| |
| |
| |
Hans Van Acker
Is Stalin een verrader
ZE WAREN VOLOP BEZIG TOEN ERIC BINNENKWAM. De kamer was een grote rookwolk en ze spraken hard of er ruzie was. Ja, iedereen was er, buiten Duisburg, die liet trouwens altijd op zich wachten alsof er tijd te veel was. De man die het zei, keek wat vermoeid naar de sprekers die geen minuut hun discussie onderbraken, trok een oogje naar Eric en schudde het hoofd. Er waren een heleboel zeveraars tussen, die het louter voor een plezier namen, goed en geheimzinnig in een klein kamertje te zitten en geweldig te doen. Bijzonder nu het einde naderde was iedereen opgekomen. Eric streek zijn haar uit z'n ogen, knipperde en zweeg. In het kleine stadje was er van verzet nooit veel spraak geweest en nu probeerden ze al een maand de verschillende groepjes ondereen wat akkoord te brengen, maar al die mannen was 't er enkel om te doen zich tegen elkaar op te blazen en zoals de Sigaret zei, discuteren leidt toch tot niets, enkel dat het verduiveld aangenaam is, en als de bevrijding daar eens was zouden 't toch de sterksten zijn die aan 't langst eind zouden trekken en daar zorgden ze zelf wel voor.
Een onderofficier die voor Winterhulp werkte, een zware grote man met rode kaken, voerde het hoogste woord: het is er enkel om te doen de zwarte binnen te draaien en orde te laten heersen, voor de rest moeten we de bevelen van de geallieerden afwachten.
- Die kunnen m'n kloten kussen, zei een kleine magere arbeider die iedereen kende voor een eeuwig malcontente, het is een historisch bewezen feit dat na elken oorlog een verplaatsing plaats grijpt in de sociale klassen, een revolutie, en we moeten erbij zijn en zelf de macht grijpen, eens dat de Engelsen hier zijn kijken die toch enkel naar wie het best hun belangen dient en wij kunnen gaan fluiten.
De partisanen keken verveeld en Eric ook, het motto was zo weinig mogelijk dwazigheden te verkopen en de anderen te laten babbelen.
De onderofficier schudde misprijzend het hoofd:
- Eerst en vooral we zijn allen Belgen, dat mogen we niet vergeten, ik heb vier jaar in de loopgrachten gestaan en ik weet wat
| |
| |
het is, niet iedereen kan zo spreken en hij keek veelbetekenend rond. In de eerst plaats moeten we gehoorzamen, onze regering en de Koning zijn akkoord daarover en we moeten hun vertrouwen waardig zijn, als de zwarte allemaal binnen zitten is ons voornaamste werk gedaan en trouwens er valt voor den oogenblik nog wat anders te doen. De BBC heeft aan ons hoofdkwartier gemeld dat we telkens de terugtocht der Duitsers moeten verhinderen zoveel als mogelijk zodat de bevrijding sneller kan gaan.
- Godverdomme, zei de kleine arbeider en hoestte, ze hebben soldaten om dat werk te doen en die mogen ook wel eens weten wat het is; in 40 zijn ze wel rap kunnen weglopen.
- Leugens! riep de onderofficier, leugens, militair gezien konden ze niet anders en het is heel gemakkelijk daar nu over te zitten critisezen.
- Neen, ze konden niet anders, grijnsde de kleine, en nu zouden wij weer 't vuil werk mogen doen en dan tikken ze ons op den kop, nemen ons de wapens af en wel bedankt en tot de naaste keer. We moeten er van profiteren alles eens goed te kuisen, het is enkel de bourgeoisie die gecollaboreerd heeft, Marx heeft trouwens allang bewezen dat het de zwakste en verdorvenste klasse was en nu mogen ze den bak in, allemaal, dan zullen wij eens tonen wat we kunnen.
- Als ge dat denkt, begon een dikke met een pijp in z'n mond, als ge dat denkt... en hij zweeg.
