| |
| |
| |
Boekbesprekingen
Georg Fuchs: - Wij achter de tralies. - Geautoriseerde vertaling van Anthonie Donker met een inleiding van Dr. P. Bierens de Haan. - ‘Het Kompas’, Mechelen. - Gen. 56,50 fr. geb. 71,00 fr.
Dit boek is het vijfde in de serie: Wereldproblemen.
Bij de na-oorlogse woelingen in Beiëren toen het land overgeleverd was aan een bende intriganten, werd Prof. Fuchs veroordeeld. Zo heeft hij aan den lijve de ondoelmatigheid en de wreedheid van het huidige strafstelsel gevoeld. Het is ondoelmatig omdat het niet aan zijn roeping beantwoordt: de kriminaliteit te verminderen. Het is wreed omdat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen onverbeterliken en mensen, die reeds een ander leven zijn begonnen als ze nog steeds als misdadigers worden aanzien.
Het verzet tegen het huidige strafsysteem is voort gekomen uit het feit, dat we ook het misdadigersprobleem psykologies zijn gaan beschouwen. De drie grondslagen van het nieuwe rechtsgebouw zullen zijn: het recht moet gehandhaafd blijven, de samenleving en haar leden moeten beschermd worden en de misdadiger moet tot beter levensvoering opgeheven worden.
Straf moet worden: dwang tot opvoeding. Pedagogies vooral is het huidige strafstelsel eèn dwaasheid, uitgezonderd nu reeds voor de kinderrechtspraak.
Prof. Fuchs wil met deze in de gevangenis geschreven notities de openbare mening winnen voor hervormingen, die noodzakelik blijken, wil het gevangeniswezen op de hoogte onze kultuur worden gebracht. Hij ziet het ziektemoment in de habituële misdadigheid niet voorbij, maar hecht een overwegend (te overwegend misschien!) belang aan de macht der omstandigheden.
Zonder enige literaire smuk verhaalt hij met een bewonderenswaardige objektiviteit zijn ervaren en dat van zijn medegevangenen. Maar juist die naaktheid van zijn woord, geeft het een vertoogkracht, die we nog in weinige geschriften hebben ontmoet.
Reportage-werk en tijdsdokument zoals Ilja Ehrenburg's ‘Leven der Auto's’ maar met een hoger en schoon-menselik doel geschreven, moet ieder die met sociale problemen begaan is, kennis nemen van dit boek, dat met deze woorden sluit: Wanneer een mens niet de goddelike wereld der vrijheid, het volkomen rijk des geestes, in zich draagt en daarheen zijn toevlucht weet te nemen, zal hij in alle eeuwigheid vergeefs op één ogenblik van vrijheid hopen. Die enige ware vrijheid kan men echter ook in de gevangenis hebben - dat kan ik getuigen.
Hier en daar is de zinnenbouw wat stroef en ingewikkeld, maar over het algemeen laat het zich vlot lezen. Dat pleit eveneens voor de vertaler.
| |
Jan Boon. - Radio-poeem. - Uitgave ‘Het Kompas’ Mechelen.
Natuurlijk zullen we nu wel gauw overstelpt worden door gebundelde radiopraatjes. We leven voort: de tijd dat essayisten en critici hun bijdragen in de bladen bundelden is voorbijgestreefd. Ik moet rechtuit zeggen, dat ik er wat tegen opzie, als we weten wat de voorgaande tijd ons aan soortgelijks bracht.
We kregen ‘Het Evangelie over de daken’. En nu ‘Radio-poëem’ bevattende zes causeries: ervaringen van den journalist, een boot met passagiers naar de IJsgrens, over het Maria-spel te Halle, de roeping van het katholiek nationaal tooneel in de Vlaamsche gemeenschap, kultuur en filmwezen, klein programma voor den katholieken kinemabezoeker.
Ik zeg niet, dat het boekje niet goed geschreven (gesproken?) is. Dat is het
| |
| |
wel. Maar ik geloof niet, dat wat hier wordt gegeven zodanige waarde bezit, dat het tot een boek moet verduurzaamd worden. Te meer: in tegenstelling met het bundelen van geschreven bijdragen, wordt in dit geval de draagwijdte van het woord verengd.
K.V.R.O. en N. I, R. moeten helpen om de komende vloed van radiobundels te voorkomen, door alleen werkelik belangwekkende en tevens schone causeries toe te laten.
