De Tijdstroom. Jaargang 4(1933-1934)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 98] [p. 98] De zee en de knaap Albe Et was een knaap aan de zee gezeten - zijn kleine naam werd ras vergeten. Hij graafde een kuiltje in 't klamme zand, wijl wandelden mensen achtloos aan 't strand. Van elke baar die aanbruisen kwam hij een handpalm zilveren water nam en vulde er geduldig het kuiltje mee: daarin wou hij scheppen de wijde zee. Zijn engel heeft hem niet verweten hoe dwaas hij aan de zee was gezeten. En toen het spel hem niet meer beviel - zijn doening dacht hij niet: steriel, verliet de knap het verruklike strand en heeft de zee het kuiltje verzand. (Uit: De Poëet.) Vorige Volgende