Die wijsheid komt me verdacht voor, ze riekt naar klassenstrijd en klassenhaat.
5o Het expressionisme is niet aldus te karakteriseeren als de heer W.v.d.A. doet. Die karakteristiek is tendentieus. Bij veel expressionistische dichters heeft die doelstelling ontbroken.
W.v.d.A. - Ook in de filosofie der kunst heeft het esteties principe slechts bijkomende waarde. Muller-Freienfels, na een meesterlike uiteenzetting over de waardebepaling van kunstwerk, besluit tot bewuste of onbewuste subjektiviteit, in laatste instansie, van elk oordeel, hij verwerpt nadrukkelik de stelling der zuivere estetiek en houdt zich aan dit ‘enig absolute’: ‘het immer nieuwe leven, naar nieuwe uitdrukkingsvormen strevend’. (Spatiering VdA.).
D. - Inderdaad, ieder oordeel over poëzie bevat m.i. noodzakelijk een subjectief element, dewijl poëzie slechts subjectief aanvoelbaar, doch objectief onomschrijfbaar, onbepaalbaar en onontleedbaar is. Is echter ‘het immer nieuwe leven naar nieuwe uitdrukkingsvormen strevend’ iets absoluuts, het ‘enig absolute’? De heer W.v.d.A. gelieve dat te verklaren. Ik houd die nieuwigheid integendeel voor zéér relatief. En komt het dan in de kunst meer op het nieuwigheidsgehalte dan op het kunstgehalte aan?
W.v.d.A. - Indien men zich dan tot beschouwen der kunst gaan laat vanuit een histories standpunt, en niet vanuit een zuiveresteties, dan zal men noodgedwongen tot de konklusie komen, dat kunstwerk wel degelik in stijgende lijn evolueert.
D. - Wie evolutionist is zal de geschiedenis van het menschdom en ook de kunstgeschiedenis tengevolge van zijn evolutionistische wereldbeschouwing aldus zien, of, zoo niet, dan zal hij ze in zijn systeem persen zoo goed en zoo kwaad als het gaat. Wie onvooringenomen de geschiedenis van het menschdom en van de kunst nagaat komt tot andere conclusies!
W.v.d.A. - Prof. De Bruyne omschrijft het probleem zeer raak: ‘Onder de minnaars der klassieke kunst leest elk volgens “zijn” persoonlikheid “zijn” Homeros. Maar tot welk besluit leiden deze vaststellingen. Tot het volgende: dat de mensheid streven moet naar hogere kultuur. Omdat zij formeel aan dezelfde struktuurwetten onderworpen is, en daarenboven dank zij