Macquart’ schreef: ‘histoire naturelle d'une famille sous le deuxième empire’ en zijn ‘Rêve’: ‘une expérience scientifique’. Reeds in 1896 schreef Brunetière ‘Le Roman Expérimental’ (contra) en ‘La Renaissance de l'Idéalisme’ nadat K.J. Huysmans in 1891 reeds het naturalisme had bekampt in ‘La-Bas’. Nog daarvóór schreef Paul Bourget in zijn inleiding tot zijn ‘Disciple’. ‘Il y a une réalité dont tu ne peux pas douter, car tu la possèdes, tu la sens, tu la vis à chaque minute: c'est ton âme.
Het naturalisme had geleefd. In de plaats kwam de psychologiese roman, die echter, wat ons minder verheugen kan, een uitloper had in le roman à thèse, waarvan Bourget de meesterlike en zuiverste vertegenwoordiger is (was?) Die tak wordt echter meer en meer verlaten voor het inzicht in de eigen waarde der kunst. De psykologiese roman werd intussen in Frankrijk jong bloed bijgezet door o.a. Mauriac en Bernanos. We kennen zijn bloei in Rusland. In Vlaanderen evenwel ligt het terrein nog bijna zo goed als braak. Daarom doet het ons zoveel te meer genoegen te kunnen wijzen op iemand als Maurits Roelants, neven de ‘verteller’ Walschap.
Roelants heeft zich gewend tot die hogere realiteit, waar Bourget van sprak. En in die zin is hij een zeer knap realist. Men (altijd diezelfde men!) meent al te veel dat dichters vreemd zijn aan de realiteit, of die op zijn minst toch verkrachten nog wel omdat ze die niet kunnen zien.
Mis, zegt Anthonie Doncker: ‘Ze hebben enkel die onvoorwaardelike nuchterheid bereikt, die nodig is om te gaan inzien, dat de gangbare, uitwendige, tastbare werkelikheid niets anders is, dan een slordige, globale afdruk der wezenlike werkelikheid, en zij doen een poging die onbenaderbare werkelikheid achter de dingen nader te komen.’
Het kan ons dan ook niet verwonderen dat Roelants (die ook dichter is, zelfs in deze, zijn roman) de uitwendige realiteit zoveel mogelik uitschakelt, behalve waar ze voor de zielegang der personen van belang is. Zo komt het, dat we o.a. een uitvoerige beschrijving krijgen van het Polderdorp.
Het zwaartepunt van Roelants' kunst valt echter op wat genoemd is ‘het stil, onzichtbaar verschuivend spel der menselike verhoudingen’. Zo meesterlik weet Roelants ons dat spel voor te toveren, dat we met enige psychologiese intuitie, net als bij een aan onze zijde levend mens, de uitkomsten van dàt spel kunnen voorzien, echter