De Tijdstroom. Jaargang 4(1933-1934)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 147] [p. 147] Heer, ik dank U Luc van Hoek Heer! ik dank U zo voor Uwe schone aarde. Dat ik nu leven mag en dragen mag het zonnegoud in mijne handen en kussen 't zilver van de bloesems. Dat ik den regen om den kop voel stromen dat ik den wind mag tegenhollen en spelen mèè zijn stoeiend spel met Uwe haver en Uw rogge. O dat ik, dat ik dansen mag tot aan Uw bleke einders: den witten zoom van Uw warme kleed en dat ik minnen mag o God! de kleur van zon en aarde! O blauw van den hemel en van 't water en rood! O purper vleien O levend geel en stromend goud Heer! Wit en blanker zilver! Gij hebt mijne aarde gemaakt te schoon o Heer te schoon zijn Uwe velden: ik hang met heel mijn ziel en al mijn zinnen, vergiffenis o Heer, aan de schoonheid Uwer aarde! Vorige Volgende