Intussen las ik hier graag het eerste praatje, als zijn de laatste twee meest interessant.
J.V.
| |
Beb Vuyk. - Vele namen. - Uitgave ‘De Vrije Bladen’. Het Kompas Mechelen.
‘De Vrije Bladen’ die zouden verdwijnen, verschijnen nu toch weer. Maar gewijzigd: in cahiervorm. Dit is het eerste nummer van de nieuwe jaargang. Dit werkelik knap-geschreven boekje (vergeef de gemeen plaats!) las ik, wijl de koorts me even te pakken had. Het is eigenaardige omstandigheid maar even eigenaardig is het, hoe deze lektuur bij mijn toestand paste. Want op dat ogenblik was ik zeker geen paar alineas van Streuvels te boven gekomen. Kort en pregnant is deze novelle. Notities, maar geen nuchtere, zelfs soms hier en daar naar het schemerachtige zwemend. Die vorm past echter zeer goed bij de inhoud en de psyche van de hoofdpersoon.
Dit verhaaltje is een sprekende illustratie van de kompensatie-theorie van Adler en het typiese puberteitsverschijnsel dat men secessie heeft genoemd. Het minderwaardigheidsgevoel, dat van de vader op Hank overgaat, heeft hen echter onbewust vast. Ze zijn Indo's en verbitterd sinds de verwachte bevordering van de vader is uitgebleven. De kompensatie dan: een overdreven kultus van hun lichamelike sterkte en vaardigheid. En de verbittering leidt tot secessie, die zelfs in een soort mensenschuwheid overgaat.
Na de dood van zijn vader komt Hank naar Holland. De kompensatie-drang blijft zich hier uiten in een fierheid over zijn lichamelike ‘volmaaktheid’, maar tevens ook nader het terrein der ‘minderwaardigheid’ zelf, (soms kan hij zelfs op het identische terrein overgaan.) in een drang tot weten. Zo leert hij vele ‘namen’ kennen.
Uit zijn secessie komt hij stilaan uit eerst onder invloed van Frans Luursma, en dan van het meisje: Nita. - Altijd meer namen. Hij is zelfs wat jaloers op Frans. Maar deze heeft een bril en een te kort been. Daaruit: minachting bij Hank. Hij bemint Nita. En zij hem ook. Zij zal het weten van hem. Maar een ongeluk met de trem ontneemt hem een deel van zijn hand. Hij zal haar niet meer zien, besluit hij. Hij verhuist naar Amsterdam en studeert geschiedenis: vele namen...
Als een film zijn de beelden voorbijgeschoven. Er is een onvoldaanheid in de lezer, maar dat is een indruk, die bijblijft. Dat pleit voor de waarde van dit boekje en het talent van de schrijfster.
J.V.
| |
Albe: - Kwakske in ballingschap. - Uitgave ‘Scheppers'’ Gesticht Melaan, Mechelen. - 18 fr.
Dit is een plezante tragedie in 5 tonelen, die bekroond werd met de eerste prijs in de toneelprijskamp van Sobriëtas. Daarmee ziet U al dadelik de tendenz: anti-alkolisme. Maar de schrijver weet die tendenz knap op het achterplan te houden.
Het plezante zit hem in Kwakske zelf en in zijn droom, die hem naar een soort ‘parlementaire’ zitting der duivelen voert. Er is zelfs een troonrede. De tragedie zit hem in het moment waarop Kwakske zijn ziel ontdekt.
Ik kan moeilik aan de bekoring weerstaan hier een stukje dialoog over te schrijven. Want die is werkelik knap. Hij zit daarbij vol mooie vondsten, zoals we die ook kennen uit de novellen van Albe, die in dit tijdschrift verschenen.
| |
| |
Zelfs waar het stukje dreigt langdradig te worden, als b.v. bij de ‘Akademiese’ zitting der duivelen wordt het juist door die vondsten gered.
We zeggen overtuigd met de jury springlevend, geestig, knap.
J.V.
| |
Dr. Jul. Persijn: - Studien en lezingen I. - ‘N.V. Standaard, Boekhandel’, Brussel.
Jul. Persijn publiceert maar altijd voort. Al staat hij niet meer in de beweging. Hij is blijven staan een heel eindje her, en blikt nu maar steeds terug.