Ze hoorden een stap op de trap en wachtten, 't is Duisburg zeker, die zal misschien al van wat meer weten. Marc trad glimlachend binnen ze zaten daar weer al de kletsers, hij knipoogde tegen Eric en trok een stoel bij:
- Wel hoever zijn we al geavanceerd, 't schijnt dat Brussel bevrijd is, we mogen ze zeker een van die dagen verwachten, ze zijn juist bezig met briefjes uitplakken dat van morgen af niemand meer buiten mag, uitgenomen de vrouwen tussen tien en twaalf.
- Dat is tenminste goed nieuws, zei de man die naast Eric zat, ik dacht al dat 't weer voor toekomende maand was, wat zeg je daar van.
Eric knikte en zei niets, de Sigaret overdonderde hen allemaal, dat was tenminste een type.
Marc keek op en zag nu pas dat in den hoek een onbekend mooi meisje zat. Ze kon zowat achttien jaar zijn en had lang blauwzwart haar en grote ogen, ze ontmoette z'n blik en keek de andere kant uit. Eric wierp z'n haar achterover, z'n ogen knipperden van de rook. De Sigaret's stem klonk weer:
- Hebben we nu al de lijsten, dan zullen er geen dwazigheden gebeuren, en vooral oppassen, 't schijnt dat ze Devisscher uitgehaald hebben, maar ik weet niet of 't waar is, die ezel had een gedemonteerde mitrailleuse in z'n voorplaats staan achter de piano, daarvoor met ge potuil zijn, en ergens in 't rond hebben ze er twee neergeschoten omdat ze niet rap genoeg uit de voeten waren toen ze bevel gaven. Met al die stommiteiten, 't is genoeg dat er een per ongeluk
| |
| |
z'n vlag uithangt en we kunnen nog allemaal naar Dachau gaan koekeloeren.
- Maar wat gaan we doen vroeg de onderofficier, er komen geen orders en we zijn helemaal aan onszelf overgelaten, ik denk en heel de AB met mij, dat we de brug voor de poort kunnen doen springen, dan moeten ze tien kilometer rond en met de tanks nog verder.
- En dan krijgen we ze hier nog een tijd langer, spotte Marc.
- 't Is dat, riep de kleine werkman, wait and see, ze hebben 't altijd zelf gezegd, ze moeten maar voor hun eigen werk zorgen, 't onze is onze zaak, ik weet in elk geval wat we zouden moeten doen. We moeten lessen trekken uit de geschiedenis, de fabrieken bezetten.
- 't Is nogal de moeite, lachte Marc, een schoenfabriekske van niemendal.
- 't Is eender, kwestie van princiep, het mannetje hoestte weer, de fabrieken bezetten en een arbeidersraad op 't stadhuis, dat is 't, en de zwarte, roef tegen de muur zonder pardon, twaalf kogels in hun balg en ze mogen nog kontent zijn dat z'er zo van afkomen.
- Wij zijn in een democratie we zijn een vrij volk, weet ge 't nog niet, de onderofficier schreeuwde er bij, of denkt ge misschien dat uw russische methodes hier zullen pakken?
- Ik ben niet voor de russische methodes, dat is goed voor die bende verkapte bourgeois daar, en hij wees op Eric en de rij partisanen.
- Poeh, zei Eric, we zijn kommunisten, met al dat gezever, beter bij elkaar staan en iets doen, 't is gemakkelijk alles af te breken, nu Rusland de oorlog gewonnen heeft zijn de kommunisten weer zwarte schapen, maar wacht tot we eens kiezing zullen gehad hebben.
- Zo'n verkapte bourgeoiskiezingen, al komedie, hoestte de kleine die zeker tuberculeus moest zijn, dan kunnen ze zo'n kastars kiezen als den diene en hij wees naar Marc die grinnikte, van die meneers die met alleman goed staan en buiten poepen en zuipen juist niets kunnen als de kommunisten van deze keer echt kommunist willen zijn doe ik mee, maar met zo'n mensen, nooit van m'n leven.
Eric was geflatteerd en boos tegelijk omdat ze de Sigaret aanvielen.
