De Tijdstroom. Jaargang 2(1931-1932)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 317] [p. 317] Dood Joannes Reddingius Ik vroeg bij 't dwalen aan het avondrood, toen zon geweken was en in de lucht zwierf nog een vogel en flauw windgezucht klonk uit het bosch: O zeg mij, wat is Dood? Ik vroeg het de aarde met haar bloemenschoot, heur korenschat, boomgaarden rijk aan vrucht, ik vroeg het aan de bij die gonzend vlucht over de hei, van zomer de genoot. Ik vroeg het aan der wolken rozengloed, als voor het oog des menschen dag begint, ik vroeg het aan de sterren, aan de maan. Daar ving in mij een heel zacht zingen aan: ‘Dood heeft een and'ren naam, o menschenkind, in 't Rijk van Leven, wat hij doet is goed’. Vorige Volgende