| |
| |
| |
Aantekeningen
Cyriel Verschaeve in Duitsland.
In het septembernummer van het Duits maandschrift ‘die Literatur’ is een waarderend artiekel verschenen over de tans zestigjarige Vlaamse dichter, beeldhouwer, kritikus en essayist Cyriel Verschaeve. Het artiekel is verlucht met een portret van de dichter en een foto van een beeldhouwwerk (David).
| |
Het huis van de Griekse dichter Menander.
De restauratie van het huis van de Griekse dichter Menander te Pompeï is tans voltooid. Bizonder belangwekkend is het dekoratieve schilderwerk in het Atrium. Verder bevinden zich in dit huis kleurige fresco's in typies-Pompejaanse stijl: een portret van Menander, Egyptiese landschappen, met uitbundige flora en fauna, tonelen uit de Trojaanse oorlog, de strijd tussen de Lapithen en de Centauren, en verschillende andere voorstellingen uit de Griekse mythologie. De fraaie kleurschakeringen harmoniëren voortreffelik met de polychrome mozaieken, die de vloer bedekken.
De in het huis gevonden zilveren voorwerpen zijn tans in het museum te Napels.
| |
Een Ruskin-huis in Engeland.
In Engeland heeft onlangs de Ruskin-Vereniging het huis Brantwood gekocht, op de oevers van het meer Coniston, waar John Ruskin dikwijls ging uitrusten.
Daar zullen zijn boeken, tekeningen en handschriften bijeen gebracht worden; tevens zal het huis dienen tot zetel voor de vereniging en tot familiepension voor studenten met vakantie.
John Ruskin werd in 1819 te Londen geboren. Hij schreef vooral over kunst. Zijn boeken: ‘Modern Painters’ (Moderne Schilders), ‘The stones of Venice’, over de bouwkunst. ‘Lectures on Art’ (Lezingen over kunst), en vooral zijn brieven over de wetten der schoonheid aan de Engelse arbeiders gericht ‘Fors Clavigera’, in 8 deelen, zijn bekend. Ook zijn geschriften over de schildersschool van de pre-rafaëlieten.
Hij overleed in 1900 te Coniston, in Lancaster.
Het beste en volledigste Nederlandse werk over John Ruskin, is dat van de Vlaming Dr. Raph. Kreemers.
| |
Het huis der Duitse kunst.
Op 15 Oktober werd te Munchen de eerste steen gelegd van 't ‘Huis der Duitse Kunst’, hetwelke het afgebrande ‘Glazen Paleis’ vervangt. Rijkskanselier Adolf Hitler en de ministers van Schone Kunsten van alle Duitse landen zullen aan de plechtigheid deelnemen. De Duitse kunstenaars zullen eveneens sterk vertegenwoordigd zijn. Een feestelike optocht, gewijd aan het vermaarde kunstleven der stad, zal door de straten trekken. Deze zullen voor die gelegenheid feestelik worden versierd en de voornaamste straten zullen in één enkele kleur worden getooid: de Galeriestrasse in het wit, de Ludwigstrasse in het rood, enz.
| |
Niewe roman van Knud Hamsun
Bij Gyldendal te Oslo en tegelijk in Duitse vertaling zal een niewe roman van Knut Hamsun verschijnen: ‘Na jaar en dag’.
| |
Shaw en de Boekverkoop.
Aan Bernard Shaw is gevraagd, of hij er aan dacht het voorbeeld te volgen van de Italiaanse schrijfster Lily Ciampollilo, die in het sentrum van de stad Milaan
| |
| |
aan een boekenstalletje zit en haar eigen werken verkoopt, waarmee zij groot sukses oogst. Shaw antwoordde, dat het daar nog eens van zou kunnen komen.
‘Ik heb mijn uitgevers wel eens voorgesteld, zo vervolgde hij, dat ik in hun étalages zou gaan zitten en mijn werken in het publiek schrijven. Het idee van Lily Ciampollilo staat mij wel aan en zelf heb ik het verscheidene malen aanbevolen.
Toen ik kort geleden op Ceylon was, zag ik op een Zondagmorgen op een marktplein een man zitten met een grote mensenmenigte om zich heen. Ik dacht dat het een lid was van het Leger des Heils, die uit de Bijbel voorlas, doch hij bleek een dichter te zijn, die zijn eigen gedichten aan het verkopen was. Het denkbeeld is voortreffelik!’
