vrij te pleiten van onhebbelijkheden. Wierp hij niet mijn eerbiedwaardige vaderen - de goud en zilverstukken - rinkelend over den tempelvloer? Vloek over hem, die mijn voorzaten onteerde.
Ten andere, al wie het met mij niet opheeft, moet onvermijdelijk door mijn miskennende ontbering vergaan; van den anderen kant bemin ik uit den grond van mijn filigraan al wie zich vermeit in mijn goddelijk bezit. De ondergang der eersten is het klinkend bewijs voor mijn absolute noodzakkelijkheid. Sommige snobs maken zich zelven wijs de wereld van een idealistisch standpunt uit te kunnen beschouwen en zich consequent daarnaar te kunnen gedragen. Natuurlijk, menschen zonder zin voor realiteit en daarenboven meestal gewoon huichelaars. Zoo die mensch, gekleed in bruine pij, blootshoofd en blootvoets, die zekeren dag een van mijn paleizen binnen kwam en om mij vroeg. Alsof ik me zoo maar gedwee in handen liet spelen die me zouden hebben bezoedeld! De bezitters van mijn heil, daarentegen, hervorm en vorm ik met liefde en toewijding tot menschen van gewicht, bekwaam desnoods de heele wereld naar hun hand te doen draaien òf te doen ophouden met draaien. Weliswaar gebeurt het, dat er onder hen gevonden worden, die misbruik maken van mijn reputatie en aldus stof leveren om geheel mijn geslacht voor de zooveelste maal te doen bezwadderen in sterk-overdreven leugens van Kreuger- en Stavisky-schandalen. Ik ben de eerste om daaronder een dagen-cyclus te lijden. Maar steeds zal ik mij daaruit verheffen en torenhoog weer opstaan om mijn onmisbaarheid en mijn onschuld te bewijzen. Mijn over geheel de wereld ongerepte faam is trouwens een voortdurend bewijs van onkwetsbaarheid, meer secuur dan die van Achilles zelf.
De tempels en paleizen aan mijn eeredienst gewijd zijn ontzaglijk talrijker dan die van mijn ergerlijken tegenstrever, den reeds genoemden Kristus, dus, vriendje: behandel mij met eerbied!
Dit alles enkel om u te doen begrijpen, dat ik waarlijk de spil ben waarrond geheel het menschelijk leven draait; om u te doen inzien de besliste onwaarheid van de wet der middenpunt-vliedende kracht. Immers, ben ik niet het centrum, dat alles en alles onstuimig aantrekt? Is dat romantisme? Neen, zeker niet, dat is je reinste realisme. Ik ben de wereld. Zuig daar een punt aan, zoo het u lust, het is zòò en dat is maar goed ook. Ga eens na: dicteer ik