- Onze weerstand, zei de kleine, is iets anders dan een Duits neerschieten en sluikblaadjes uitdelen, de eerste de beste kan dat, onze weerstand steunt op een ideaal; wij weten waar naar toe, zo'n mensen dat zoekt enkel avonturen, 't is daarom dat we desnoods onze revolutie tegen hen zullen moeten maken.
- En wat gaat ge dan eindelijk doen, vroeg Marc, het stadhuis innemen, enkele stommerikken van zwarte neerschieten en dan, hé, dan komen de Amerikanen, geven u een stamp tegen uw kloten of steken u in den bak, wat wilt ge in 's hemelsnaam doen met een handjevol mensen!
| |
| |
- De revolutie van 17 was ook maar het werk van een kleine minderheid, zei Eric, fier dat hij het hoofd kon nemen tegen de prof, en met de bevrijdingspsychose kunnen er rare dingen gebeuren, de mensen zullen op straat komen en als ze goed geleid worden zullen ze ook wel zien waar naar toe.
- Ge zijt nog straf jong, smaalde Marc, ik ga u eens vertellen wat ze gaan doen, ze zullen op straat komen om de een of andere zwarte op z'n smoel te slaan, zuiver uit genoegen, dan gaan ze goed drinken en de vrouwen zullen zich laten vogelen van de eerste de beste Canadees, na 14 was dat ook zo.
- Wat weet ge daarvan, zei de onderofficier brutaal, ge waart toen nog een onnozele baby, en ik vraag me af waarom ge eindelijk hier zit als ge er zo overdenkt.
- Please, suste Marc, please, laat me toe te zeggen dat ik zoveel voor de weerstand gedaan heb als gelijk wie hier zit, maar het is niet met een grote mond op te zetten dat er iets aan zal veranderen de mensen zijn zoals ze zijn en ge zult eens zien jongen, en hij zwaaide z'n wijsvinger naar Eric, ge zult zien dat ge met uw kop tegen den muur loopt, enfin, dat kan trouwens geen kwaad als 't maar niet te ver gaat, of denkt ge misschien dat die vier jaar oorlog de mensen in een keer zoveel slimmer gemaakt hebben?
- Ge zijt maar een defaitistische bourgeois, zei de zieke, en voor zo iemand kan ik geen respekt hebben, dan nog liever een door en door echt rotte fascist, die weet wat hij doet.
- Ik ook, lachte Marc. Hij staarde het meisje weer aan, wat kwam ze hier eigenlijk doen, een pracht van een kind, en verdomd mooie benen voor haar ouderdom, 't is te hopen dat ze van hier is. Ze hief haar hoofd op en keek hem aan maar direkt deed ze haar ogen weer dicht met een halve blos op haar wangen. Een punt, dacht hij, 't begint goed.
- Als er toch niets gedaan wordt, zie ik het nut van een verder gesprek niet in, zei de onderofficier en stond vol waardigheid recht, we zijn mans genoeg om 't alleen af te handelen.
De tuberculeus rochelde verachtelijk en de pijproker zei vriendelijk tegen Marc:
- Kom maar mee meneer, onze plaats is bij die heethoofden niet, ieder z'n soort.
Maar Marc zag dat het meisje niet verroerde en hij bleef zitten.
- Nu we onder ons zijn, begon de leider der partisanen, een lange magere met een verrassend wipneusje die tot nu toe gezwegen had, nu we onder ons zijn, kunnen we wat vrijer spreken.
- Als ge dat onder ons zijn heet! en de tuberculeus smeet z'n hoofd in Marc's richting, die is al geen haartje beter dan de andere.
- Kom, hij is toch meer van ons gedacht en we moeten werken met wie we voor handen hebben al dat kniezen en ruziemaken.
- Lijk of ge wilt, en de kleine zette z'n handen op tafel om eens goed uit te hoesten.
| |
| |
- Trouwens, ging de lange voort, waartoe aan die mensen vertellen wat we zouden willen, ze zouden het enkel gebruiken om ons tegen te werken. Een ding is zeker, we zijn allen OF, dat wil zeggen dat ge bij ons even goed kommunist of katholiek of God weet wat kunt zijn.