Dit aan Burggraaf Poullet opgedragen boek bevat acht lezingen: Uit een opgave van de inhoud blijkt al dadelik de grote dokumentaire waarde van dit werk, het zesde in de reeks Vlaamse Bijdragen. - Ziehier dan: het studententype in de letterkunde, ons toneel te Antwerpen van 1830 tot 1840, van 1840 tot 1853, de stichting van ons Nationaal Toneel te Antwerpen 1853, Vondel's eerste Deense reis, zijne tweede, twee merkwaardige proefschriften (J. Smit: Bilderlijk et la France en H.J.A.M. Stein: Boileau en Hollande: beide worden krities nagegaan) vergelijkende letterkunde.
Het boek is zeer onderhoudend geschreven en het boeit dus werkelik. Persijn weet de toon te treffen. Maar hier nog eens: we begrijpen niet goed, waarom dat alles nog eens moet verschijnen. Het ging toch bijna volledig reeds eens door de pers! Er is maar een reden: het de mogelike zoekers gemakkeliker maken. Maar of die voldoende is?
J.V.
| |
Alja Rachmanova: - Studenten, liebe, tscheka und tod. - Verlag Anton Pustet, Salzburg. Gen. R.M. 5,70, in linnen geb., R.M. 6,80.
Na de lezing van dit omvangrijke boek (448 blz.) het dagboek van een Russiese studentin beginnend 24-9-16 eindigend 12-9-1920 en dus de beide Russiese revoluties omvattend, begrijpen we, dat generaal Sakharow moest getuigen: das unvergleichliche Zeitdokument.
Er komen inderdaad bladzijden in voor van onstellende schoonheid. Niet zelden herinneren we ons zelf Dostojevsky en speciaal dan zijn ‘Herinneringen uit het Doodenhuis’.
Het bevat twee delen. Het eerste deel lijkt me best geschreven, maar het tweede lezen we met meer belangstelling, omwille van het verpletterende gewicht der feiten. Die feiten varen u met ontzettende snelheid en helderheid voorbij, tot het lijden van gans een volk. Het doorschokt U in zijn naaktheid, zoals het de gevoelige vrouwenziel heeft geschokt, die voor ons getuigt. Want een getuigenis is dat boek, een kreet tot de wereld. Een stem uit het volk, dat duldt en zwijgt. Hoelang? Welke geheime krachten werken op heden in de mystieke Russiese ziel? Zal de wedergeboorte weer over een bloedstroom gaan?
We vernoemden Dostojevsky's ‘Herneringen uit het Doodenhuis’ geboren uit zijn Siberiese ballingschap. Ook Alja Rachmanova vlucht met haar moeder naar Siberië, en ginder weten ze niet hoe het haar vader vergaat die in Rusland is gebleven. Bij het naderen der Roden heeft hij gezegd: Es ist besser zu sterben, als ihnen in die Hände zu fallen. In Siberië: bloed en tranen. Gruwzame geschiedenis!
Er is moed toe nodig zó te getuigen. Het motto van het boek is het woord van de zeventiende eeuwse dichter Awwakum: Zonder vrees moogt ge spreken, indien ge u enkel door uw geweten leiden laat. Maar zo verstaan het de Sovjets niet. Hoe dit dagboek in Oostenrijk, komt: Zo is het slot: Heute übergebe ich dem Deutschen, der in seine Heimat fährt, mein Tagebuch. Ich sende es bind hinaus in die Ferne, in ein freieres Land, einen verzweiflungsschrei aus dem Lande der ‘Freiheit’.
Het is werkelik onmogelik dit beeld van het Russiese volk in de misschien meest bewogen jaren van geheel zijn geschiedenis te lezen, zonder tot in het diepste der ziel geschokt te worden. Want ge voelt dat het werkelik is, in deze bladzijden leven en bewegen echte mensen, die we over alle grenzen aan ons gelijk
| |
| |
voelen, omdat in hun ziel dezelfde betrachtingen opstuwen en dezelfde strijd wordt gestreden, die duren zal zolang de schepping in haar huidige verschijning bestaat.
Dit boek moet ge lezen. En het moet in het Nederlands vertaald worden.
J. Vercammen.
| |
A.V.H.V.: - Gentsche studentenalmanak, - 1932 - 320 blz. - Uitgave A.V.H.V. Gent.