Shaw wordt oud!
| |
Een rijdende boekhandel.
In Frankrijk kent men tans de eerste ‘bibliobus’, t.t.z. een rijdende leesbibliotheek. De heer Henri Fillipacchi, stichter en bestuurder der ‘Compagnie des Librairies-Automobiles’, vestigt er in Franse bladen de aandacht op, dat hij sinds enige tijd met groot sukses een reizende boekhandel exploiteert. Een auto bevat ongeveer 10.000 boeken en is aan een der zijwanden voorzien van een gelegenheid tot uitstalling. Men bezoekt steden en dorpen, badplaatsen, kermissen, enz., en overal wordt goed verkocht.
| |
Niewe romans van Jonge Nederlandse schrijvers.
Onder de naam ‘voortrekkers’ zal een reeks niewe romans van jonge Nederlandse schrijvers verschijnen onder leiding van Anthonie Donker, bij de firma W. de Haan, te Utrecht.
Redaksie en uitgever beogen hiermee het werk van jonge talenten bekend te maken. Zonder zich aan een programma of groep te binden, hopen zij door deze reeks een beeld te geven van de niewe stromingen in de jonge Nederlandse prozaliteratuur.
| |
Uitgaven in voorbereiding.
Bij de N.V. Het Nederlandsche Boekhuis Tilburg-Bandoeng-Hasselt zijn onderstaande uitgaven van de pers gekomen:
| |
Frans Herwig: Het wereldwonder. (ingenaaid f 2,50, Bfr. 36. -; geb. f 3,50 Bfr. 50. -).
Deze roman speelt in de tijd van Keizer Otto III.
| |
George Schuyler: Er zijn nog slaven. (ing. f 2.50, Bfr. 36. -; geb. f 3.50, Bfr. 50. -).
Het is nu presies 100 jaar geleden dat Engeland de eerste daad stelde tot vrijmaking der slaven en toch zuchten op de dag van vandaag millioenen mensen in schandelike slavernij, - zijn zij het bezit, het eigendom van anderen. De neger-joernalist Schuyler slingert hier een vlammende aanklacht in het aangezicht der zogenaamde beschaafde wereld, die dergelike toestanden duldde en het nauweliks de moeite waard achtte er kennis van te nemen. De Volkenbond bracht over Liberia een vernietigend rapport. De barre werkelikheid van dit eigen ogenblik met haar ontstellende détails is wreder en verschrikkeliker. Deze roman met gefingeerde namen (en autentieke foto's) is geen fiksie maar rauwe realiteit, een ‘j'accuse’, dat zich over dit kleine land heen richt tot de machtige mogendheden, in wier Afrikaanse koloniën toestanden heersen, die uit de binnenlanden niet mogen uitlekken en waarbij de Volkerenbond werkeloos, wijl machteloos blijft toezien.
| |
J.G. Schoup: Een vrek. (f 2,50, Bfr. 36. -; geb. f 3,50, Bfr. 50. -).
Deze talentvolle Vlaamse joernalist, die de wereld in alle richtingen heeft doorkruist, de suksesvolle auteur van In Vlaanderen heb ik gedood, heeft in een klein Vogezendorp een doodarme pastoor leren kennen, een arme simpele mens, zonder grote gaven, die zijn betekenis slechts leent aan zijn nameloos leed.
| |
| |
Scherp doorschouwt de schrijver de mentaliteit van de gierige, ijzerharde Franse boer.
| |
Franz Herwig: Hoop op licht. (ing. f 3.90, Bfr. 56. -; geb. f 4.90, Bfr. 70. -)
In dit derde werk van Herwig's sociale romancyclus worden eveneens, maar nu van een andere zijde en voornamelik in andere kringen, de problemen benaderd van een metropool. Een rechter, verstijfd in koude wetmatigheid zoekt zijn dochter en op den dool door kroegen en dancings, sloppen en stegen, komt hij in aanraking met mensen, wier bestaan hem alleen indirect of als wetgeleerde bekend was. Hij ziet hoe wreed de rechtvaardigen en hoe rechtvaardig de zondaars soms kunnen zijn in het door en door verziekte leven. Een wereldstad-epos van magistrale statuur er diepe deernis.
| |
Berta Ruck: Icarus-vleugels. (ing. f 2.25, Bfr. 32 -; geb. f 2,90, Bfr. 41. -)
Een boeiende liefderoman uit bewogen dagen.
|
|