- Ja, de kleine kuchte z'n laatste hoest en herbegon strijdlustig, kommunist ik ben het al van 23 en op den duur heb ik me uit de partij getrokken, toen ze Trotsky buiten gesmeten hadden, toen de revolutie verraden was.
- Trotsky was een verrader, zei de lange.
- En met zo'n intellectuelen kan men geen genade nemen, voegde Eric er aan toe.
- Wat denkt ge dan dat ge zelf zijt, vroeg Marc, als er eens een echte revolutie komt vliegen de drie-vierde van u er achter. Hij heeft gelijk en hij wees naar de kleine die hem misprijzend aanzag, een revolutie wordt altijd verraden, ze vreet altijd haar eigen kinders op, en het is enkel de sterkste en de beste opportunist die wint.
- Hadden ze voortgewerkt zoals in 17, dan ware er een socialistische Staat, zei de kleine, maar de revolutie werd verraden.
- We hebben in Rusland de verwezenlijking van een socialistische ekonomie, de lange sprak hard en dogmatisch.
- Bah, met heel die bureaukratie...
- Ja, en begin maar van de Gepeou en Katyn, dedju laten we toch eens over die kwesties zwijgen. Voor den ogenblik doen we aan verzet en dan komen opinies er niet op aan als ieder maar z'n steentje bijbrengt. Over politiek kunnen we later discuteren zoveel we willen, nu valt er werk te doen practische actie.
- Nee, zei de kleine dat is een valse redenering kameraad, om aan actie te doen moet men een plan hebben en daartoe is eeuwige zelfkritiek nodig, Lenin heeft het van alle daken geschreeuwd, nu doen ze 't tegenovergestelde en als ge durft kirren in Rusland draaien ze je voor je leven ergens in de zoutmijnen.
Ze onderbraken hem van alle kanten, maar een beweging van de lange deed hen zwijgen:
- Laten we bij de praktijk blijven en de bourgeois niet achter doen. We hebben in elk geval nu onze eigen lijsten gereed, ik hoop dat je ze overgetypt hebt kameraad, en hij wendde zich tot het zwarte meisje dat in haar mantel ging en hem een heleboel blaren overhandigde. We houden al die mensen zelf aan en eerst en vooral de grote, de economische collaborateurs dat zijn de ergste smeerlappen. En vooral, niet laten plunderen, anders vinden ze redens genoeg om ons klein te krijgen. Voor het ogenblik geen actie ondernemen die zou enkel op ons eigen hoofd terugslaan, maar als ze eens echt aan 't wegtrekken zijn, kunnen we goed tussenkomen en verwarring zaaien tussen de laatste troepen. En wat die zelfkritiek betreft, er is geen van ons die een goede kommunist is, laten we
| |
| |
beginnen met uit ons zelf betere mensen, betere kommunisten te maken en dan kunnen we verder zien. Salut, kameraden, en hij nam de blaren, stak ze in z'n vestzak en ging de kamer uit.
De anderen volgden met groepjes van twee. Marc en Eric stonden buiten te wachten, beide in de hoop dat het zwarte meisje zou afkomen.
- Een knap kind, hé lachte Marc, ken je ze niet?
- Dat is de dochter van de schoenfabriek, thuis ligt ze half buiten.
- Hm, deed Marc, als ze erg kommunist was werden de vooruitzichten slechter, met zo'n vestaalse maagden was nooit veel te beginnen als je niet zelf honderd procent het ware geloof aankleefde. Je begint meer en meer KP te worden, Eric, ge gaat u op 't slecht pad begeven.
Eric lachte gegeneerd en was verheugd dat hij geen antwoord moest geven omdat het meisje buitenkwam met de tuberculeus.
- Ik geloof dat we allen dezelfde kant uitmoeten begon Marc hoopvol alhoewel hij er geen gedacht van had.
- Spijtig genoeg, hoestte de kleine, zo'n mensen als jij zijn enkel goed om de jeugd helemaal te bederven en het is de jeugd die we nodig hebben.