Wat dit boek vooral zijn waarde geeft, is dat het opgevat werd als een hulde aan Prof. Daels. Het bevat ter ere van deze grote Vlaming bijdragen van Dr. Van Rooy, Cyriel Verschaeve, Pater Callewaert, Dr. Goossenaerts, en in naam der studenten: A. De Caluwé. Verdere merkwaardige bijdragen zijn: De Dietsche gedachte en het Catholicisme, Groot-Nederlandsche gedachte en Vl. Liberale Idee, Nationalisme en Socialisme, Collegium Musicum.
Het studentikoze is natuurlik niet vergeten. We hebben ons verkneukeld aan ‘Mixed Pickels’ en ‘Varia’. Dat is een schalksheid, die deugd doet, werkelik!
Er is maar een ding dat ons hier weer verwondert. Ernest Van der Hallen, die op de loop gaat voor een vleugje erotiek laat in zijn rubriek in ‘Jong Dietschland’ slechte erotiese verzen, verschijnen, waarvan ieder woord-bijna ‘hopeloos’ in het belachelike verzinkt, Hier in deze almanak is er een zekere Toon van Eremo, die alleen maar vlaamse strijdgedichten (of humanistiese) (in theorie) aanvaarden wil, en dan dingetjes publiceert als:
met de witte bedwelmende damp
- heeft ons hardt verschroeid -
Verder nog wat Moensisme van het bedenkelikste soort. Wanneer een tijdschrift onder redaksie van Toon van Eremo en, hoe heet ie ook weer? pardon: Leo De Roover? - Een min of meer, dat merken we haast niet meer.
Steeds gaan maar mensen aan de belachelikheid van hun eigen inkonsekwentie dood... als ze tenminste geleefd hebben!
Desondanks wensen we de Gentsche Studentenalmanak: goedheil! Het gaat niet op hier al de bijdragen nog maar op te sommen. Maar het is zeer dikwijls degelik werk. Het is de tweede maal, dat hij verschijnt. Ad multos annos!
| |
Ingekomen boeken.
J. Decroos. - VAN LENTE EN MINNE - Gedichten, Uitgave ‘Regenboog’ Borgerhout, prijs 30 fr. |
Elegast. - VERZEN - Uitgave ‘Zonneveld’, Soest. |
J. Van Gorp. - GOETHE - Uitgave ‘De Standaard’ Antwerpen, prijs 2,50 fr. |
Halbo C. Kool. - SCHERVEN. - Gedichten. Uitgave ‘Nr. 2 Vrije Bladen’ ‘Het Kompas’ Mechelen. |
Gerard Walschap. - JAN FRANS CANTRE. - Uitgave nr. 3 ‘Vrije Bladen’ ‘Het Kompas’, Mechelen. |
GENTSCHE STUDENTENALMANAK. - Uitgave, ‘Alg. Vl. Hoogstudentenverbond’, Gent. |
Jan Boon. - RADIOPOEEM. - Uitgave ‘Het Kompas’, Mechelen. |
John Cooper. - ALS ONS GODSDIENSTONDERWIJS NOG OOIT GEZOND WIL WORDEN. - Uitgave ‘De Standaard’, Antwerpen. |
Ruusbroec-Genootschap. - RUUSBROEC - Uitgave ‘Het Kompas’, Mechelen. Prijs gen. 100 fr., geb. 125 fr. |
| |
| |
Floris Couteele. - DAGBOEK VAN EEN ARRIVIST. - Uitgave ‘Centrale voor Tijdschriften’, Antwerpen. |
Karin Michaëlis. - BIBI EN OLE. - ‘Het Kompas’ Mechelen. - Ingenaaid 43,50 fr.; Geb. 56,50 fr. |
Hugh Lofting. - DE WOONWAGEN VAN Dr. DOLITTLE. - ‘Het Kompas’, Mechelen. - Twee deelen aan 43,50 fr. Ing. en 56,50 fr. gebon. per deel.
Dit zijn twee mooi geïllutsreerde kinderboeken. |
Dr. Jul Persyn. - AESTHETISCHE VERANTWOORDINGEN. - ‘De Standaard’, Brussel. - Per ex. 20 fr. Een tweede herziene uitgave van het bekende werk. Aanbevolen. |
Jozef Simons. - VOLKSLIEDJES EN VERZEKENS. - ‘Vlaamsche Geluiden’, 26 Sint Marcusstraat, Borgerhout. - 8 fr.
Zoals de titel het zegt, meestal volkspoësie zonder letterkundige pretentie. |
|
|