ervaringen van de laatste dagen. Vanavond werd er weer gekibbeld over vader en hij moet aannemen dat het leven niet zoo onverdeeld gelukkig zal blijven gelijk de eerste weken van hun huwelijk.
In de kamer is Fien nu bezig. Waarschijnlijk voelt ze reeds spijt om al wat ze gezegd heeft, en verlangt ze naar hem. Ook hij zou liever geen van die domme, meesterachtige woorden hebben uitgesproken. Maar straks wordt alles weer goed en nieuw.
Voor hoelang? denkt hij angstig. Als dat hem dan voor goed ontglipt komt de vuile winter terug. De boom voor het raam staat daar zwaar en loom in de na-hitte van den zomerdag. Hij kijkt op de kruin die van dichtbij, met al die kleine blaadjes, er zooveel eenvoudiger uitziet, dan van beneden.
Het stemt hem deemoedig en dankbaar. Hij ziet nu ook zijn leven van dichtbij met dagen van vrede en dagen van strijd. Niets verandert, nooit! Hij denkt aan den boom langs de baan, waar hij zoo vertrouwend heeft naar gekeken. Sedertdien is zijn leven veel veranderd. Ik heb het toch: een vrouw, dit huis en straks een kind. En dat andere, sedert zijn gebed vóór het kruis: de band met den hemel...
Den eersten keer sedert zijn huwelijk dat hij vadertje weer levend naast zich voelt. Hij vouwt de handen en tracht verder te kijken in de duisternis. Maar alles is effen en eender donker. Hij moet niet klagen, maar wachten tot hij in die duisternis opgenomen wordt, waar rust is en leven tegelijk. Hier is het gezinsleven werk van tijd en genade, zooals het leven van vadertje. Hij zal een van deze dagen naar het kruis - langs den weg gaan en danken voor de dagen die voorbij zijn. Nu weet ik dat deze groote liefde in ons is, en het groote geluk blijft onverslijtelijk tusschen ons geweven, al zien of voelen we het niet elken dag.
Hij moet alles uithouden, nu voort loopen mee met den tijd en de genade.
Een traan welt in zijn oog als hij weer den nacht instaart, een traan van verzoening.
Fien moet dezen mooien nacht mee zien en mee voelen.
- Fien, kom nu.
Pruilend heft zij het hoofd uit de lakens.
Hij lacht haar toe met al wat in zijn hart is gekomen. En zij kan nooit meer weerstaan aan dien lach met dien traan.
EINDE.