Marc keek het meisje aan en zweeg. Haar gezicht was fijngesneden en heel zacht en zo'n volle lippen. Hij likte onwillekeurig de zijne. Ze keek hem niet aan, maar dat was geforceerd, of hij helemaal niet bestond, of ze niet eens z'n blik bemerkte.
- Wel tot een van die dagen, en de kleine gaf het meisje en Eric een hand, als ik het tenminste nog zolang trek.
- Kom, zei ze, je moet niet zo zwart kijken kameraad, en haar stem klonk zangerig.
- Komaan, laten we voortgaan, Eric werd ongeduldig, waarom moest de Sigaret nu ook meegaan was hij alleen geweest met Liane, dan had er nog iets van kunnen komen maar die oude bok meende zeker hem de baard af te doen.
- De lange weet het toch klaar uiteen te doen, en Liane keek Eric aan.
- Bah! zei Marc.
- Wat bah, maar ge kondt toch uw mond niet meer opendoen, als hij er niet meer bij is valt 't niet moeilijk hem te weerleggen.
Marc lachte geluidloos, 't is dan dat 't moeilijkst is, maar ge zijt nog te jong om dat te verstaan.
- En gij zijt zeker al een stokoud mannetje.
- Nog niet helemaal, maar in zo'n discussie is 't op den duur nutteloos nog iets bij te voegen, iedereen blijft toch op z'n standpunt, juist als in de liefde, op den duur zijn de gesprekken uitgeput en 't zijn enkel de daden die tellen.
- Laten we niet kinderachtig worden en over liefde beginnen spreken, zei Liane, er zijn interessanter dingen te doen, allemaal goed
| |
| |
voor bourgeois die in hun zetel zitten maar als er nu millioenen jongen mensen vechten en sneuvelen voor hun ideaal, hoe kun je dan zo flauw doen.
Vestaalse maagd, dacht Marc, als ze zo begint, liefde is toch even menselijk als de politiek of de oorlog zeker, het is juist dank zij haar dat weer nieuwe wezens de plaats zullen innemen van hen die vallen, duizende kinderen die het gevolg zullen zijn van dat moeilijk te definiëren aantrekkingsgevoel van den een naar de ander. Het klonk wel hol, maar hij dacht aan Maria en het kind dat op komst was en werd woest. Met die rotte politiek, ze maken van ieder mens een machine, men zou moeten automatisch bij een vrouw slapen en kinderen fabriceren omdat vadertje Stalin of Hitler het verlangen.
- Kan je werkelijk over niets anders praten vroeg ze iedereen zegt dat je een afgeleefde cynieker bent, en dan kom je sentimentele dwaze praat vertellen, als je denkt dat het pakt bij mij ben je er neven, ik ben geen kind meer.
- O.K., hij lachte, we zullen de batterijen moeten verwisselen; mag ik eens cynisch zijn, dan zal ik eens zeggen waarom je zo heftig KP bent, enkel en alleen omdat je vader een rijke bourgeois is die met een grote auto rijdt en je hem niet goed kunt verdragen en dan denk je dat het uit idealisme is dat je met die hoop labbekakkers zit te praten over de komende revolutie, en willen we eens wedden dat de eerste man die je goed in z'n armen neemt, je van gedacht doet verwisselen als een pop. Hij zag haar helemaal rood worden ondanks de duisternis. Als je denkt dat ieder meisje is als die waar je mee in kontakt komt ben je mis. Doe nu ook niet flauw zei hij, ik slijt precies mijn dagen niet in bordelen en je moet je zelf nooit geen sikkepit beter denken dan de anderen, iedereen is van vlees en bloed je zou veel beter doen je zelf wat uit te leven, dan hier te zitten verdrogen in zo'n nest met mensen wier gedacht over kapitalisten bestaat in de baas van de schoenfabriek en de directeur van de bank. Er zijn dingen in 't leven die meer de moeite waard zijn.
- Waarom blijf jij dan hier, vroeg Eric.
