stilte
de stilte van een blauwe hemel
de stilte van een boomgaard-leven
de stilte van een boom
de stilte van een bloem
tussen de ruïnes bloeit de boomgaard
de boomgaard bloeit
wie zegt dat IK niet bloei tussen de ruïnes
wie zegt dat mijn boomgaard
wie zegt dat mijn bloem
mijn hemel
mijn ruïne
niet leeft
in de ruïne
van een
begoocheling
van nacht bloeit mijn boomgaard
van nacht bloeien mijn zinnen
van nacht bloeien de bloemen
de dageraad komt nooit terug
nooit komt de dageraad terug
de dageraad moet nooit terugkomen
want de nacht bloeit
| |
[pagina 246]
| |
een nacht
o
een nacht
o
een nacht
och kom
och kom
Adaïde Adaïde Adaïde
zeg mij zeg mij zeg mij
roep mij roep mij roep mij
kus mij kus mij kus mij
want het wazige rijk der schimmen
het dolle rijk verovert
ideologisch
in mijn bloed
de kleurloze ruïne
van de dood
warschau amsterdam londen nagasaki shangaï
brussel brussel langs de kruidtuin en de berg
van barmhartigheid langs de glimmende straten glimt mijn onschuld
MIJN ONSCHULD
MIJN ZONDE
MIJN BARMHARTIGHEID
MIJN IK
antwerpen antwerpen de schelde
ademt mijn begeren
de lanen de lanen
breken mijn lafheid
uitéén
| |
[pagina 247]
| |
II
In het heilige der heiligen
branden mijn voetzolen een trage ruïnedans
mijn laatste kaukasische marsmuziek
mijn eerste letlandse erotiek
als ik aan Uw brandende borsten raak
als ik aan uw brandende lenden raak
en aan Uw armen
en aan Uw handen
en aan Uw wangen
en aan de kern
de zenuwkern
BARST ALLES LOS
de kettingen de beschaving
de zonde de zuiverheid
de woestijn de zee
de boeïen
DE BOEIEN die ruïne
aan ruïne
vastbinden
en
U aan mij mijn lachende Adaïde
BARSTEN LOS
Kom Adaïde
raak mij aan
kus mij alsof wij beminden waren
of burgers
in een bange boot
op een zwaanachtig meer
| |
[pagina 248]
| |
ALLES BARST LOS IN MIJ ADAIDE
Dit nutteloos gevecht
de tijd
de waarden
de poëzie
de man
de vrouw
de opstandigheid
de eeuwigheid
de oprechtheid
de liefde
DE HAAT
DE AFSCHUW
DE WALG
boven de ruïnes
boven de zenuwkern
staan wij recht
en vechten voort
ALLES BARST LOS
ADAIDE
VAARWEL
| |
[pagina 249]
| |
III
WIE WENST OPNIEUW TE BEGINNEN
te bouwen op de geschokte vestingen der ruïnes
de stenen te wentelen voor de stinkende keldergaten
de lamme lijken te begraven en de slapende
gebombardeerde levenden op te roepen
voor een nieuwe uitputtende
nutteloze strijd
IK
IK
IK
zondig overspel van krachtvolle overdaad
sluw mengsel van lafheden
dankbare zoon van twee oorlogen
1 voor en
1 na de blijde geboorte
van een volkskind
waarom niet gedurende de blijde geboorte van dit volkskind
Ik dank blindelings het leven
bloedloze dank om ELLENDE
om HAAT
om MENSELIJKHEID
een dank om WREEDHEID
MAAR DEZE WOORDEN BEPALEN
EEN NIEUWE BETEKENIS
EEN NIEUWE INHOUD
EEN NIEUWE SPRONG
IK IK IK
Centraal zenuwpunt
Middelpunt vliegende kracht
van hoogmoedige hoogmoed
mens alleen
alleen met mijn menselijkheid
alleen alles voorbij
IK ben voor mezelf een NIEUWE betekenis
een nieuwe INHOUD
een NIEUWE sprong
| |
[pagina 250]
| |
een tomeloze sprong door de papieren hoepel
der
IMMORELE
MORAAL
een morele immorele sprong
waarvoor ik juich
bevend en eenzaam
Vaarwel Adaïde
Ik behoor dit grote avontuur
uit de brokkelige spokenruïnes aan de brandende
horizonten rijzen NIEUWE gebouwen
Ik dood mijn lafheid Adaïde
LEVEN IK BEN DAAR.
|
|