- Dat is iets anders jongen, ik heb goede theorieën maar ik pas ze niet toe ik ben een perfecte raté aan 't worden, ik stel een levend voorbeeld voor van wat niemand doen moet. Als je ooit de mogelijkheid hebt, ga liever een bordeel openen in Parijs dan hier burgemeester te worden, trouwens ge zult meer geld verdienen ook, maar moest ik uw middels hebben Liane, ik ging m'n eigen leven maken.
- Middels, zei ze bitter, alsof ik ook twee frank bezat, m'n vader houdt me zo kort als iets.
- Een verstandige vent, spotte Marc, ieder volgens z'n behoeften en de rest voor mij, 't is wel niet heel kommunist maar enfin. Dat Eric in Godsnaam voortging, maar die was ook al zot op elke rok die voorbijfladderde.
- Je moet oppassen Eric, zei Liane, net of ze z'n gedachte geraden had, als je nog over 't water wilt geraken voor elf uur is 't bijna tijd.
- Ja, zei hij, tot binnenkort en wierp Marc in 't weggaan een afgunstige blik toe. De Sigaret had nog niet genoeg aan z'n eigen
| |
| |
harem zeker. en die geit liet zich natuurlijk overbluffen, toch een knappe vent, de Sigaret, er was niemand die tegen hem gelijk kon halen in een discussie en hij leefde toch min of meer volgens z'n principes. Ik ben toch kurieus of hij er aan zal komen, 't is toch een krachttoer, want als ze niet wilde was 't altijd bros.
- Moet je langs hier dan ga ik nog een eindje mee, kom geef een arm, dat gaat zo gemakkelijker in de duisternis.
Ze liet zich gewillig doen en trok plots haar arm terug:
- Ik ben groot genoeg om voor me zelf te zorgen.
- Er is niemand die dat kan zeggen en waarom zo luid spreken, als er hier een Duitser afkomt hebben we 't zweten, 't is al over elf, en hij nam weer haar arm vast maar drong toch niet verder aan toen ze een stap van hem ging lopen. Afblijven of trouwen, enfin, 't begin is zo slecht niet. Ik moet een beetje serieuser doen. Heb je dat laatste concert gehoord van Mengelberg in Brussel, ja? dat was de moeite waard hé, de negende.
- Het was prachtig, zei ze zacht, en 't was de eerste keer dat ik de zang ook zo mooi vond.
- Ja, zei Marc, en neuriede enkele noten, dat is beter dan over Stalin praten.
- Soms denk ik dat ook, aarzelde ze, en dan weet ik weer niet, we zijn al zo overgeciviliseerd vind je niet...
- Wat zou dat, zei hij, er zijn geen tien mensen in de hele stad die de negende echt apprecieren. Hij keek haar aan maar haar ogen waren half toe. Als je veel van klassiek houdt, ik heb al de Brandenburgse en de Jupitersymfonie juist gekocht, als je wilt moet je maar eens komen luisteren, morgen namiddag, wat denk je.
- Ik weet niet, zei ze met een sentimentele klank in haar stem, je bent toch gehuwd en dat past niet.
- Doe niet zo burgerlijk m'n vrouw is er toch en je moet niet bang zijn dat ik je ga verleiden, ik ben oud genoeg om je vader te zijn. Als ze er verdomd maar op reageerde was 't gebakken.
- Ik weet niet, zei ze, ik zou wel graag.
- Kom toe, Marc boog zich over haar, het doet altijd plezier eens met een verstandig mens praten, kom.
- Goed, zei ze, beloofd.
Hij aarzelde even of hij niet zou proberen haar te kussen maar dat zou alles weer in de war kunnen sturen en ging tevreden voort. Met wat sentimentaliteit en veel flauwe kul kan je toch elke vrouw lijmen, 't is te hopen dat Maria al slaapt, dan posseert de nacht rustig; een pracht van een kind en die schijnt nog interessant op den koop toe, dat vindt je niet alle dagen.
Tweede hoofdstuk uit een onuitgegeven roman.
|
|